Rusland en China gaan binnenkort overleg plegen hoe ze het gevaar van “kleurrevoluties” gezamenlijk kunnen aanpakken. Peking heeft de massale revolte in Hongkong nu afgedaan als een “kleurrevolte”, zoals er geweest zijn in Georgië en Oekraïne. Geïnspireerd dus door Westerse, vooral Amerikaanse, kringen. De naam George Soros is nog net niet gevallen. Want het waren toch zijn instituten die de revolte aanbliezen?
Horen we daar de Hongaarse premier Viktor Orban voor wie Soros de grote vijandige samenzweerder is? Of de Russische president Vladimir Poetin die achter de protesten tegen zijn beleid ook buitenlandse krachten ziet. Nee, dit is Peking. Dat heeft de parallel uitgebreid naar de Arabische lentes. Want ook die waren aangestoken en aangewakkerd door buitenlandse belangen…
Complotten
Wie dacht dat er bij de Chinese communistische leiders nog een greintje marxistische opleiding te bespeuren was, moet zijn mening echt herzien. We leren uit de biografie van Xi Jinping dat de grote leider dan ook nooit verwijst naar Marx.
Met die complotvisie op massabewegingen omzeilt men de redenen voor protest. In al die gevallen waren er immers gegronde redenen voor massaprotest. Bij voorbeeld tegen de oligarchische uitbuiting en corruptie in Oekraïne en Georgië, tegen de despoten in de Arabische wereld.
Dat de instellingen van Soros en gelijkaardige instituten die zogenaamd de democratie willen bevorderen, olie op het vuur gieten, ligt voor de hand. Dat westerse politici daarin een kans zien om onbevriende regimes te verzwakken, eveneens.
Maar dat als excuus gebruiken om de redenen voor protest te negeren, is geen goed beleid. Uiteindelijk tellen dan alleen krachtsverhoudingen – met andere woorden, tot repressie. Dat is wat in juni 1989 al gebeurde op Tiananmen toen militairen een eind maakten aan protest dat in de eerste plaats was gericht tegen corruptie en nepotisme.
Overleg
Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat Rusland en China eind deze zomer gaan praten over de pogingen tot het ontketenen van “kleurrevoluties”. Het zal in een eerste fase vooral gaan over het uitwisselen van informatie over individuen en instellingen die deze kleurrevoluties organiseren. Men zal specifiek ook de banden nagaan tussen media, journalisten en overheidsinstellingen die daar mee te maken hebben.