Hamid Karzai heeft zichzelf opgevolgd na een fenomenale farce waarbij Obama, Brown, Sarkozy enzovoort zich bijzonder belachelijk maakten. De slotsom was dat “Karzai wel een schurk is, maar dan wel onze schurk. We hebben niets anders”. Slotsom is ook dat de overgrote meerderheid van de Afghanen zich geen enkele illusie meer maakt.
Met deze man wordt het beslist niet anders, dus zeker niet beter. Wat verder te doen? Veel meer troepen sturen, zoals opperbevelhebber McCrystal vraagt? Of de kat uit de boom kijken hopend op een mirakel in de vorm van een echt Afghaans leger en een Afghaanse politie?
Hoe uit Afghanistan weg te geraken, die vraag is een spookbeeld voor het Witte Huis. Het dringt ook bij de Amerikaanse publieke opinie stilaan door dat het “internationaal terrorisme” niet bestreden wordt met die oorlog in Afghanistan. Het wordt ook voor de Amerikanen duidelijk dat ze in Afghanistan niet geliefd zijn, dat Afghanen niet gelukkig zijn met een regering van criminele krijgsheren die zich via “internationale hulpverlening” danig verrijken. Bovendien weten ze maar al te goed dat Karzai zelf koopjes sluit met sommige Taliban, bij voorbeeld in de aanloop naar de verkiezingen.
De geschiedenis is zich aan het herhalen. Corruptie, machtsmisbruik, de invloed van criminele krijgsheren en dergelijke leidden er in 1995-1996 toe dat veel Afghanen dan maar de Taliban verkozen boven het regime in Kaboel. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton had het bij de eedaflegging van Karzai voor een tweede ambtstermijn over “een nieuwe start”, wat neerkomt op een bekentenis dat er de voorbije acht jaar een valse start is genomen.
Weglopen
Maar een nieuwe start? De internationale organisaties, Verenigde Naties voorop, geloven er niet in. Zij trekken hun diensten meer en meer terug. De VN hebben begin november meegedeeld dat 500 van de 1100 personeelsleden het land verlaten. Talrijke operaties worden nu geleid vanuit Tadzjikistan. De chef van de VN-missie in Kaboel, Kai Eide, onderstreepte dat de VN ondanks het strategisch belang van het land er niet noodzakelijk zullen blijven. Vertaald luidt dat: Karzai mag zich niet de illusie maken dat hij hoe dan ook op de “internationale gemeenschap” kan blijven rekenen.
De aarzelingen in Washington dragen natuurlijk bij tot dat gevoel dat zich hier dezelfde film afspeelt als in 1974-1975 in Saigon. De VS weten niet hoe ze nog het roer kunnen omgooien om nu nog de harten van de Afghanen te winnen met economische opbouw. Het concept van generaal McCrystal voor een tegenoffensief gepaard gaande met economische inspanningen, eist het zenden van 40.000 militairen. Maar bijna niemand gelooft dat dit kan werken, de Amerikanen worden nu eenmaal ervaren als een bezettingsleger. Vandaar ook het slinkend moreel van de Amerikaanse militairen, tot onder het nulpunt.
Britten en Italianen hebben het roer op een andere manier omgegooid, zij betalen plaatselijke Talibanchefs om met rust te worden gelaten en zo de illusie te scheppen dat het gebied rustig is. Generaal Paul Newton vindt dat het efficiënter is de Taliban te benaderen met geldzakken in plaats van wapens. De generaal denkt aan al die jonge werkloze Afghanen die bij de Taliban een inkomen krijgen en die men dan maar beter moet betalen, officieel dan met projecten voor lokale ontwikkeling. Dan is er ook nog de hersenschim van de “gematigde Taliban” die zouden kunnen omgeturnd worden. Maar militairen met ervaring in Afghanistan oordelen dat het daar veel te laat voor is.
Dat “denkwerk” houdt die Taliban natuurlijk niet tegen. Integendeel, de jongste maanden is duidelijk geworden dat de Taliban nu ook al stevig voet aan de grond hebben in noordelijke gebieden. Tot dan toe kon Kaboel de illusie koesteren dat de invloed van de Taliban beperkt zou blijven tot de Pathaanse bevolkingsgroepen in het zuiden en oosten.
Geld wordt ook aan gewend om de loyauteit van stamchefs te betalen. Er zijn gevallen waar dat ogenschijnlijk werkt, maar meestal houden die chefs maar de schijn op en krijgen we situaties zoals indertijd in het zuiden van Vietnam waar de Vietcong de baas was zodra het donker werd.
Verbijstering
Washingtons bondgenoten die troepen hebben in Afghanistan, raken stilaan verbijsterd. Niemand weet nog waar de Amerikanen naartoe willen, behalve dat steeds duidelijker wordt dat ze een uitweg zoeken waarbij ze niet teveel gezichtsverlies lijden. Maar hoe dat te doen, daarover zijn de regeerders in Washington erg verdeeld. Op een vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU kon Anders Fogh Rasmussen, secretaris-generaal van de Navo (die officieel niets met de EU te maken heeft) de ministers niet overtuigen van de noodzaak tot grotere Europese inspanningen. Waartoe? En wat met de publieke opinies die zo vijandig tegenover die oorlogsdeelname staan?
Gordon Brown, nog enkele maanden premier van het Verenigd Koninkrijk, wil volgend jaar in Londen een grote conferentie over Afghanistan waar alle vragen zouden moeten beantwoord worden. De Europese bondgenoten willen hoe dan ook zo snel mogelijk een scenario voor de terugtrekking van de troepen. Officieel zal het dan heten dat alle taken worden overgedragen aan het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Met het oog daarop worden de opleidingen van Afghaanse militairen en agenten steeds korter en worden steeds minder eisen gesteld om manschappen te rekruteren. Dat leger zal tegenover de Taliban en hun bondgenoten, waaronder de goed georganiseerde Hezb-e-islami van Amerika’s vroegere lieveling Hekmatyar, niet lang standhouden.
AfPak
Maar dat zijn zorgen voor later. Misschien kunnen in de “strijd tegen internationaal terrorisme” enkele accenten worden verlegd. Afghanistan is tenslotte marginaal, zo kan worden aangevoerd. Obama pakte uit met het concept AfPak om duidelijk te maken dat Pakistan minstens evenveel of meer aandacht verdient in die strijd.
Het accent kan wel worden verlegd, maar dat lost de zaken niet op. Want in Pakistan is de toestand zo mogelijk nog complexer voor de Amerikanen. Er zijn nu wel de legeroffensieven tegen enkele bolwerken van Taliban, maar intussen werken legerchefs nog altijd druk samen met andere Talibangroepen en blijft de Pakistaanse militaire geheime dienst ISI net als vroeger een eigen politiek voeren waarbij India de hoofdvijand blijft en de Taliban bondgenoten zijn tegen de Indiase invloed in o.m. Afghanistan. Washington heeft in Pakistan geen enkele betrouwbare bondgenoot, terwijl onder de bevolking de anti-Amerikaanse gevoelens zeer sterk zijn.
Het zijn geen rooskleurige perspectieven, niet voor Washington, ook niet voor de meeste Afghanen voor wie de Taliban hoogstens het minste kwaad zijn. Dit is het resultaat van een jarenlang beleid waarin Washington en zijn bondgenoten met vuur speelden. Terwijl ze in Cambodja de Rode Khmers bewapenden en voedden, gaven ze geld, zware wapens, training enzovoort aan gevaarlijke islamfundamentalisten die in Afghanistan strijd leverden tegen de communisten die van Afghanistan een modernere samenleving wilden maken. Vandaag zijn de meest betrouwbare politici en functionarissen oudgedienden van dat regime.
(Uitpers nr. 115, 11de jg., december 2009)