Op zoek naar sensatie, “want dat doet verkopen” aldus marketeers met een perskaart, besteden sommige media veel aandacht aan zeer extremistische imams die zich voordoen als woordvoerders van hun gemeenschap. “Waar blijven de gematigde moslims, waarom laten die zich niet horen”, luidt het vaak in diezelfde media. Imam Tareq Oubrou van Bordeaux is zo een stem. In een interview met de Franse krant Le Monde (16 oktober 2009) verklaarde hij dat de moslims hun doen en laten “leurs pratiques” moeten aanpassen aan de Franse samenleving. Een verklaring die ruimere aandacht verdient. Vandaar uittreksels (niet uit hun verband gerukt) uit dat interview.
“… De secularisering en de moderniteit hebben de moslims van Frankrijk, zoals ook de andere gelovigen, in een autonomie gedrongen die hen ertoe brengt zonder enig houvast religieuze praktijken te zoeken zonder dat de klassieke instellingen daarin tussenkomen.
In die context stelt men een neiging vast om zich op zichzelf, op de eigen identiteit, terug te plooien. Daar zijn ook sociale oorzaken bij: hoe meer en in de marge leeft, des te meer is men geneigd om een religieus schild op te trekken tegenover de samenleving en de instellingen. Er groeit een nieuwe vorm van vroomheid. Men moet die beweging kanaliseren, het gematigder maken, maar niet trachten om die uit te roeien. Zelfs als het moeilijk is om met die groepen in dialoog te gaan – ze zijn theologisch niet gewapend voor een grondige discussie -, men mag ze zeker niet aanvallen, want dat zou hen verder radicaliseren…”
Op de vraag hoe hij zijn concept wil doen aanvaarden waarbij men tegelijk de islamitische wet en de waarden van de republiek respecteert, en dat bij deze nieuwe groepen wier religieuze bronnen Internet en Saudi-Arabië zijn, antwoordt de imam:
“Ik ga uit van de Franse laïcistische (‘laique’) werkelijkheid die een traditie zwaar op de proef stelt, om zo de moslims een normatief stelsel te bieden dat hun toelaat zowel naar hun islam als hun Frans burgerschap te leven. Alleen de moslims die hun praktijken kunnen matigen en aanpassen aan de werkelijkheid van de Franse samenleving, kunnen spiritueel overleven. Ik heb geen vat op degenen die daarover niet willen nadenken en die besloten hebben zich vijandig op te stellen tegen die samenleving, tegen Frankrijk en zelfs tegen de moslims die ze te “light” vinden.
Wat denkt de imam over de hoofddoek? “Indien ik zou willen provoceren, zou ik aan de vrouwen zeggen: steek uw hoofddoek op zak. Vandaag zeg ik dat dit een impliciete aanbeveling is die strookt met de koranieke ethiek. Een vrouw die geen hoofddoek draagt, overtreedt geen regels. Vandaag is de islamitische gemeenschap fragiel… Het is aberrant een moslimvrouw te herleiden tot haar hoofddoek: dat getuigt van onwetendheid. De hoofddoek is geen cultusobject en nog minder een gewijd symbool. Die visibiliteit is trouwens nefast, want op lange termijn stelt dat spirituele en psychologische problemen aan de vrouwen die willen studeren of werken. Ik heb het recht niet die jonge meisjes te bedriegen. Er is een probleem als ze met het afleggen van de hoofddoek ook het bidden opgeven. Dat gezegd zijnde vind ik dat iedereen zich kleedt zoals hij wil en om de islam te interpreteren zoals hij wil, ook al deel ik die dan niet.
(Uitpers, nr. 114, 11de jg., november 2009)