De overwinning van François Hollande in de Franse presidentsverkiezingen werd net zoals 31 jaar eerder gevierd aan de Parijse Bastille. Toen juichte een uitbundige menigte om de eerste verkiezing van een socialist tot president van de Vijfde Republiek, François Mitterrand versloeg toen uittredend president Valéry Giscard d’Estaing. Deze keer was het echter een getemperde feestvreugde. De zege was minder groot dan gehoopt en, vooral, de verwachtingen zijn niet hooggespannen. Er was meer opluchting over het vertrek van Nicolas Sarkozy dan vreugde over de komst van Hollande.
Mitterrand won met een links programma dat onder meer talrijke nationalisaties en talrijke maatregelen ten gunste van alle gesalarieerden beoogde. Twee jaar later gooide hij het roer om in naam van het realisme. Mitterrands verleden had eerder al twijfels doen rijzen. Toen hij in 1965 kandidaat van links was, tegen de Gaulle, sloot de communistische PCF een grote groep jongeren uit omdat die herinnerde aan het kolonialistisch verleden van Mitterrand, man van l’Algérie française en van de repressie.
Het verleden van Hollande spreekt voor zichzelf: 17 jaar lang leider van de PS in een periode dat die partij een neoliberale koers voerde, zowel in regering als oppositie. Het manifest dat de PS twee jaar geleden zonder veel discussie aannam, bezegelde die koers. Hollande heeft in zijn campagne alleen linkse accenten gelegd onder druk van de groeiende bijval voor Jean-Luc Mélenchon van het Front de gauche, een front van onder meer de PCF en Mélenchons eigen Parti de gauche (PG). Maar het was veelbetekenend dat Manuel Valls, helemaal aan de rechterzijde van de PS, tijdens de campagne zijn woordvoerder was en nu minister van Binnenlandse Zaken.
Cordon sanitaire
Voor Hollande komt het er nu op aan in de parlementsverkiezingen van 10 en 17 juni een meerderheid in de Assemblée Nationale te halen. Links haalde in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen geen meerderheid – radicaal links, groenen en PS haalden samen ca 44 %. Sarkozy haalde uiteindelijk meer dan 48 % na een zeer rechtse eindspurt waarin migratie en ‘veiligheid’ weer de grote thema’s waren. En dat was niet alleen uit tactiek – om de stemmen van Marine Le Pen van het Front National (FN) binnen te halen, dat was ook uit diepe overtuiging. Zijn voornaamste raadgever-medewerker is een figuur met een zeer radicaal-rechtse stempel. Het is op zich verontrustend te merken dat een ultra-rechtse campagne loont. Ook bij de kiezers van het zogenaamde centrum die zich makkelijk door de thema’s van uiterst-rechts laten bekoren.
Op eigen kracht staat links dus ondanks de zege van Hollande niet sterk. Maar succes van het FN ten nadele van Sarkozy’s UMP speelt in de kaart van de PS. Het FN voert de druk op de UMP op om hert cordon sanitaire, voor zover het nog bestaat, helemaal op te blazen en electorale akkoorden te sluiten. Het Frans kiessysteem is zo dat er per kiesdistrict één zetel is, als er geen enkele kandidaat in de eerste ronde een volstrekte meerderheid haalt, komt er een tweede ronde. Alleen kandidaten die meer dan 12,5 % van de ingeschreven kiezers halen, mogen aan de tweede ronde deelnemen. Bij stembusafspraken trekken de slechtst geplaatste kandidaten van een kamp zich vaak terug ten voordele van de beter geplaatste. Nu maakt het FN kans om in zeer veel districten de drempel van 12,5 te halen waardoor zijn kandidaten zich in een tweede ronde kunnen handhaven en zo ‘triangulaires’ – een tweede ronde met drie kandidaten – kunnen uitlokken. Door rechts te verdelen, maakt de kandidaat van links (meestal PS) dus grotere kans om de zetel te halen.
Dat geeft het FN een fantastisch drukkingmiddel: doorbreek het cordon sanitaire volledig en wij garanderen de verkiezing van tientallen UMP-kandidaten in ruil voor steun elders aan onze kandidaten. Officieel wil de UMP daar niet van weten. Partijleider Jean-François Copé heeft dat officieel van de hand gewezen en gewezen premier François Fillon verzet er zich heftig tegen. Maar op het terrein is de verleiding groot toe te happen, vooral van kandidaten die ideologisch dicht bij het FN staan, zoals de politici van la Droite Populaire, de georganiseerde rechtervleugel van de UMP.
Wat als een kandidaat van de UMP in de eerste ronde wordt uitgeschakeld en er een duel is tussen links en het FN? In de UMP zijn er enkele zeldzame stemmen die vinden dat men dan “republikeins”, voor de PS, kan stemmen. Maar anderen, zoals in Marseille en het zuidoosten, vinden onomwonden dat men dan rechts en dus voor het FN moet kiezen.
Links dilemma
Het kiesstelsel zet aan de andere kant radicaal-links onder zware druk. Om een beduidend aantal zetels te halen, hebben de partijen van het Front de gauche (FG), vooral dan de communistische PCF en de Parti de gauche (PG) van Jean-Luc Mélenchon. Deze laatste haalde wel 11% bij de presidentsverkiezingen, maar het FG zal daar in de parlementsverkiezingen wellicht onder blijven.
Mélenchon zelf gaat Marine Le Pen uitdagen in haar ‘bolwerk’ Hénin-Beaumont in het noordelijke Pas-de-Calais, een regio die zwaar getroffen is door de desindustrialatie en de daarmee gepaard gaande werkloosheid. Zijn partners van de PCF zijn verscheurd tussen hun verlangen om hun zetels in enkele bolwerken te vrijwaren en om eventueel mee te regeren indien de PS op eigen kracht geen volstrekte meerderheid haalt. Maar sommige leiders van de PCF en Mélenchon willen liever niet meeregeren, zij willen vooral op het beleid wegen, het linksere accenten geven. Ook dat kunnen ze slechts als de PS geen meerderheid heeft en de stemmen van het Front de gauche nodig heeft.
Bij het Front de gauche leeft namelijk de vrees hetzelfde lot te ondergaan als de radicaal-linkse groepen in Italië. Die regeerden na hun succes in de verkiezingen van 2006 (11 %) mee in de regering van Romano Prodi die echter een neoliberaal beleid voortzetten en geen enkele belofte inzake maatschappelijke hervormingen nakwam. De verkiezingen daarop, in 2008, vielen ze terug op 3%. Rifondazione Comunista en de andere groepen hebben zich nog altijd niet kunnen herstellen van deze klap. Het FG wil liever niet hetzelfde lot ondergaan, al is de druk vanuit de lokale gekozenen van de PCF groot om toch verregaande afspraken te maken met de PS.
(Uitpers nr. 143, 13de jg., juni 2012)