Hoe slecht de huidige situatie ook is voor de Hondurezen, wat daar nu gebeurt is een bewijs te meer dat de VS zijn greep op Latijns-Amerika aan het verliezen is. De terugkeer van ex-president Zelaya naar Honduras is een belangrijke stap vooruit, maar toch blijven er veel vragen.
De massamedia hier besteedden er nauwelijks aandacht aan maar in Honduras zijn een aantal belangrijke dingen gebeurd, die eenieder die ook maar enigszins begaan is met democratie en mensenrechten, nauw aan het hart moeten liggen. Ook wat in Haïti gebeurt is zorgwekkend (zie hierover ook in deze Uitpers)
Onder impuls van de Colombiaanse president Santos en de Venezolaanse president Chavez bereikte de huidige Hondurese president Lobo een politiek akkoord met zijn afgezette voorganger Zelaya. Dat akkoord hield in dat alle aanklachten tegen Zelaya en de leden van zijn regering werden ingetrokken, dat hij vrij naar Honduras kon terugkeren en dat zijn protestbeweging wordt erkend als politieke partij.
Op zaterdag 28 mei verwelkomde de Hondurese bevolking de afgezette president op de luchthaven van de hoofdstad Tegucigalpa (zie hierover dit verslag). Enige dagen later werd Honduras terug aanvaard als lid van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) op één tegenstem van Ecuador na. Daardoor krijgt het land terug toegang tot heel wat fondsen van buitenlandse organisaties.
Een bizarre alliantie
De manier waarop dit akkoord tot stand kwam, heeft menig progressief denkend mens de wenkbrauwen doen fronsen. Niemand minder dan de Venezolaanse president Chavez heeft immers deze deal mee mogelijk gemaakt. Dat is op zich al verrassend. Chavez was immers de eerste én meest uitgesproken vijand van het coupregime in Honduras. Hij nam ook het initiatief om Honduras uit de OAS te stoten. Bizar dus dat net hij dit akkoord heeft mogelijk gemaakt. Temeer daar er toch heel wat vragen blijven.
Wat nog meer bevreemdend is, de partner van deze onderhandelingen was zijn Colombiaanse buur president Santos. Santos was als Minister van Defensie onder voorganger president Uribe onder meer verantwoordelijk voor de aanval in Ecuador op een basis van de Colombiaanse guerrilla Fuerzas Armadas de la Revolución Colombiana (FARC), waar zogenaamde bewijzen werden gevonden dat Chavez steun zou verlenen aan deze guerrilla.
Santos drong als Minister van Defensie ook hard aan op een agressieve lijn tegen buurland Venezuela. Hij beschuldigde president Chavez ook meermaals van medeplichtigheid aan terroristische aanslagen in Colombia en van deelname aan de drugshandel. Bewijzen zijn daar nooit voor geleverd, ook de zogenaamde bewijzen in de laptop die bij de inval in Ecuador werd gevonden bleken waardeloos te zijn. Maar de massamedia blijven de beweringen wel herhalen. Operatie beschadiging Chavez geslaagd dus.
Vreemd dus dat net deze man eenmaal verkozen als Colombiaans president naar betere relaties met Venezuela heeft gestreefd. Dat de handel met Venezuela na de inval in Ecuador en de beschuldigingen aan het adres van Chavez op twee jaar tijd van $ 6 miljard (€ 4,15 miljard) terug waren gevallen op $ 1 miljard (€ 0,64 miljard) heeft daar zeker iets mee te maken.
De VS doen er alles aan om Chavez te isoleren en dat wil maar niet lukken. Enkel Colombia was tot recent bereid in dat verhaal mee te stappen (daarin gevolgd door Honduras na de coup). Net Colombia doet er nu alles aan om terug goede relaties te hebben met buurland Venezuela. Colombia blijft natuurlijk nog altijd de sterkste bondgenoot van de VS, maar de unieke economische afhankelijkheid is weggevallen en dat doet Washington pijn. Brazilië staat niet bepaald voor een progressief economisch beleid, maar het land trekt het hele continent wel los van de economische wurggreep van de VS. Colombië pikt zijn graantje mee in die evolutie. De diktaten van Washington bijten dus zo goed niet meer. Vandaar ook deze toenadering tot Venezuela.
Voor Chavez tellen die economische motieven trouwens evenzeer. Hij bereidt zich voor op de presidentsverkiezingen van 2012 en kan alle hulp gebruiken. Vanuit rechts heeft hij altijd onder vuur gelegen, dat verandert niet. Dat heeft ook nooit belet dat hij sinds 1991 altijd herverkozen werd, integendeel zelfs, de kritiek van rechts was meestal contraproductief. Maar de kritiek in eigen rangen groeit. Dan is economisch succes welgekomen.
De binnenlandse kritiek in eigen rangen over de deal met Colombia over Honduras is echter maar een schijntje van de vernietigende commentaren die Chavez krijgt over zijn beslissing om FARC-militanten uit te leveren aan Colombia. Vooral de recente uitlevering van de Colombiaanse journalist met Zweedse nationaliteit Joaquin Perez Becerra schept kwaad bloed. Deze man is in 1995 Colombia ontvlucht nadat zijn vrouw was vermoord en heeft politiek asiel gekregen in Zweden. Bij een recent bezoek aan Venezuela werd hij zonder verwijl uitgeleverd, ook al kwam hij in Caracas toe met een visum van de Venezolaanse ambassade in Stockholm. Bovendien zijn er geen bewijzen dat hij ooit actief is geweest voor de FARC. Chavez heeft dus veel over voor betere relaties met Colombia.
Chavez blijkt dus niet zo principevast te zijn als het over ideologische zaken gaat. Maar puur strategisch gezien is de goede verstandhouding met Colombia een zegen voor hem. Het geeft hem alle ruimte voor de andere initiatieven die hij neemt om Latijns-Amerika los te weken van Washington (zie verder in dit artikel)
Een akkoord dat meer vragen dan antwoorden oproept
Het akkoord voor de terugkeer van Zelaya naar Honduras is niet zomaar reden tot vreugde. Uiteraard ziet Washington dit met lede ogen aan en ook al geeft de VS de indruk achter dit akkoord te staan, dit is en blijft een nederlaag. Twintig jaar geleden, of zelfs slechts tien jaar terug, zou dit immers niet mogelijk geweest zijn. De VS zijn er niet in geslaagd de staatsgreep in Honduras te consolideren. De tijden zijn inderdaad veranderd.
Toch blijven er veel vragen bij dit akkoord. De coupplegers blijven ongestraft op hun plaats zitten en hebben zelfs legitimiteit verkregen door het terug toetreden tot de OAS. Bovendien kan de coupregering nu ook beroep doen op steunfondsen die ze na de coup niet meer konden krijgen. Die fondsen zijn meer dan nodig voor de slabakkende economie die na de staatsgreep nog verder in verval is geraakt. Bovendien, wat het ergst van al is, de mensenrechtenschendingen door de doodseskaders en de moordaanslagen tegen vakbondsleiders en andere oppositiefiguren gaan onverminderd door.
De aanklachten tegen Zelaya en zijn ministers werden dan wel ingetrokken maar niets belet de huidige regering in Tegucigalpa om ze morgen gewoon weer in te dienen. Een van Zelaya’s ministers is trouwens al aangehouden op beschuldiging van corruptie, de gebruikelijke reden om politieke vijanden uit te schakelen. Er zijn dus redenen genoeg om allesbehalve optimistisch te zijn over de huidige toestand in Honduras.
Toch is dit akkoord een teken van hoop. Eerst en vooral omwille van het psychologisch effect dat de terugkeer van Zelaya heeft, dat mag niet onderschat worden. De huidige president Perfirio Lobo mag net als Zelaya geen tweede opeenvolgende termijn uitvoeren volgens de Hondurese grondwet. De coupplegers weten dus dat ze niet zullen kunnen verhinderen dat er een reële tegenstrever zal zijn bij de komende presidentsverkiezingen.
Er is veel kans toe dat Zelaya’s vrouw naar Argentijns model kandidaat zal zijn. Dat is nog niet zeker, onder andere omwille van de kritiek op het akkoord dat tot Zelaya heeft geleid en waar Zelaya tot nog toe niet echt adequaat op antwoordt. Maar de huidige protestbeweging blijft actief (ook al wordt ze in de westerse massamedia doodgezwegen) en zal de komende verkiezingen niet zomaar ondergaan zoals dat met de schijnverkiezing van Lobo het geval was.
Een nieuwe OAS zonder de VS en Canada: een teken aan de wand
Ondertussen gebeuren er nog een aantal zaken die in Washington alle alarmen in het rood doen slaan (rood – inderdaad). De economische integratie van Latijns-Amerika los van de VS begint ook politieke vorm te krijgen. Naar het voorbeeld van de Europese Unie komen de Latijns-Amerikaanse landen op 5 juli samen in Venezuela (!) om een nieuwe organisatie op te richten zonder de VS en Canada.
Het staat nog niet vast of die organisatie er wel komt. Washington beweegt hemel en aarde om dit alsnog tegen te houden maar dat het al zover is kunnen komen is een teken aan de wand. Een dergelijke organisatie zal uiteraard niet een-twee-drie tot stand komen maar het politieke effect is niet verwaarloosbaar. Het idee alleen al van een Latijns-Amerikaanse organisatie zonder de VS (en vazal Canada) is een historisch precedent zonder weerga in de geschiedenis van dit getormenteerde continent en voor de huidige machthebbers in Washington is dit een nachtmerrie.
Conclusie: alles is nog mogelijk
De toekomst voor Honduras blijft onvoorspelbaar. Maar één ding is zeker: de VS hebben niet langer alle kaarten in handen. Dat is een belangrijke evolutie. Tegelijk moet dat ons aanzetten tot voorzichtigheid. Zelfs in een nieuwe multipolaire wereld met de BRICS-landen als machtige spelers en zelfs met de verminderde invloed van de VS in Latijns-Amerika blijft de toekomst onzeker. De VS zijn en blijven nog lang een machtige speler. Dat ze niet langer de enige speler zijn in Latijns-Amerika is goed. Maar dat is geen reden om te denken dat de strijd gestreden is, integendeel.
(Uitpers nr. 133, 12de jg., juli-augustus 2011)
Lode Vanoost – 22 juni 2011