Op 8 en 9 april hield de Ierse nationalistische partij Sinn Fein haar jaarlijks congres (Ard Feish) in Dublin in een niet bepaald gemakkelijke periode voor de leiding van de Ierse Republikeinen. Sinds 1993 is de strategie erop gericht de politiek van de wapens te vervangen door de wapens van de politiek. Dat leidde tot een permanent staakt-het-vuren van het Iers Republikeins Leger (IRA) in Noord-Ierland en tot de ondertekening van de “Goede Vrijdag”-akkoorden met Britten en met de Noord-Ierse protestantse meerderheid in april 1998.
Het akkoord voorzag in de oprichting van een verkozen parlement in de zes provincies van Noord-Ierland. De Unionistische partijen, die Ulster in het Verenigd Koninkrijk willen houden en hereniging met Ierland afwijzen, zijn erin geslaagd de oprichting van dat parlement eerst te vertragen tot in december 1999 en het dan op te heffen in februari 2000, acht weken later. Het voorwendsel was de ontwapening van het IRA, maar dat verhulde slechts de ware reden: de Unionisten ergeren zich mateloos aan een echte opdeling van de macht binnen de Noord-Ierse regering, dat wil zeggen met twee Sinn Fein-ministers op sleutelposten zoals onderwijs en gezondheid. Het ongenoegen steeg binnen Unionistische kringen en David Trimble koos voor de opheffing van de verkozen instellingen, eerder dan in de minderheid te geraken binnen zijn eigen partij.
Gerry Adams begon zijn speech op het congres met de volgende woorden: “Als we vandaag aan de Ierse nationalisten en republikeinen zouden vragen hoe het staat met het vredesakkoord, antwoordt de overgrote meerderheid: het is dood.” Adams beschouwt de beslissing van de Britse regering om terug te keren naar de “Direct Rule” (direct bestuur vanuit Londen) een enorme vergissing. Hij plaatst de bal in het kamp van Tony Blair en verwijt hem eens te meer geplooid te zijn voor de chantage van de Unionisten, zoals zijn conservatieve voorgangers. Jaren van inspanningen en toegevingen gingen teniet in februari en Sinn Fein heeft slechts lijdzaam kunnen toezien hoe de Unionisten meester blijven van het spel.
De verschillende moties die op het congres gestemd werden brachten weinig verschilpunten aan het licht, behalve op enkele punten: de Royal Ulster Constabulary (RUC, of de politie van Noord-Ierland). In de katholieke wijken is de ontmanteling van de als partijdig beschouwde RUC altijd een sterke eis geweest. Maar een motie in die zin werd verworpen omdat de leiding van Sinn Fein een compromis zoekt rond het rapport van (huidig EU-commissaris en voormalig gouverneur van Hongkong) Chris Patten, die voorziet in de hervorming van de RUC, wat de Unionisten de haren ten berge doet rijzen. Een andere motie vroeg de herinvoering van het woord “socialistisch” in het platform van de partij. Die term is verdwenen sinds de ondertekening van de Goede-Vrijdagakkoorden.
Een ander discussiepunt vormde de kwestie van de intrede van Sinn Fein in een regeringscoalitie met Fianna Fail, een rechts-nationalistische partij aan de macht in de Ierse Republiek. Die kwestie kan zich stellen als Sinn Fein bij de volgende verkiezingen verdere successen boekt. Verschillende moties vroegen zich uit te spreken tegen een dergelijke regeringsdeelname, maar ze werden verworpen en vervangen door moties die een buitengewoon congres vragen op het moment dat die kwestie zich stelt. De leiding van Sinn Fein is niet optimistisch over de heroprichting van het Noord-Iers parlement, maar is zeer optimistisch over haar groeiende invloed in het zuiden (Ierse Republiek) als een partij die een republikeins en progressief alternatief kan aanbieden en een partij die de werkende bevolking verdedigt tegen de “marktideologie”.
Voor het IRA is de oorlog afgelopen, ook al is er geen sprake van ontwapening, om symbolische redenen en ook omdat men een onoverwonnen leger niet kan overtuigen te ontwapenen. Maar het politiek proces dat de gewapende strijd moet vervangen ligt in panne. De Iers-nationalistische bevolking is niet massaal op straat gekomen voor de herinstallering van het Noord-Ierse parlement. De Britse militaire aanwezigheid is nog altijd even massaal in de grensstreken. De bedreigingen en de intimidatie tegen de Ierse bevolking blijven duren. De moord op twee advocaten die nauw aanleunden bij de Republikeinse beweging is nog steeds niet opgeklaard. In deze context begint een debat plaats te grijpen over de perspectieven en de doeleinden van de Republikeinse beweging. Een open en kritisch debat, dat tegenstrijdige stemmen durft laten klinken wat betreft de vredesakkoorden. Nu de wapens zwijgen begint er politieke ruimte te komen.