Marios Matsakis is Europees Parlementslid voor de Republiek Cyprus. Omdat hij geïnteresseerd is in de toetreding van Turkije tot de Europese Unie, werd hij lid van de Gezamenlijke Parlementaire Commissie EP-Turkije. “U weet dat een deel van mijn land bezet is door Turkije. Daarom ben ik zeer sterk geïnteresseerd in de Turkse toetreding”, zegt Matsakis, die werd verkozen op de lijst van de Liberale Partij. Onlangs reisde hij met die delegatie naar Turkije.
Wat gebeurde er in Ankara? Wie ontmoette u, en waarover werd er gepraat?
Vorige week waren we in Ankara. Het was één van onze regelmatige bijeenkomsten in Turkije. Elk jaar is er een vergadering in Ankara en een ontmoeting in Brussel. We ontmoetten de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Gul en nadien waren er gesprekken met verscheidene leden van de Grote Nationale Assemblée (het Turkse parlement), die deelnemen aan de werkzaamheden van c commissie. Het gaat om leden van alle partijen, zowel uit de regering als uit de oppositie.
Op de agenda stond het probleem van de vrije meningsuiting û iets heel belangrijks in het Turkije van vandaag û en van de godsdienstvrijheid en kwesties van milieu en energie. En natuurlijk ook de kwestie van de mensenrechten. Die staan altijd op de agenda, en daarbij komen ook altijd de Koerden en de kwestie-Cyprus ter sprake.
Wat is uw indruk van de debatten? Is er een positieve evolutie betreffende de vrije meningsuiting en de Koerdische kwestie?
Ik geloof dat het gunstig is voor Cyprus en voor het Koerdische volk dat Turkije een succesvolle weg naar de Europese Unie aflegt, omdat Turkije alzo zal trachten te democratiseren. Nu is er gebrek aan democratie in Turkije. Het land schendt op grove wijze de mensenrechten, zowel voor de Turken als voor de andere burgers. En natuurlijk schendt het de mensenrechten van de Koerden zeer grondig. Dat weten we allemaal.
Op dit moment is Turkije een massale militaire operatie aan het organiseren tegen het Koerdische volk in het Zuid-Oosten. Als er geen druk was van de Europese Unie, dan zou Turkije die al lang hebben uitgevoerd. Het is goed voor de Koerden, voor de Cyprioten en voor de Turken zelf dat Turkije op de weg naar toetreding blijft. Een weg naar toetreding is een weg naar democratie voor Turkije.
Er zijn mensen in Turkije die tegen toetreding tot de Europese Unie zijn. Onder meer de islamitische fundamentalisten. Die willen enkel dat Turkije een islamitische republiek wordt, die niets te maken heeft met Europa. En er is natuurlijk het leger. Dat leger is nu de ergste vijand van Turkije. Er bestaat geen ergere vijand dan het Turkse leger. Dat zeg ik tegen u, maar ik zeg het ook in Turkije in de discussies met de parlementsleden en ik zei het ook in het Europees Parlement, omdat ik er sterk van overtuigd ben dat dit het geval is.
Het Turkse leger heeft heel veel macht. Het is bezorgd omdat het beseft dat, als Turkije lid wordt van de Europese Unie, het zijn macht zal verliezen. Het eerste wat je ziet als je naar de Grote Nationale Assemblee gaat is het leger. Het is alom aanwezig op het terrein van het parlement, met pantserwagens, machinegeweren en al de rest.
Het leger controleert het politieke leven in Turkije. De Europese Unie weet dat zeer goed. In alle rapporten van de Europese Unie over Turkije staat dat de generaals naar de kazernes moeten terugkeren. Ik zei dat ze hun politieke leven moeten demilitariseren. Er kan geen democratie zijn zolang de generaals het land leiden. De boodschap is klaar en duidelijk. Dat soort mensen wil niet bij de Europese Unie. Maar er zijn ook harde nationalisten onder de tegenstanders, die zich om andere redenen tegen de Europese Unie verzetten.
Wat de Koerdische kwestie betreft, steunen we natuurlijk alles wat in de richting van de vrije meningsuiting gaat voor iedereen in Turkije en voor de Koerden in het bijzonder. Turkije zegt dat er veranderingen zijn doorgevoerd. Er zijn radio- en tv-stations die het Koerdisch gebruiken. Maar we weten dat het zeer minimaal is. Gewoonweg voor de show. Onze mensen in Turkije zenden rapporten naar de Europese Commissie en naar de Europese Raad. En die rapporten zeggen dat er hervormingen zijn, maar dat het maar om enkele uren per week gaat, dat er ondertitels in het Turks moeten bij staan, dat er andere administratieve zaken zijn. In feite zijn dat geen hervormingen.
Als minister Gul ons ontmoet, zegt hij “Alles is in orde, er is geen probleem”. En wij zeggen: “U bent een leugenaar”. Dat zeg ik ten minste. “U bent een leugenaar. Wij en u weten dat wat u vertelt nonsens is. OK?”. Ik zeg dit recht voor de raap. Sommige van mijn collegaÆs verkiezen meer diplomatieke taal. Ik zeg het rechtuit omdat ik geen politicus ben, ik ben een dokter. Als een patiënt kanker heeft, dan moet ik hem zeggen dat hij kanker heeft en moet behandeld worden.
Ik zeg dit omdat ik een democratisch Turkije wil. Ik wil een Turkije waarin alle inwoners; zowel de Turken als de Koerden, alle mensen, in vrede kunnen leven en welvaart hebben voor zichzelf en voor de komende generatie.
Ik zei aan de Turkse parlementsleden: “Ik beschik over rapporten, over documenten van het Turkse ministerie van Opvoeding, die zeggen dat 9 miljoen Turken ongeletterd zijn. Negen miljoen is bijna de bevolking van Griekenland. Al die mensen kunnen niet lezen noch schrijven. Hoe kunnen jullie me zeggen dat jullie vooruitgang maken op de weg naar Europa? Hoe kunnen jullie zeggen dat jullie om de mensen geven als er negen miljoen analfabeten zijn?” Ik heb rapporten van de Wereldgezondheidsorganisatie die aantonen dat Turkije een van de hoogste kindersterftes kent.
Daarom zei ik hen: “Kijk, Turkije heeft het vierde grootste leger ter wereld. Jullie spenderen miljarden aan het leger. De verkozen vertegenwoordigers van het volk hebben in Turkije geen controle over de activiteiten van het leger, over het legerbudget. Dit is alleen mogelijk in dictaturen. Het leger heeft zijn eigen budget en controleert het alleen zonder iets te zeggen aan het verkozen parlement en aan de regering van het land. Er moeten dus concrete hervormingen komen, waaronder er voorrang wordt gegeven aan de bouw van scholen boven die van kazernes. Je moet eraan beginnen denken geneesmiddelen voor de kinderen te kopen in plaats van kogels voor de generaals, waarmee ze kunnen spelen en mensen doden.”
Zijn jullie in de gezamenlijke delegatie van het Europees Parlement allemaal dezelfde mening toegedaan? Sommigen zeggen dat Turkije betekenisvolle hervormingen heeft doorgevoerd, maar u zegt dat het geen echte hervormingen zijn? Joost Lagendijk vraagt aan de Koerden een einde te maken aan elk geweld. Wat denkt u daarover?
Ik ben tegen geweld tegen onschuldige burgers. Geweld tegen onschuldige burgers wordt door iedereen veroordeeld, van waar het ook komt. Maar we moeten er ons niettemin van bewust zijn dat de strijd van het Koerdische volk voortkomt uit zijn de noodzaak om te overleven en zichzelf te beschermen. Het is een verdedigingsstrijd, een strijd om te overleven, om hun families en waarden te verdedigen. En dat begrijp ik omdat mijn land een aantal jaren geleden dezelfde strijd voerde tegen de Britten. En mijn land verdedigt zich nu tegen de Turkse invasie van Cyprus.
We moeten dus begrijpen dat er ook gevechten en strijd voor de vrijheid zijn en we moeten begrijpen dat er in heel wat gevallen, zowel in Turkije als in andere landen, er staatsterrorisme bestaat. Dit staatsterrorisme is veel erger dan elke vorm van geweld, die door gewapende groepen wordt gebruikt. We hebben dit gezien toen duizenden Koerdische dorpen werden vernield. We hebben dat gezien toen dorpelingen gedwongen werden hun huizen en dorpen te verlaten. Duizenden Koerden zijn nog altijd verplaatst. We hebben het gezien bij de oprichting van de dorpswachters door de Turkse regering, we hebben het gezien bij de recente gebeurtenissen in het Zuid-Oosten in Semdinli, in Hakkari. We weten hoe het Turkse leger opereert.
Er zijn gevallen geweest waarin onschuldige burgers gewond of gedood werden. Ik kan dat niet goedkeuren, of het nu het werk is van Koerdische strijders of van het Turkse leger. Meer nog, ik moet zeggen dat sommige van die incidenten in het Zuid-Oosten het werk zijn van het leger, zonder dat de Turkse regering daar enige controle op heeft. Ik ben er zeker van dat in de meeste gevallen dit te wijten is aan Turkse generaals, die zich niets aantrekken van de regering. De Turkse regering vond zichzelf verplicht excuses te vinden voor het optreden van het Turkse leger.
Eind maart waren er grote betogingen in Koerdische steden. Sprak u daarover in Ankara. En wat is uw analyse van deze massademonstraties?
In heel Europa zijn er massale betogingen. Demonstraties zijn een teken van democratie, een teken dat de mensen een opinie willen uitdrukken, dat ze laten weten dat ze bestaan, dat ze een opinie hebben. Dit is wat ik denk over de betogingen van de Koerden. Ik juich die demonstraties toe. Maar een deel van onze Turkse tegenspelers verzet zich tegen elk democratisch proces. Ze zullen daar altijd tegen zijn. Ze zijn eraan gewoon in een totalitair regime te leven, waarin het leger en de elite de beslissingen nemen, waaraan iedereen moet gehoorzamen. Maar zo werkt de democratie niet.
Recent waren er massale betogingen in Frankrijk. Dat is een teken van democratie. Er waren massale demonstraties hier in Brussel, in het hart van Europa, toen het Europese Parlement discussieerde over de liberalisering van de havens. Sommige ervan draaiden een beetje op geweld uit, maar zo werkt de democratie. Ik heb daar geen probleem mee.
Ik hoop dat de demonstraties in Turkije massaal zullen zijn en de regering de boodschap zullen overbrengen dat de regering de wensen van het volk moet volgen en moet voortgaan met massale hervormingen.
Ik hoop dat de Turkse regering wijs genoeg zal zijn om toe te staan dat deze demonstraties in volle vrijheid kunnen doorgaan, dat ze geen confrontatie met pantserwagens en geweren zal zoeken en zal trachten te tonen dat de mensen in Turkije vreedzaam en vrij kunnen demonstreren.
Sommigen zeggen dat u een provocateur bent. Wat hebt u gedaan in Ankara om door de Turkse pers als een provocateur te worden uitgemaakt?
Ik veroorzaakte een provocatie in de manier van denken. Ik provoceer mensen tot denken. Ik provoceer mensen opdat ze vragen zouden beginnen stellen over wat er gebeurt. Hebben we democratie of niet? Is het gerechtvaardigd dat Turkije Cyprus bezet? Het is verkeerd. Waarom 50.000 soldaten in Cyprus houden? Een zeer klein eiland, dat lid is van de Europese Unie. Er bestaat geen gevaar voor de Turks-Cyprioten. Er is absoluut geen behoefte aan om soldaten op Cyprus te houden. Waarom zoveel geld uitgeven voor 50.000 Turkse soldaten op Cyprus? Waarom moet Turkije zoÆn groot leger hebben? Wie is de vijand van Turkije? Gaan ze vechten tegen Rusland of tegen Europa? Waarom spenderen ze zovele miljarden dollar aan vliegtuigen, onderzeeërs, militaire vaartuigen? Waarom bouwen ze geen hospitalen of scholen voor de kinderen.
Stelde u deze vragen?
Dat is wat ik hen zeg. Ze antwoorden dat ik een provocateur ben. Dat is het antwoord van de Turken die tegen mij zijn. Ik provoceer mensen en de Turkse regering met het oog op verandering en omdat ze zich vragen zouden stellen om veranderingen ten goede in Turkije door te voeren. Ik wil dat Turkije een vreedzaam en democratisch land wordt.
Ik denk dat de eerste minister van Cyprus onlangs een ontmoeting had met Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Wil u dat de VN een vredesvoorstel doen of geeft u de voorkeur aan de Europese Unie om dat te doen?
De kwestie-Cyprus staat altijd op de agenda van de gezamenlijke parlementaire bijeenkomsten van de EU, omdat het één van belangrijke knelpunten is en bepalend zal zijn voor de vraag of Turkije lid zal worden van de EU of niet. Als Turkije het probleem-Cyprus niet oplost, dan kan het geen lid worden. Dit jaar moeten ze voortgang maken met bepaalde zaken betreffende Cyprus. Doen ze dat niet dan zullen de onderhandelingen worden onderbreken. En dat weten ze.
Het plan van Kofi Annan is niet eerlijk en niet uitvoerbaar. Het kan nooit werken. We willen een plan dat kan werken. Het plan van Annan is vooral een ontwerp van de Britten, van lord Haney. Zijn eerste bekommernis was niet het belang van de Turkse of Griekse Cyprioten. Zijn eerste bekommernis was het belang van Groot-Britttannië. Onder het plan van Annan zou Groot-Brittannië het enige land zijn dat van een oplossing zou profiteren omdat het plan de aanwezigheid van Britse basissen op Cyprus en de aanwezigheid van het Britse leger op Cyprus veilig stelt. Er zijn Britse basissen op Cyprus. Cyprus is deels bezet door Groot-Brittannië. Het plan zou haar macht nog uitbreiden. Het zou Groot-Brittannië bevoegdheid geven over de zee tussen Cyprus en Egypte. Mocht er wat olie gevonden worden in Tibet, dan zou het Groot-Brittannië zijn dat ervan profiteert. Daar ging het plan van Annan voornamelijk over.
Als Turkije geen lid kan worden van de Europese Unie omdat het Cyprus bezet, dan zou Groot-Brittannië de Europese Unie moeten verlaten omdat het ook Cyprus bezet?
Wat er vandaag gebeurt is volslagen onlogisch. Alhoewel Cyprus lid is van de Europese Unie, bevinden de Britse basissen zich buiten de Europese Unie. Er bevinden zich 21 Cypriotische dorpen binnen de Britse basissen. Enkele duizenden Cyprioten leven in de basissen. Een deel van mijn stad, Limassol, staat gedeeltelijk onder Brits bestuur en wordt geregeerd door een militaire gouverneur, die, zonder verkiezingen, wordt benoemd door de koningin van Engeland.
Deze mensen worden verondersteld Europese burgers te zijn, maar in die zones is er geen Europese wet van kracht. Ik werd er al zes keer gearresteerd. Ze erkennen me niet als lid van het Europees Parlement. Daar moet een einde aan komen. Daarom vecht ik niet alleen tegen het Turkse leger, maar ook tegen het Britse leger.
Wat zijn de sleutelmomenten de komende maanden? Gaat u ook het Koerdische gebied bezoeken?
Ik stelde voor dat we naar Diyarbakir zouden gaan. Dat wordt nog overwogen alhoewel de Turkse regering niet wil dat we daar naartoe gaan en ons dat ook duidelijk maakte, maar we proberen. Ze zei dat het niet aan te raden was en wierp een hoop hinderpalen op. Joost Lagendijk gaat er zelf op bezoek gaan en op de volgende zitting in Brussel zal hij ons zijn bevindingen meedelen.
Vroeger al hebben we de burgemeester van Diyarbakir bij ons uitgenodigd. Dat deden we vorige zomer, maar ik sta erop dat we naar ginder aan. De volgende bijeenkomst van de Gezamenlijke Parlementaire Commissie zal in de herfst hier in Brussel plaats hebben. We zullen dan beslissen waar de volgende bijeenkomst in Turkije zal worden gehouden
Belangrijke data voor Turkije zijn de volgende: deze zomer komt er een nieuw rapport over Turkije uit en in die periode zal er veel worden gepraat over Turkije. Er is ook het probleem van het embargo van Turkije tegen vliegtuigen en boten uit Cyprus. Turkije moet dat embargo opheffen tegen het einde van het jaar als het wil doorgaan met de toetredingsonderhandelingen.
Ik wil hier nog uitleg geven over een belangrijke kwestie. Alhoewel Turkije een deel van mijn land bezet en alhoewel ik veel tegen Turkije heb, wil ik nog altijd dat Turkije lid wordt van de Europese Unie omdat ik wil dat Turkije verandert. We kunnen niet vechten tegen Turkije, we willen dat Turkije verandert. In de EU zijn er velen die om diverse redenen niet van Turkije willen weten. Sommige redenen zijn gegrond, andere niet. Ik wil niet dat ze Cyprus of de Koerdische kwestie gebruiken als een excuus omdat ze hun eigen redenen hebben om Turkije af te houden. Sommige redenen zijn racistisch en xenofoob. We moeten de vijanden van de Turkse toetreding geen excuus geven. We moeten dus proberen de Turkse regering ervan te overtuigen dat ze bereidheid tot verandering aan de dag moet leggen. Op die manier is er geen excuus om de toetredingsonderhandelingen stop te zetten.
Het is mijn bedoeling [eerste minister] Erdogan te schrijven om hem deze dingen uit te leggen, dat hij de vijanden van Turkije niet de gelegenheid moet geven om de toetreding van Turkije tot de EU een halt toe te roepen.
(Uitpers, nr. 76, 7de jg, juni 2006)