Er zijn door de kou en ontbering al minstens 60 Indiase boeren omgekomen tijdens hun actie bij New Delhi tegen de nieuwe landbouwwetten. De boeren boeken een eerste voorlopige zege, het Hooggerechtshof vindt dat de wet zonder overleg is tot stad gekomen en dat de regering ernstig met de boeren moet praten. Het zoveelste overleg (het 9e) tussen regering en boeren leverde vrijdag alweer niets op.
Het Hof richtte een comité op om de grieven van de boeren te onderzoeken. “Het is een kwestie van leven en dood”, zei een rechter van het Hooggerechtshof die de opschorting van de wet voorstelde. Verscheidende politici van de oppositie juichten de opschorting toe, maar de boerenleiders merkten honend op dat dit nu niet het moment is om met een comité af te komen. Ze willen er niet aan meewerken, want hun eis is eenvoudig: trek de wetten in. Op 26 januari komt er een grote actiedag met tractoren die naar Delhi zullen optrekken.
“Vrije markt”
De regering van de hindoenationalistische premier Narendra Modi wil niet ingaan op de centrale eis van de boeren, de wetten intrekken. De regering wil duidelijk alleen over bijkomstigheden praten, maar niet raken aan de essentie, namelijk dat ze de markt van landbouwproducten in handen geeft van enkele superrijke bevriende zakenlui.
De crisis rond deze wetten is zowat de ernstigste sinds Modi in 2014 aan de macht kwam. Met die wet worden minimumprijzen voor landbouwproducten afgeschaft om plaats te maken voor een zogenaamde vrije markt. Dan staan tientallen miljoenen boeren weerloos tegenover enkele monopolies die de prijzen zullen bepalen, liefst zo laag mogelijk.
Sinds november hebben reeds een half miljoen boeren, vooral uit Punjab en Haryana, ten westen van Delhi, aan de blokkades op de weg naar de hoofdstad deelgenomen. In die staten is er een enorme solidariteit met de actievoerders.