Het was Pablo Iglesias van het Spaanse Podemos die de kat de bel aan bond. Hij vloog mee met de officiële delegatie van de Spaanse Koning naar La Paz, Bolivië voor de machtsoverdracht aan Luis Arce, de nieuwe socialistische President.
Alleen, de vice-voorzitter van de Spaanse regering was niet officieel uitgenodigd, wel persoonlijk, dus was de Spaanse oppositie behoorlijk in de wiek geschoten dat die ‘radikaal linkse’ mee op alle officiële foto’s stond.
Maar Iglesias weet wat hij doet en is goed thuis in Latijns Amerika en zeker in Bolivië.
Wat hij er deed kan ook enkel toegejuicht worden.
Samen met enkele andere progressieve politieke leiders werd een ‘Verklaring van La Paz’ ondertekend en werd de basis gelegd voor een nieuw internationaal mechanisme voor linkse samenwerking, tegen extreem-rechts. Men wil een internationaal forum voor linkse partijen en bewegingen maken.
Groep van Puebla
Hoe positief ook, er moeten enkele vragen gesteld worden. Want vorig jaar kwam de ‘Groep van Puebla’ tot stand, met eveneens linkse politieke leiders die samen willen nadenken over samenwerking en gemeenschappelijke initiatieven.
In die groep van Puebla zit behoorlijk veel schoon volk: Rafael Correa, ex-president van Ecuador, Lula da Silva, ex-president van Brazilië, Evo Morales, ex-president van Bolivië, Alberto Fernandez, president van Argentinië, Dilma Rousseff, ex-president van Brazilië, Celso Amorim, ex-minister van BZ in Brazilië, Cuahtemoc Cárdenas, zoon van zijn vader en stichter van de PRD in México, David Choquehuanca, huidig vice-president van Bolivië, García Linera, ex-vice-president van Bolivië, en nog heel wat ex-ministers en huidige parlementsleden van diverse Latijnsamerikaanse landen.
En kijk, wie staat er nog bij de leden? José Luis Zapatero, ex-eerste minister van Spanje, en Irene Montero, huidig Spaans minister en partner van Pablo Iglesias!
Linkse concurrentie?
Het zou bijzonder jammer zijn dat de nieuwe groep die vorm kreeg in La Paz al meteen in concurrentie zou staan tegenover de Groep van Puebla. Formeel is het de bedoeling de groep van La Paz ook open te stellen voor Europese partijen. Alexis Tsipras van het Griekse Syriza, Jean-Luc Mélenchon van la France Insoumise, het Portugese Bloco de Esquerda sloten zich al aan.
De groep van La Paz lijkt ook meer op partijen gericht, terwijl de Groep van Puebla uit individuele leden bestaat.
En tenslotte kan niet worden uitgesloten dat Pablo Iglesias gewoon zijn eigen groep wil, onder zijn leiding.
Het valt dus af te wachten hoe de groepen zich verder ontwikkelen, maar positief nieuws is het in elk geval wel. De manier waarop de rechterzijde, met steun van grote ondernemingen en rechtse media de macht naar zich toe kan trekken is immers zeer zorgwekkend. De nieuwste ‘zachte’ staatsgreep in Peru is er weer een voorbeeld van. Dat in de Verklaring van La Paz uitdrukkelijk wordt opgeroepen om zich tegen extreem-rechts te verzetten, is dan ook mooi meegenomen.
Progressieve sociale bewegingen
Ook bij de sociale bewegingen komt er eindelijk weer wat beweging. Het Wereld Sociaal Forum is begonnen met een ‘herstel’ en probeert de karig geworden leden uit te breiden met nieuwe groepen. Of dit lukt is zeer de vraag, want momenteel zit de macht nog steeds bij een kleine groepje ‘talmudisten’ die zich heel christelijk en hardnekkig vasthouden aan de regels die twintig jaar geleden werden opgesteld. Hoe dan ook wordt er eind januari 2021, naar aanleiding van de twintigste verjaardag van het forum, een virtueel mondiaal sociaal forum georganiseerd.
Binnen dit WSF zijn daarom twee groepen aan het werk om het keurslijf te doorbreken en meer ruimte te maken voor actie en voor radikale standpunten.
Hoopgevend is ook de ‘Progressieve Internationale’ die zich op initiatief van Yanis Varoufakis met succes aan het uitbouwen is.
Daarnaast zijn er enkele groeperingen actief die meer ecologisch gericht zijn en werken aan wat ze ‘structurele alternatieven’ noemen. Ook zij willen nu proberen samen te werken, maar het zijn groepen die vooralsnog vooral lokaal actief zijn. Mochten ze erin slagen te zoeken naar mondiale gemeenschappelijke punten, dan zou dit zeker een stap in de goede richting zijn.
Wat echter vooral opvalt in al deze groepen is het grote aantal ‘progressieven’ die alles wat als ‘westers’ wordt ervaren meteen van de hand wijzen, niet langer een verschil tussen links en rechts zien en graag meeheulen met het complotdenken rond COVID en dergelijke.
Er zijn in Latijns Amerika weer kleine stapjes gezet die nieuwe hoop kunnen creëren. Maar de linkerzijde staat zwak, zeer zwak en de praktijk van het beleid is vaak minder hoopgevend. De enige positieve uitzonderingen waren de eerste jaren van het beleid van Rafael Correa in Ecuador en de periode van Evo Morales in Bolivië.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat juist deze leiders vandaag door heel wat zich links noemende groepen, vooral feministen, worden afgewezen. In het Wereld Sociaal Forum eisen ze dat niemand van de Groep van Puebla deelneemt aan de werkzaamheden, terwijl enkel een betere en sterkere samenwerking soelaas zou kunnen bieden.
Of met andere woorden, er is hoop, maar de linkerzijde is nog lang niet weer aan zet. Er is nog heel wat werk nodig om te komen tot nieuwe inzichten en nieuwe programmapunten.