Charlie Hebdo, een obscuur tijdschrift, is plotseling wereldwijd bekend geworden. Op woensdag 7 januari werden bij een door twee gemaskerde mannen gepleegde aanslag in het kantoor van Charlie Hebdo, 12 mensen gedood, waaronder 10 journalisten en twee politiemannen. De aanslag vond plaats tijdens een redactievergadering.
Die schanddaad ontlokte een stroom van reacties vanaf koning Willem Alexander tot allerhande politici, waarbij racisten zoals Wilders oorlogstaal uitsloegen, social media, noem maar op. En natuurlijk sloeg ook de commercie er een slaatje uit. Een ware ”Charlie Hausse” ontstond en miljoenen [in Europa] riepen massaal ”Ik ben Charlie”. Cartoonisten publiceerden een scala minder frisse en ronduit onfrisse cartoons en er werden spontane demonstraties gehouden.
Dit allemaal als prelude tot de grote, massale georganiseerde, massale demonstraties in Amsterdam, Gelderland, Parijs en andere Europese steden, waarmee, opnieuw, allerhande politici goede sier gingen maken. Maar er waren ook andere geluiden te horen: zo boycotte de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken Mezouar de Mars in Parijs, omdat er cartoons van de Profeet Mohammed zouden worden meegedragen. Ook bleek uit een onderzoek in Frankrijk van de Journal du Dimanche, dat 42 procent van de ondervraagden de Mohammed cartoons onacceptabel vond.
Natuurlijk is de schok van het doodschieten van journalisten tijdens een redactievergadering groot en niet te rechtvaardigen. Ook begrijpelijk, dat mensen daarover hun solidariteit willen betuigen. Maar er is verschil tussen verontwaardiging van de barbaarsheid van een daad en het zich solidair verklaren met een tijdschrift. Want het roepen ”Je suis Charlie” houdt in, je vereenzelvigen met het blad als zodanig. En daar schuilt nu juist de crux. Wie en wat is die Charlie Hebdo en verdienen ze wel solidariteit?
Islamofoob en racistisch
Het blad Charlie Hebdo wortelt in een voorgeschiedenis van links-satirische bladen, maar dat engagement hebben ze allang achter zich gelaten. Van belang is, waar zij zich de laatste jaren vooral op hebben gericht. En dat is weinig fraai te noemen.
In de eerste plaats hebben zij meegelift op de anti-islamhetze, door te pas en te onpas voor moslims beledigende cartoons te plaatsen. Vooral hun plaatsing van de Mohammed cartoons is berucht. Naast het stigmatiserende en beledigende karakter van de Islam en daardoor voor moslims, worden de door Charlie Hebdo aangeduide moslims afgebeeld met nare stereotypen als grote neuzen etc. Dat is discriminerend.
Ook in hun keuze, er als de kippen bij te zijn om de Deense Mohammed cartoons te publiceren, waarbij onder andere een cartoon, waarbij de Profeet Mohammed stond afgebeeld met een bom in zijn tulband. Niet alleen beledigend tegenover de Profeet Mohammed en dus de Islam, maar ook discriminerend, suggererend, dat alle moslims terroristen zijn. Naast denigrerend en discriminerend, nog laf ook in een tijd van toenemende anti Islamhetze.
Maar dat is nog niet alles. Charlie Hebdo is naast islamofoob ook racistisch. Zo beeldde het de zwarte Franse minister van Justitie af als aap en beeldde door Boko Haram ontvoerde meisjes af met de gebruikelijke stereotypen voor zwarte mensen, dikke lippen, vampiertanden, dikke neuzen, rollende ogen en rare grimassen.
Dat is geen ”vrijheid van meningsuiting”, maar islamofobie en grof racisme. Vrijheid van meningsuiting betekent immers niet, dat dan maar de vrijheden van anderen worden beperkt.
Mars der politici, mars van hypocrisie
Een belachelijk verschijnsel was de aanwezigheid van een aantal ”wereldleiders” op de notoire ”Mars door Parijs” waarbij solidariteit met Charlie Hebdo werd vertoond. Want niet alleen kan ik de het racistische en islamofobe rommel van Charlie Hebdo niet associëren met ”vrijheid van meningsuiting”, velen van die politici, die daarvan zo hoog opgeven, passen die vrijheid van meningsuiting bepaald niet toe.
Voorbeelden:
De Franse president Hollande, die zo hoog opgeeft over de vrijheid van meningsuiting, is wel heel selectief. Want deze zogenaamde kampioen van de vrijheid van meningsuiting is een warm aanhanger van het Franse Boerka-verbod, dat onder zijn bewind tot stand is gekomen. Ook de vrijheid van meningsuiting van pro-Palestijnse demonstranten is kennelijk voor Hollande van niet of weinig betekenis.
De Britse premier Cameron, ook zo’n free speech champion, maar niet als het om moslims gaat. Er wordt nu door de overheid van leerkrachten en begeleiders gevraagd, peuters te bespioneren, want wie weet worden het wel terroristen.
Oorlogsmisdadiger de Israëlische premier Netanyahu was ook aanwezig, die nog steeds de bezette Palestijnse gebieden onderdrukt, waar vrijheid van meningsuiting nul komma nul is.
De Turkse minister Davutaglu verdedigde ook de ”vrijheid van meningsuiting”. Niets van gemerkt tijdens de onderdrukking en intimidatie van demonstranten in het Gezi park in 2013. En dan heb ik de Koerden nog niet genoemd, die hun eigen taal niet mogen spreken en hun eigen cultuur uitoefenen.
Een ander ”fraai” voorbeeld is de Spaanse premier Rajoy, onder wiens regering het demonstratierecht ernstig aan banden is gelegd.
Ondertussen is er in de islamitische wereld heel anders gereageerd op Charlie Hebdo, juist door demonstraties tegen die Mohammed cartoons. Terecht, vind ik. In ieder geval is het vrijheid van meningsuiting, al vraag ik mij af, of een dergelijke demonstratie in het Westen zou zijn toegestaan, gezien de dubbele standaard, die vaak wordt aangelegd. Hetzelfde Frankrijk, dat nu zo hoog opgeeft van de ”vrijheid van meningsuiting” heeft immers in 2012 een demonstratie tegen de anti-Islamfilm ”Innocence of muslims” verboden.
Door op de ingeslagen weg
Na zo’n heftige aanslag zou je toch denken, dat de redactie van Charlie Hebdo aan zelfreflexie zou doen, discussie over strategieën, heroverweging van ingenomen standpunten of enige vorm van bespiegeling. Niets van dat alles. Een van de eerste reacties was, gewoon de gewraakte Mohammed cartoons herplaatsen. Niet vreemd, dat dat in de Islamitische wereld als provocatie wordt beschouwd.
Door de enorm gestegen belangstelling [in het Westen] komt Charlie Hebdo met een oplage van miljoenen. Duizenden mensen hebben een abonnement aangevraagd, terwijl dat in de regel maar 300 per jaar zijn. Er zijn al drie miljoen Charlie Hebdo’s in Frankrijk verkocht, er worden nog twee miljoen bijgedrukt. Een ware Charlie-hysterie dus.
Belaging moslims
Een voorspelbaar en gevaarlijk gevolg van die aanslag is de belaging van moslims en de brandstichtingen en andere vernielingen van moskeeën, wat iedere keer komt opduiken, wanneer enkelingen wandaden plegen, net zoals na de moord op Theo van Gogh in 2004. In Frankrijk was het zeer heftig: er hebben op het moment van schrijven meer dan 100 acties tegen moslims en de Islam plaatsgehad, in een geval met de dood tot gevolg. Ook in Nederland vond belaging plaats: in een geval werden twee moslima’s op het Centraal Station in Amsterdam door hun belager met een blikje bier overgoten. Held was hier een onbekende Surinaamse man, die tussen hen en de belager in ging staan om erger te voorkomen.
Een andere held wil ik nog noemen: de 24 jarige Malinees Lassana Bathily. Hij was vorige week in de Hyper Chacher toen Amedy Coulibaly een kosjere supermarkt bestormde en vier mensen doodde. Lassana Bathily verborg zes mensen in de koelcel in de kelder van het gebouw, doofde de lichten, zette de koelinstallatie uit en sloot de deur. Zelf ontsnapte Bathily via een goederenlift en waarschuwde hij de politie, die hij kon vertellen wat er in de supermarkt gebeurde. Zijn informatie was van groot belang voor de politie bij de inval van de winkel, waarbij Coulibaly werd gedood.
Volgens Bathily hielp hij zijn “broeders”, zo zei hij in een interview met het Franse BFM TV: ”Ik hielp Joden. Wij zijn
allemaal broeders. Het is geen kwestie van Joden, christenen en moslims, we zitten allemaal in het zelfde schuitje.”
Naar aanleiding van zijn dapperheid werd vorige week een petitie gestart om hem de Franse nationaliteit te geven. De actie verzamelde al snel 300.000 handtekeningen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken noemt de “dappere acties” van Bathily reden om zijn naturalisatie versneld te laten verlopen. Op 20 januari volgde een officiële ceremonie.
Bathily is moslim. Dit vermeld ik met nadruk richting diegenen, die in hun moslimhaat alle moslims over een kam scheren.
Antiterreurmaatregelen aangescherpt
Zoals wel te verwachten was en waarvoor onlangs is gewaarschuwd door de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging EFF, hebben de Europese politici de aanslag op Charlie Hebdo aangegrepen om nieuwe, verscherpte, anti terreurmaatregelen aan te kondigen. Tijdens een bijeenkomst in Parijs op 11 januari hebben elf Europese ministers van Buitenlandse Zaken zich uitgesproken voor nieuwe anti terreurmaatregelen.
In een gezamenlijke verklaring, die onder andere door [de Nederlandse] minister Opstelten van Veiligheid en Justitie werd ondertekend, maken de ministers zich met name zorgen over het gebruik van Internet om haat en geweld te verspreiden. Het zou dan gaan om ”haatzaaiend materiaal”, wat in de praktijk neerkomt het viseren van moslims en linkse activisten, die kritisch staan tegenover de Westerse imperialistische politiek respectievelijk het kapitalisme. Verdere inperking van de [echte] vrijheid van meningsuiting.
Meer van de terreurhysterie, die er toch al is. Om een indruk te geven van de huidige terreurhysterie in Europa, geïntensiveerd door de Charlie Hebdo-aanslag, een verslag van Dyab Abou Jahjah, politiek activist en voormalig leider van de Arabisch-Europese Liga (AEL) over zijn aanhouding voor zijn huis, zonder enige aanleiding [er werden geweren op hem en een vriend gericht], ”omdat hij er verdacht uitzag”. Dyab Abou Jahjah is Libanees, dus valt in de doelgroep ”etnisch profileren” met een ”terroristisch” sausje.
Epiloog
Vrijheid van meningsuiting. Dat is sinds 11 september 2001 de kapstok, waaraan, maar al te vaak, uitingen van racisme, populisme en islamofobie worden opgehangen. Bekritisering en blootlegging van dat racisme, die islamofobie en daarmee samenhangend de westerse militaire interventies in het Midden-Oosten, wordt maar al te vaak gezien als ”extremisme”. Bij de dood van Piet Fortuyn en Theo van Gogh ging het [en daarmee bedoel ik hun gedachtegoed, moorden blijven onverdedigbaar] ineens om ”vrijheid van meningsuiting”, terwijl de eerste een racist en islamofoob was en de tweede een islamofoob en antisemiet.
Het is niet anders bij Charlie Hebdo. Charlie Hebdo is een islamofoob en racistisch schotschrift, dat al jaren bezig is met bewuste provocatie onder het mom van ”satire”. Ook na deze aanslag lijkt men voort te gaan op de ingeslagen weg. Een van de eerste reacties is niet zelfreflectie, de zaken op een rijtje zetten, neen, direct weer plaatsen van die zelfde cartoons. Niet vreemd, dat de Islamitische wereld dat als provocatie ziet. Het racistische karakter is ook maar al te duidelijk. Want het afbeelden van een zwarte vrouw als aap kan maar op een manier uitgelegd worden. Grof racisme.
Ter verdediging van Charlie Hebdo komen sommigen met het argument, dat het blad ook progressieve cartoons gepubliceerd heeft. Dat mag waar zijn, maar overeind blijft het racistische en islamofobe karakter van het blad en dat maakt het blad tot een schotschrift, het lezen en kopen niet waard. In deze tijden van toenemend racisme en anti Islamhetze levert Charlie Hebdo maar één bijdrage: het verder zaaien van haat en provocatie.
Alle reden dus om de aanslag te veroordelen en een krachtig nee te laten horen tegen de solidariteit met Charlie Hebdo.
Je ne suis pas Charlie.
I am not Charlie.
Ik ben Charlie niet
Voor de volledige tekst met voetnoten zie: http://www.astridessed.nl/je-ne-suis-pas-charlieje-condamne-les-liquidationsgeen-solidariteit-met-racistisch-en-islamofoob-charlie-hebdo/