Met de verkiezingen voor de Stormont, het Noord-Ierse parlement, en de op til zijnde Brexit is de “Ierse kwestie” er ineens weer. Ieren in zowel Noord-Ierland als Eire, de Ierse republiek, krijgen weer hoop dat beide delen van het eiland ooit herenigd worden. In 2021 viert onafhankelijk Ierland zijn honderdste verjaardag, maar het was een onafhankelijkheid met amputatie, zes noordelijke ‘counties’, graafschappen, werden er toen zo uitgesneden dat er binnen dat nieuwe Noord-Ierland, deel van het Verenigd Koninkrijk, een ‘Unionistische meerderheid was (Unionisten: voorstanders van het Britse gezag).
Remain
De keuze voor Brexit was in de eerste plaats een Engelse keuze, Schotten en Noord-Ieren waren tegen. Voor de Schotse nationalisten is dat een goede reden om aan te sturen op een nieuw referendum over onafhankelijkheid. De Schotten hebben geen grens met een EU-lidstaat, Noord-Ierland heeft dat wel. Wat betekent dat met de Brexit de grens tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland een gans andere betekenis krijgt. Na ongeveer twintig jaar pacificatie wordt dit weer een bewaakte staatsgrens tussen het Verenigd Koninkrijk en een lidstaat van de EU.
De Noord-Ieren hadden met een duidelijke meerderheid, 55,8 %, gestemd voor ‘remain’, tegen Brexit. Het betekende dat een deel van de traditionele Unionisten (overwegend protestanten) samen had gestemd met de Ierse Republikeinen, politiek vooral vertegenwoordigd door Sinn Fein en de Social Democratic and Labour Party (SDLP). De Unionistische meerderheid was gebroken.
Sinn Fein
De uitslag van het referendum heeft meegespeeld in de vervroegde verkiezingen van 2 maart voor de Stormont. Voor de allereerste keer steekt het Republikeinse Sinn Fein de grootste Unionistische partij, de Democratic Unionist Party (DUP), naar de kroon: 27 (van de 90) zetels voor Sinn Fein, 28 voor de radicale DUP, een verschil van 1168 stemmen. Met nog 12 zetels voor de SDLP, samen 39 tegenover 40 voor alle Unionisten (DUP en de traditionele UUP) samen.
Sinn Fein is de erfgenaam van de beweging die voor de onafhankelijkheid vocht en van het IRA (Irish Republican Army). Het IRA kwam er uit verzet tegen het akkoord met Londen van 1921 waarbij het eiland werd opgedeeld. Het IRA kwam vooral in het nieuws vanaf de jaren 1970. In Noord-Ierland was er toen een sterke burgerbeweging tegen de discriminatie van de katholieken voor jobs, behuizing, onderwijs. Londen zette naast de volledig door Unionistische (protestantse) ultra’s gecontroleerde politie ook troepen in.
Bloody Sunday
Op 30 januari 1972 schoten Britse militairen in de stad Derry 13 vredig betogende katholieken dood. Na deze ‘Bloody Sunday’ won het IRA, en zijn politieke vertolking Sinn Fein, snel aanhang onder de Noord-Ierse katholieken. Die partij zich ging ook duidelijker links opstellen en werd actiever in het zuiden, in de Republiek, waar ze bij de verkiezingen een jaar geleden met een links programma 23 van de 157 zetels haalde.
In 1998 kwam dan een einde aan een kwarteeuw van geweld door Britse troepen, speciale politie-eenheden, protestantse paramilitaire organisaties, het IRA en kleinere Republikeinse milities. Vooral de jaren onder de Britse premier Margaret Thatcher waren hard geweest, ze liet hongerstaker Bobby Sands en acht anderen ongenadig in haar gevangenissen creperen. Het Goede Vrijdagakkoord van 1998 bracht de grote vijanden samen, Noord-Ierland zou niet meer vanuit Londen worden bestuurd, maar door de erfvijanden samen. De grootste Unionistische partij, aanvankelijk de UUP opgevolgd door de DUP, samen met de grootste Republikeinse, Sinn Fein.
Scheiding
Dat gezamenlijk bestuur werkte min of meer tot vorig jaar. Een omvangrijk schandaal rond energiesubsidies waarbij premier Arlene Foster (DUP) was betrokken, werd Sinn Fein te veel. Dit ‘cash for ash’ gedoopte schandaal (zo werd onder meer in grote lege loodsen volop hout gestookt) kostte de Noord-Ierse schatkist meer dan een half miljard euro. Sinn Fein wou niet verder met Foster en lokte vervroegde verkiezingen uit. Michelle O’Neill, de nieuwe leidster van Sinn Fein (foto), houdt het been stijf: machtsdeling ja, maar niet zolang de rol van Foster in ‘cash for ash’ is opgehelderd.
Het succes van Sinn Fein heeft onder meer te maken met de vrees dat Ierland met de Brexit weer een verdeelder eiland wordt en dat de tegenstellingen daarmee binnen Noord-Ierland scherper worden. Bovendien betaalt de EU een zeer groot deel van de kosten die het akkoord van 1998 meebracht. Er is twijfel dat Londen na de Brexit het ontstane gat zal vullen.
Religies
Er is bij de verkiezingen ook een lang termijn fenomeen: katholieken hebben nog altijd grotere gezinnen dan de anderen, waardoor hun bevolkingsaandeel blijft toenemen. Katholiek heeft hier een ruimere dan religieuze betekenis. Katholieken, dat zijn overwegend autochtone Ieren, protestanten zijn overwegend afstammelingen van Schotse presbyterianen. Het verzet tegen de Engelse kolonisatie was het sterkst in Noord-Ierland, de Engelse koningen wierpen een demografische dam op: al vanaf de 16e eeuw stuurden ze boeren uit Engeland en vooral Schotland naar die regio waar ze in beslag genomen gronden kregen In enkele van de 9 counties van Ulster (zes in Noord-Ierland en drie in de Republiek) kwam daarmee een meerderheid van protestantse loyalisten.
Het was wel een protestant, Theobald Wolfe Tone, die in 1798 samen met katholieken en protestanten aan het hoofd van de United Irishmen de opstand voor een onafhankelijk Ierland leidde. Londen nam het bestuur volledig over en kwam pas kort voor de Eerste Wereldoorlog met plannen voor beperkte autonomie voor het eiland – min de vier graafschappen met loyalistische meerderheid.
De Iers nationalistische Paasopstand van 1916, met onder andere de marxist James Connoly in de leiding, werd bijzonder brutaal onderdrukt. De Ierse nationalisten namen vanaf dan geen vrede meer met autonomie maar wilden een eigen republiek. Londen gaf in 1921 toe, maar versneed Ulster zodanig dat er een stuk met loyalistische meerderheid overbleef: Noord-Ierland, deel van het Verenigd Koninkrijk, industrieel het meest ontwikkelde deel van het eiland.
Dromen
De katholieke minderheid werd in dat Noord-Ierland op alle vlakken gediscrimineerd. De slechtst betaalde en lastigste jobs waren voor de (katholieke) republikeinen. De repressie van de beweging voor burgerrechten verklaart de groeiende aanhang voor het Ierse Republikeinse Leger, IRA, dat in 1921 de verdeling niet had aanvaard.
Nu, bijna een eeuw later, lijkt die droom van één Ierland door de Brexit weer iets dichterbij. In het vredesakkoord van 1998 was voorzien dat Noord-Ieren zowel een Brits als een Iers paspoort kunnen hebben. Er wordt sinds het referendum gretig gebruik van gemaakt, in de hoop dat het blijft duren en dat Noord-Ieren toch een EU-paspoort kunnen hebben. Ook Sinn Fein dat in de Ierse Republiek een nochtans allesbehalve eurofiel profiel heeft, spint nu garen bij de onzekerheid over de gevolgen van Brexit.
Paaps
Die eenheid zou er allicht makkelijker komen moesten de protestanten niet langer vrezen voor een “paaps” Ierland. De invloed van een reactionaire katholieke kerk weegt nog altijd zwaar door in de Republiek die, met Malta en Polen, de zwaarste anti-abortuswetgeving van de EU heeft.
De zaken bewegen wel, de zware misdaden van katholieke priesters en nonnen vreten aan het gezag van die kerk. In mei 2015 stemde 62 % van de Ieren voor het homohuwelijk, wat meteen duidelijk maakte hoe de invloed van de kerk is getaand. Voor de Noord-Ierse protestantse predikers wordt het dan ook moeilijker nog over het “paapse gevaar” te preken.