Eind september 1999 verscheen op het “world wide web” het eerste nummer van “Uitpers. Webzine voor internationale politiek”. Dit uit onvrede met het feit dat “ons dorp” weer “de wereld” werd voor de “mainstreammedia” en de wereld steeds minder kritisch, zeg maar gezagsgetrouw, werd bekeken. Inmiddels zijn we negen jaar verder en zitten we aan honderd nummers.
Met eenzaamheid (natuurlijk een parafrase van “Honderd jaar eenzaamheid” van Gabriel García Márquez), waarvan in de titel sprake, wordt niet bedoeld dat Uitpers een “roepende in de woestijn” zou zijn. Zeker niet, Uitpers telt al ruim 1.700 abonnees, krijgt er elke week bij en doet het volgens de lezersstatistieken (zie: www.uitpers.be/logs) meer dan behoorlijk.
Met eenzaamheid wordt bedoeld dat de inspanningen van Uitpers, en van talrijke andere alternatieve media op het net, de tendens tot navelstaarderij en kritiekloze berichtgeving niet hebben weten te keren. De tijd dat “de wereld ons dorp”was, is niet teruggekeerd. Dit ondanks het feit dat er duidelijk een grote behoefte bestaat aan een ruime blik over de wereld. Een kritische, en geen “mainstreamblik”, die tot norm is geworden in de zgn. “kwaliteitsmedia”.
Het eerste nummer van Uitpers – nog altijd te raadplegen in het archief op de website – telde juist geteld acht artikels. Het werd gelezen door slechts enkele tientallen mensen. Inmiddels is Uitpers flink uitgegroeid tot gemiddeld iets meer dan twintig artikelen per maand, naast opiniestukken en boekbesprekingen. Dit met steun van vele lezers én van de redactieleden die er, naast veel tijd, ook eigen geld in investeren. Als gevolg van het Mattheuseffect – een effect dat al in het Nieuwe Testament al werd beschreven door de apostel en evangelist Mattheus en inhoudt dat degenen die al veel hebben nog meer krijgen – komt Uitpers niet in aanmerking voor subsidies.
Het subsidiegeld vloeit naar de grote krantengroepen alhoewel die elk jaar mooie winstcijfers kunnen voorleggen. Geld besteden aan onderzoeksjournalistiek willen ze niet meer. Waarom zouden ze dat doen als de overheid die voor hen wil betalen? Op het eerst zicht is dat een uiterst eigenaardige houding voor kapitalistische groepen die vurige verdedigers zijn van het neoliberalisme en dus officieel tegenstanders van subsidies allerhande en voorstanders van afbraak van publieke ziekteverzekering, gratis onderwijs, door de staat betaalde pensioenen enz.
Voor zichzelf maken ze een uitzondering: het “bedrijfsleven” moet immers op alle mogelijke manieren worden geholpen en gestimuleerd, met geld van de overheid. Dit wil zeggen met de belastingen – inkomstenbelastingen, btw enz. – die voor een groot deel worden a fgedokt door mensen die eigenlijk geen belastingen kunnen betalen.
De neoliberale visie, die ook door de Europese instellingen al jaren als norm is aangenomen, is een nefaste visie, die de voorbije jaren heeft geleid tot een steeds grotere concentratie van rijkdom in handen van een beperkte groep en tot toenemende armoede aan de voet van de piramide. Desondanks staan ook socialisten, sociaal-democraten, burgerlijk links, christen-democraten en alles wat openlijk rechts is achter die visie.
Men wil terug naar het liberalisme van de 19de eeuw, met een overgrote meerderheid van verpauperde burgers die werken voor de luxe van een kleine groep. Vandaar ook de gestage afbouw van de vrijheden onder het mom van terrorismebestrijding. Weerwerk bieden aan dit liberale streven is immers “terrorisme” in de visie van de neoliberalen. Het briefgeheim bestaat zo goed als niet meer. Idem wat telefoongesprekken, e-mail enz. betreft. De duur van voorhechtenis neemt steeds toe. De vrijheden van vergadering, van syndicale actie, van opinie – steun aan een “verkeerde” visie wordt gelijkgesteld aan “steun aan het terrorisme” – worden afgebroken. Er zijn nu al processen hangende waarbij vakbondsacties worden gelijkgesteld met terrorisme – tegen de privileges van de rijken. De democratie dreigt binnenkort helemaal te verdwijnen. De EU geeft alvast het “goed” voorbeeld van ondemocratisch, zelfs anti-democratisch handelen.
Als men dit alles goed bekijkt lijkt er bijzonder weinig verschil tussen het klassieke kapitalisme en het “reële” socialisme, zowel destijds in Oost- en Centraal-Europa als nu in China. In beide systemen is/was er een kleine groep mensen die alle rijkdom in handen had/heeft en naar believen kan consumeren. De rest onder de duim houdt. De media en de opinie controleert.
Onder het communisme gebeurde dit op een onbehouwen, brute manier. Onder het kapitalisme op een subtielere manier. Wie zich niet conformeert aan de normen geraakt niet aan de bak. Wie wel aan de bak is wordt de deur gewezen. Om zich van de steun van de radio- en tv-stations te verzekeren zijn de benoemingen aan de top ervan in alle westerse landen een staatszaak – zie bv. momenteel in Italië onder Berlusconi of Frankrijk onder Sarkozy.
De gedrukte media worden meer en meer een onderdeel van grote groepen, die door het opkopen van de media alle kritiek op hun handelwijze door onafhankelijke journalisten willen voorkomen. Die groepen hebben alle belang bij goede relaties met de staat – die subsidies kan geven én door zijn aankopen een “kip met de gouden eieren” is. Collusie is dus schering en inslag. En één van de voornaamste oorzaken van de verschraling van kritische berichtgeving.
Daarom zijn alternatieven zoals Uitpers nog altijd broodnodig. Wat niet wil zeggen dat Uitpers en de andere alternatieve media perfect zijn. Wie uitsluitend met onbetaalde vrijwilligers, die bovendien allemaal nog andere bezigheden hebben, werkt, blijft beperkt in zijn mogelijkheden. Met alle slordigheden en onvolkomenheden vandien. Het is in de gegeven omstandigheden niet mogelijk alles te doen of alle onderwerpen te behandelen. Maar ondanks alle beperkingen denk ik dat we de voorbije negen jaar vele mensen informatie, achtergrond en inzicht hebben verschaft, die ze in de “mainstreammedia” niet konden vinden. Het neoliberalisme bv. is één van de hoofdthema’s in Uitpers. In de “mainstreammedia” is dit een duidelijk taboe. Geen enkele “kwaliteitskrant” heeft, zeker niet in zijn Europese berichtgeving, ooit aan zijn lezers uitgelegd wat het inhoudt en waar het toe leidt.
(Uitpers, nr 100, 9de jg., juli-augustus 2008)