De Tatmadaw, het leger van Myanmar heeft sinds het begin van de militaire staatsgreep in februari 2021 voor ten minste $1 miljard USD aan wapens, goederen voor tweeërlei gebruik, uitrusting en grondstoffen geïmporteerd om wapens te maken, voornamelijk afkomstig uit China en Rusland, twee permanente leden van de Veiligheidsraad, evenals Singapore, Thailand en India. Volgens Myanmar Now omvatten drie van de vijf geprofileerde landen – Rusland, China en India – leveranciers van door de staat gecontroleerde entiteiten. Het Russische Rosoboronexport, een staatsagentschap voor buitenlandse handel in defensiegerelateerde producten, is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor meer dan de helft van de Russische export van wapens en militair materieel naar de junta, waaronder SU-30 en MiG-29 straaljagers.
Rusland leverde het Yak-130-vliegtuig dat de bommen liet vallen bij de aanval van 11 april 2023 op het dorp Pazigyi in de regio Sagaing. Hierbij kwamen ongeveer 170 mensen om het leven (waaronder 40 kinderen). Rusland heeft ook de helikopters van het type Mi-35 geleverd die werden gebruikt om burgers neer te schieten. De bommen, machinegeweren en munitie waren waarschijnlijk afhankelijk van grondstoffen die werden geleverd door particuliere wapenhandelaars die opereerden vanuit Singapore, China en Thailand.
Billion Dollar Death Trade
Volgens een op 17 mei gepubliceerd new report , getiteld “The Billion Dollar Death Trade: de internationale wapennetwerken die mensenrechtenschendingen in Myanmar mogelijk maken”, opgesteld door Tom Andrews, de speciale VN-rapporteur voor de situatie van de mensenrechten in Myanmar, maken deze lidstaten deze handel mogelijk “door regelrechte medeplichtigheid, lakse handhaving van bestaande verboden en gemakkelijk te omzeilen sancties”.
In dit document verstrekt de speciale VN-rapporteur de internationale gemeenschap details over hoe de militaire junta deze wapens en aanverwante materialen heeft verworven en hoe zij deze blijft verwerven ondanks internationale veroordeling en de instelling van internationale wapenembargo’s en sancties. De speciale rapporteur beschrijft hoe sommige lidstaten deze overdrachten mogelijk hebben gemaakt door hetzij regelrechte medeplichtigheid, hetzij lakse handhaving van sancties en verboden op wapens en technologie voor tweeërlei gebruik naar Myanmar.
Andrews wijst op jurisdicties die het mogelijk maken dat een uitgebreid netwerk van leveranciers actief is, inclusief degenen die gereedschappen, machines, uitrusting en grondstoffen leveren die de productie mogelijk maken van een reeks wapens die door het leger worden gebruikt om wreedheden tegen de bevolking van Myanmar te begaan.
Sancties zijn niet effectief
Dit document illustreert hoe acties van lidstaten om druk uit te oefenen op de militaire junta, inclusief het opleggen van economische sancties, mislukken. Omdat sancties bijvoorbeeld niet worden gecoördineerd en niet effectief worden gehandhaafd, kunnen wapenhandelaren en andere aan de militaire junta gelieerde entiteiten deze gemakkelijk omzeilen, onder meer door gebruik te maken van dekmantelbedrijven of door nieuwe op te richten.
“De lidstaten hebben zich niet adequaat gericht op de belangrijkste bronnen van vreemde valuta waarvan de junta afhankelijk is om wapens te kopen, waaronder vooral Myanmar Oil and Gas Enterprise”, zei Andrews. Geen enkele lidstaat heeft sinds de staatsgreep sancties opgelegd aan de Myanmar Foreign Trade Bank (MFTB). “Mijn bevindingen tonen aan dat MFTB niet alleen belangrijk is voor het ontvangen van vreemde valuta, maar ook op grote schaal door de junta wordt gebruikt om wapens te kopen. Het zou een belangrijk doelwit moeten zijn voor internationale sancties”, aldus de VN-rapporteur.
De internationale gemeenschap heeft belangrijke opties om te voorkomen dat meer wapens naar het leger van Myanmar gaan. Ze omvatten onder meer het aanpakken van de belangrijkste inkomstenbronnen van de junta, het volledig afdwingen van maatregelen die de stroom van wapens naar Myanmar verbieden, en het instellen en handhaven van uitgebreide sancties tegen de wapennetwerken die wapens voor het leger van Myanmar aanschaffen. Andrews riep op tot een volledig verbod op de verkoop of overdracht van wapens aan het leger van Myanmar. Hij drong er bij de VN-lidstaten op aan om bestaande verboden te handhaven en tegelijkertijd sancties tegen wapenhandelaars en bronnen van vreemde valuta te coördineren. Het toepassen van deze opties is absoluut noodzakelijk om de mensenrechten van de bevolking van Myanmar te beschermen en te verdedigen.
De bevindingen van dit rapport zijn samengevat in onderstaande infographic:
Volgens de conclusies van het rapport zijn de internationale sancties opgelegd door buitenlandse regeringen – met name de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië – en entiteiten zoals de Europese Unie er in grote lijnen niet in geslaagd om te voorkomen dat de junta wapens uit het buitenland verwerft.
“Sancties zijn niet alomvattend toegepast op hele wapennetwerken. Hierdoor kunnen wapenhandelaren de handel verschuiven als reactie op sancties”, zei Andrews. “De wapens en het geld blijven stromen, alleen stromen ze door verschillende entiteiten … Dit is een fundamenteel probleem.”
Het gebrek aan coördinatie tussen regeringen en entiteiten zoals de EU veroorzaakt problemen voor een effectieve handhaving van de sancties.
Aanbevelingen
VN- rapporteur Andrews beveelt daarom aan dat lidstaten die de mensenrechten in Myanmar steunen:
A. Wapenhandelnetwerken alomvattend bestraffen, te beginnen met de entiteiten die in dit rapport worden genoemd;
B. Een samenwerkingsmechanisme tot stand brengen om economische sancties en een wapenembargo tegen de SAC-junta te versterken, te coördineren en af te dwingen, onder meer door de inkomstenbronnen aan te pakken;
C. Sancties uitvaardigen tegen Myanmar Oil and Gas Enterprise, de grootste bron van vreemde valuta voor de SAC-junta;
D. Sancties uitvaardigen tegen de Myanmar Foreign Trade Bank, het belangrijkste kanaal dat wordt gebruikt om vreemde valuta over te maken naar de SAC-junta en om te betalen voor veel van de wapens en aanverwante materialen die in dit rapport werden geïdentificeerd;
E. De directe en indirecte aanvoer, verkoop, overbrenging (inclusief doorvoer en overslag), verzekering en herverzekering en tussenhandel in vliegtuigbrandstof naar Myanmar verbieden. Zich holistisch richten op netwerken die vliegtuigbrandstof leveren aan het leger van Myanmar; en
F. Bestaande sancties zoveel mogelijk handhaven. Daarbij hoort ook het investeren van de benodigde overheidsmiddelen om toezicht te houden op en de handhaving van sancties.
De regering van Singapore reageerde als volgt: “We waarderen de inspanningen van de Speciale Rapporteur om informatie te verstrekken ter ondersteuning van Singapore’s onderzoeken naar de vraag of er strafbare feiten zijn gepleegd onder de Singaporese wet. Singapore zal niet aarzelen om actie te ondernemen tegen elke persoon of entiteit die onze wetten overtreedt.
Ondertussen blijft de regering van Singapore zich inzetten voor het verlenen van humanitaire hulp aan de bevolking van Myanmar. We zullen blijven samenwerken met onze mede-ASEAN-lidstaten en de Verenigde Naties om vrede en nationale verzoening in Myanmar te vergemakkelijken.”