INTERNATIONALE POLITIEK

Ignacio Ramonet: Globalisering en chaos

In zijn boek Géopolitique du chaos, waarvan zopas een Nederlandse vertaling is verschenen onder de titel Globalisering en chaos*, schotelt Ignacio Ramonet ons op een uiterst scherpzinnige wijze een behoorlijk sombere analyse voor van de huidige mondiale chaos. Ramonet wijst op de nood aan dissidente en kritische burgers die durven op te boksen tegen de neoliberale consensus, die iedere kritiek als naïef en irrationeel afdoet. In die zin is het boek van Ramonet een lichtpunt in de duisternis. Het wordt her en der op gejuich onthaald (1) en door sommigen zelfs op gelijke voet gesteld met het Communistisch Manifest. Andere recensenten (2) daarentegen wijzen op het gevaar dat Ramonet’s analyse wel eens zou kunnen vervallen in een ceremoniële kritiek op de neoliberale consensus en de verpletterende macht van de markt, waarbij ambitieuze blauwdrukken van het Andere meer dan ooit onvoorstelbaar zijn, alsof alle wegen die wegleiden uit het neoliberalisme bij voorbaat het pleit zullen verliezen… Hoe dan ook blijft het boek een must voor iedereen die aan de hand van een gefundeerde analyse de huidige complexiteit van de wereld beter wil doorgronden én zich wil verzetten…

Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van het oerdegelijke analysemaandblad Le Monde Diplomatique (www.monde-diplomatique.fr) dat in verschillende talen verschijnt en een groot aanzien geniet in progressieve kringen, is o.a. professor ‘Theory of Communication’ aan de Denis-Diderot universiteit in Parijs en auteur van tal van boeken (Le Chewing-gum des yeux (1981), La Communication victime des marchands (1989), Como nos venden la moto (1995), Géopolitique du chaos (1997)). Bovendien is Ramonet ook medeoprichter van de internationale beweging ATTAC, die opkomt voor de invoering van de zgn. Tobin-taks op de speculatieve geldbewegingen. Daar waar de traditionele journalistiek reeds lang de handdoek in de ring heeft geworpen, poogt Le Monde Diplomatique onder impuls van een brede waaier van journalisten, filosofen, sociologen, schrijvers en activisten de door het neoliberalisme opgedrongen pensée unique te doorbreken.

Op de vooravond van het nieuwe millennium bevinden we ons, aldus Ramonet, in een wereld die volop verwikkeld zit in een metamorfose van een samenleving die gebaseerd was op verticale, autoritaire machtsuitingen naar een geglobaliseerde samenleving die een kluwen is van eerder horizontale, sterk verweven complexe machtsstructuren. Daar waar sommigen enkele jaren geleden nog de naïeve droom van een Nieuwe Wereldorde onder de militaire en economische leiding van de VS koesterden, zien we onze beschaving, die zich doelloos laat meedrijven op de golven van het neoliberalisme, in het postcommunistisch tijdperk meer en meer afglijden in het moeras van de wanorde. Stilaan evolueren we naar een nieuw, neoliberaal quasi-godsdienstig totalitarisme waar twee nieuwe paradigma’s overheersen, het paradigma van de Communicatie enerzijds en dat van de Markt anderzijds.

Zij nemen volgens Ramonet de taak over van de Vooruitgang en de Machine zodat er uitsluitend nog plaats rest voor een wereldorde waar het economisch en sociaal darwinisme welig tiert. Zo kan men vaststellen dat sociale, politieke en in mindere mate ecologische verworvenheden, die voortvloeiden uit de vooruitgangsidee, verder afbrokkelen en dat het begrip democratie door het verdwijnen van het contrat social steeds verder wordt uitgehold. Ramonet gebruikt de Machine en in het bijzonder het Horloge als een metafoor voor een samenleving waarin ieder individu zijn bijdrage levert tot het functioneren van dat Horloge. De recente overgang van de Machine naar het paradigma van de Markt – een Markt die dodelijk efficiënt is, maar over hart noch hersenen beschikt – is uitgemond in een dominant wereldsysteem dat Ramonet de naam PPOI heeft meegegeven. Het betreft een systeem waarin alle activiteiten ondergeschikt worden aan de vier geboden van de Markt: Permanent, Planetair, Onmiddellijk en Immaterieel.

In deze (post?)moderne maatschappij, die niet meer de van oudsher gekende doorzichtige en antagonistische klassenmaatschappij is – aldus Ramonet – wordt de Politiek een nieuwe, repressieve rol toebedeeld waarbij “de economie regeert en de regering managet”. Op die manier dreigt de kloof tussen de onmacht van de Politiek en de almacht van Markt steeds verder uitgediept te worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Blair en Schröder, trouwe pleitbezorgers van de Derde Weg, openlijk verkondigen dat “de staat niet moet roeien, maar sturen”(3). Het is in die context dat de overgang van democratische naar ondemocratische instellingen zoals de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds (IMF) of de Wereldhandelsorganisatie (WHO), die aan niemand rekenschap dienen af te leggen, leidt tot de opkomst van nieuwe wereldleiders die niet langer in de Politiek terug te vinden zijn. Ramonet wijst erop dat die nieuwe heersers op het wereldtoneel deel uit maken van de megalomane privé- en pensioenfondsen, die dankzij de allernieuwste technologieën met één druk op de knop een land in een financiële crisis kunnen onderdompelen.

Het gevolg van deze evolutie is het ontstaan van het zgn. Archipel-model, waarbij er steeds meer eilandjes van armen in de economisch welvarende triade (Noord-Amerika, West-Europa en Zuid-Oost Azië) en steeds vollere eilandjes van rijken in het Zuiden waar te nemen zijn. Het is binnen deze context dat de vlucht in de irrationaliteit, die een afwijzing inhoudt van een technisch-wetenschappelijke benadering die geen soelaas meer biedt voor de angsten en teleurstellingen veroorzaakt door het neoliberalisme, dient gesitueerd te worden. Enerzijds grijpen veel mensen terug naar tot op zekere hoogte ongevaarlijke voortvloeisels zoals fundamentalistisch geloof, esoterie, New-Age bewegingen en sekten. Anderzijds komen extreem-rechtse ideeën, gevoed door onwetendheid en angst, als politiek winnaar uit de bus. Zo komen we volgens Ramonet terecht bij het nationalistisch geïnspireerde afscheuringsprincipe dat, in tegenstelling tot de economische samensmeltingen tot ‘bloeiende’ handelsunies (EU, NAFTA…), tot een parallelle en schijnbaar tegenovergestelde ontwikkeling lijkt te leiden: een wereld die steeds onoverzichtelijker en explosiever wordt, waar culturen en gemeenschappen zich wensen op te splitsen in steeds kleinere entiteiten en politieke soevereiniteit opeisen in naam van irrationele ideeën zoals bloed en bodem.

Maakt dit alles van Ramonet een postmoderne fatalist? Helemaal niet, wel is hij zich ten volle bewust van de enorme moeilijkheden in de strijd voor een progressief alternatief. Zo gaat Ramonet in het sublieme hoofdstuk ‘De agonie van de cultuur’ fel te keer tegen het Westerse éénzijdige en blinde vertrouwen in de Rede (“het failliet van de Verlichting”), waarmee hij zich in de voetsporen begeeft van Theodor Adorno en Max Horkheimer, die reeds in 1947 in hun magistrale Dialectiek van de Verlichting onderkenden dat “de Verlichting niet verlicht genoeg was”. Om die reden, volgens Ramonet althans, kan dat nieuwe alternatief niet meer uitgedrukt worden in termen van het ‘traditionele socialisme’ (eigen benadrukking) – dat zich schuldig maakt(e) aan dezelfde fouten als het neoliberalisme nu: “het op een naïeve manier pretenderen wetenschappelijk te zijn”, “het op een bijbelse manier verwijzen naar een stralende toekomst” en tenslotte “het zich niet aantrekken van de eigen mislukkingen”. Schijnbaar in tegenstelling tot activisten zoals Noam Chomsky – die veeleer vertrouwen op massastrijd van onderuit – vestigt Ramonet daarom zijn hoop (éénzijdig?) op dissidente intellectuelen en kunstenaars, hoewel ook hij onmiddellijk waarschuwt voor het potentiële gevaar dat zij zich laten prostitueren door de Macht. Ondergetekenden zijn ervan overtuigd dat de visie van Ramonet en die van Chomsky elkaar niet hoeven uit te sluiten: “De weg naar een betere wereld is nooit eenvoudig geweest – maar ook nooit onmogelijk…”, aldus Chomsky.

(1)Ludo Abicht, De Morgen (De Bijsluiter), september 1999
(2)Frank Albers, NWT, oktober 1999
(3)Anthony Giddens, De Morgen, oktober 1999
(4)Gie Goris, in gesprek met Noam CHOMSKY, Wereldwijd, Media-Special, 1998

* Ignacio Ramonet (vertaald door Sophie van de Wouw), Globalisering en chaos, Houtekiet, Antwerpen, 160 p., 690 frank.

Laatste bijdrages

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Assad is geschiedenis

Het ene weekend Aleppo binnengewandeld, het weekend daarop Damascus ingenomen. Het regime van de familie Assad is na een halve eeuw in één week tijd opgedoekt. Bijna zonder slag…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×