Een internationale conferentie, samen georganiseerd door een groot deel van de Libanese ngo-beweging, de Libanese Communistische Partij (PCL) en Hezbollah: je zou voor minder eens naar Beiroet trekken. Want dit was een echte primeur.
De conferentie, van 16 tot 19 november in de gebouwen van de Unesco in Beiroet, was opgezet om de internationale solidariteit te verstevigen met het verzet tegen oorlog en bezetting. In Libanon, maar ook in Palestina en Irak. 300 buitenlandse deelnemers tekenden present, uit de vredesbeweging en ngo-wereld, van Brazilië tot India, van Congo tot Noorwegen. En uit België: het BRussells Tribunal, intal en StopUSA.
Het is het verenigd Libanees verzet en niet het regulier Libanees leger dat er tijdens de Israëlische agressie in geslaagd is om de bezetter te verjagen. Ook de wederopbouw en de hulp aan de geteisterde bevolking wordt voor een groot deel door Hezbollah en de civiele maatschappij georganiseerd. Hoe doen ze dat? Hoe werkt de eenheid tussen religieuze en seculiere organisaties op het terrein? En hoe maakt Hezbollah aan de wereld duidelijk dat zij geen terroristische organisatie is, maar een volksorganisatie die de steun van de Libanese bevolking heeft in grote delen van het land en in brede sectoren van de samenleving? Voor een antwoord op deze vragen was deze conferentie een unieke gelegenheid.
‘Islamic’ is niet ‘Islamist’
Het belang van de conferentie bleek al uit de openingszitting. Salim Hoss, voormalig premier van Libanon, was eregenodigde. Dr. Ghassan Issa van de Volksgezondheidsbeweging zat de zitting voor, en bij de sprekers waren o.a. een Mexicaanse journalist van La Jornada, een Indisch parlementslid en de algemene secretaris van de PCL, Dr. Hadadah. Die laatste verhulde niet dat er in het verleden, tijdens de Libanese burgeroorlog, gevechten zijn geweest en doden zijn gevallen tussen communisten en islamitische krachten. “Maar vandaag kunnen we fier zijn op ons gezamenlijk verzet tegen de agressor”, zei Hadadah. “En met een brede Arabische eenheid moeten we ook de VS-bezetter uit Irak kunnen verjagen.”
Tenslotte werd de spreker van Hezbollah aangekondigd. Neen, niet Hassan Nasrallah himself -die blijft om veiligheidsredenen weg uit het grote publiek – maar wel de nummer twee van de beweging, sjeik Naïm Kassem. Bijzonder interessant wat hij te vertellen had: “We moeten ons verenigen tegen de VS- hegemonie, en de verdeling op basis van overtuiging of politieke kleur overstijgen. Het verzet is een legitieme daad van zelfverdediging, en daarbij zijn niet de wapens van doorslaggevend belang, maar de politieke wil. Hezbollah is een islamitische (‘Islamic’, in het Engels) beweging, maar het is ten onrechte dat wij het etiket ‘islamistisch’ (‘Islamist’) krijgen opgekleefd. Sommigen misbruiken de islam en misdragen zich, maar dat zijn geïsoleerde extremisten, zij vertegenwoordigen niet de echte islam. Ik kan alleen maar zeggen: als je onze woorden niet vertrouwt, kijk dan naar onze daden, kijk naar wat onze militanten doen. Wij vechten tegen de onderdrukkers, de overwinning van het verzet is een overwinning van de armen, en dat is heel belangrijk. Ook belangrijk is dat we die overwinning hebben behaald dankzij de breedst mogelijke alliantie in Libanon.”
Deze verklaring behoeft enige uitleg. In de Engelse taal bestaat een groot verschil tussen ‘Islamic’ en ‘Islamist’. Met Islamist wordt de fundamentalistische strekking in de Islam bedoeld. Die wordt vooral door de westerse media naar voor geschoven om ons de idee van een “botsing van beschavingen” door de strot te rammen. Laten we even vergelijken met het christendom. Bush is een christelijke fundamentalist die beweert van God een boodschap te hebben gekregen om te vuur en te zwaard overal ter wereld de vrijheid à la McDonald’s te gaan verspreiden. Aan de andere kant heb je de veel christenen die zich verzetten tegen die oorlogsretoriek en in Latijns-Amerika bijvoorbeeld zelfs de verzetsbewegingen hebben gesteund om de armsten te beschermen tegen de terreur van de VS en hun doodseskaders.
Gelijkaardige verschillen kan je terugvinden bij de Islam. De scheidingslijnen verlopen er niet echt op confessionele basis (soennieten en sjiieten), maar veeleer op basis van de sociale en politieke posities die men inneemt. Een sleutelkwestie daarbij: aanvaardt men de plannen van de VS voor een “Greater Middle East” of niet? Zo vind je veel islamfundamentalisten in landen die gelieerd zijn aan de VS, zoals Saoedi-Arabië. En er is het islamistisch (‘Islamist’) verzet in Irak, zoals dat van Al Qaeda, dat niet de steun van de bevolking geniet. Het is trouwens opmerkelijk dat één van de belangrijkste bondgenoten voor de plannen van de VS in Irak een fundamentalistische figuur is: Al Hakim, de leider van de Badr-brigades die verantwoordelijk worden geacht voor een groot deel van de sektarische moorden. Het Islamitisch (‘Islamic’) Leger in Irak vecht dan weer samen met andere seculiere fracties van het verzet tegen de bezetting.
En zo vind je in Libanon de islamitische beweging Hezbollah, zij aan zij met communisten en sociale activisten in het verzet tegen Israël en de VS. Een vertegenwoordiger van de Libanese CP verwoordde het als volgt: “We verschillen van mening over het soort maatschappijproject dat we voorstaan, maar we werken goed samen als het gaat over de hulp aan de getroffen bevolking, de bescherming van onze soevereiniteit en het tegengaan van de VS-plannen voor de regio.”
Samen in actie
In verschillende workshops werd van gedachten gewisseld over de strategie van het verzet tegen oorlog en bezetting, over de rol van de media, over juridische actie, over de wederopbouw van het land en over de Arabische eenheid.
In de workshop over strategie kwam naar voor dat een ruime invulling van het concept verzet – niet alleen gewapend verzet, maar alle vormen van sociale en politieke actie tegen buitenlandse agressie – kan helpen om in de vredesbeweging de twijfels over steun aan dat verzet te overwinnen. Ook het counteren van de toenemende islamofobie en de inperking van de democratische vrijheden in de westerse wereld is cruciaal. José Reinaldo Carvalho, van de Braziliaanse vredesbeweging Cebrapaz, stelde dat het verzet in het Midden-Oosten veel gemeen heeft met de nieuwe linkse bewegingen in Latijns-Amerika (Venezuela, Bolivia,…), omdat ze tegenover dezelfde tegenstrever staan. De Cubaanse deelnemer zag een heel àndere As van het Kwaad, “een hele korte, van maar 500 meter: de afstand van het Witte Huis tot het hoofdkwartier van het Internationaal Monetair Fonds”.
In de juridische workshop werden de verschillende mogelijkheden onderzocht om Israël te veroordelen voor zijn illegale agressie tegen Libanon. Bijzondere aandacht werd ook besteed aan de juridische argumentatie van het recht op verzet, in Libanon, Palestina en Irak. De workshop werd voorgezeten door Issam Naaman, ex-minister van telecommunicatie en zelf een rechtsspecialist. Een grondige en verhelderende uitleg over de illegaliteit van de invasie en de legitimiteit en legaliteit van verzet tegen agressie volgens het Internationaal recht, werd gegeven door het hoofd van de Rechtsfaculteit van de Libanese Universiteit in Beirut, Hassan Jouni. Het viel op dat de invulling van het begrip internationaal recht anders is naargelang het standpunt dat je inneemt – en dat kwam nogal eens overeen met naargelang je in het noordelijk of zuidelijk halfrond woont. Het Internationaal Strafhof van Den Haag bijvoorbeeld werd heel kritisch benaderd en door sommigen bestempeld als een partijdig instrument dat de belangen van de imperialistische landen verdedigt. Een voorbeeld? De meer dan 250 klachten over de inval in Irak en de schendingen van de mensenrechten, die de hoofdaanklager van het Strafhof, Luis Moreno-Ocampo, allemaal afwees. Verder stond de idee van een volkstribunaal tegen de oorlogsmisdaden van Israël en de VS centraal, gebaseerd op de ervaringen van het Wereldtribunaal over Irak. Op 12 juli, de eerste verjaardag van de Israëlische agressie tegen Libanon, zou er zo’n volkstribunaal komen in Genève.
Andere concrete voorstellen uit deze workshop: internationale actie om Israël uit de Verenigde Naties te sluiten wegens niet-naleving van het VN-Charter, en Israël doen betalen voor de opruim van de clusterbommen in Zuid-Libanon – een eis die werd overgenomen van de petitie van Geneeskunde voor de Derde Wereld.
Tot slot: de slotverklaring
In de discussie over de slotverklaring was er nog enig animo over Irak. Iran, waarmee Hezbollah goede banden heeft, steunt immers de beweging van Moqtada al-Sadr. Die sjiitische beweging, met zijn Mahdi-leger, voerde in het begin van de VS-bezetting van Irak wel kortstondig een verzetsstrijd, maar zit nu met één voet in de regering en de Groene Zone. Dat wordt door het echte Irakese verzet, in al zijn schakeringen, als een halve capitulatie en collaboratie aanzien. De conferentie in Beiroet nam uiteindelijk een duidelijk standpunt in voor steun aan het verzet in Libanon, Palestina en Irak, zonder onderscheid. Een stellingname die op de slotmeeting werd geëchood door de Belgische PS-senator Pierre Galand, die als spreker was uitgenodigd. Hij noemde Israël “een gevaar voor de wereldvrede” en zei dat verzet een fundamenteel recht is, net zoals dat het geval was met het verzet tegen de apartheid in Zuid-Afrika. “De verzetsbewegingen zijn volledig legitiem”, benadrukte Galand.
De conferentie besliste te ijveren voor een betere coördinatie en versterkte banden tussen de verschillende bewegingen en vormen van verzet, in een breed front. De eenheid en nauwere samenwerking tussen de linkse, Arabisch-nationalistische en islamitische krachten is immers de beste garantie om het Amerikaans-zionistisch project in het Midden-Oosten te doen mislukken.
(Uitpers, nr. 82, 8ste jg., januari 2007)
Bert De Belder is coördinator van intal (www.intal.be )
Dirk Adriaensens is lid van het Executive Committee van het BRussells Tribunal (www.brusselstribunal.org).
Dit artikel kan je ook lezen in Vrede, tijdschrift voor Internationale politiek, van Januari/februari 2007 (nr 283)