INTERNATIONALE POLITIEK

Hoe de VS de democratie in Venezuela proberen te ondermijnen

Eva Golinger , ‘The Chávez Code – Cracking US Intervention in Venezuela’, Foreword by Saul Landau, Pluto Press, London, 2007

Volgens Greg Palast op de achterflap is dit boek ‘de politieke overlevingsgids voor het land van de volgende olieoorlog’. Dat is wat overdreven gesteld, maar dit is in ieder geval het best geïnformeerde boek ooit voor wie wil weten wat de VS-regering sinds de eerste verkiezing van Hugo Chávez heeft uitgespookt om de democratie in Venezuela te ondermijnen. Onderzoeksjournalistiek van topklasse!

Brazilië, Argentinië, Chili, Nicaragua … zowat heel Latijns-Amerika heeft sinds de vroege jaren zestig elk progressief weldenkend mens met het sociale hart op de juiste plaats (links) beroerd. Venezuela is lang aan die aandacht ontsnapt. Als men er al iets van af wist, beperkte dat zich tot een vaag idee over een land waar naar Latijns-Amerikaanse maatstaven alles redelijk rustig verliep … dat is verwonderlijk, want Venezuela heeft wel degelijk zijn deel gehad van doodseskaders en militaire staatsgrepen.

Menig waarnemer was eerder sceptisch toen een gewezen couppleger met een links-populistisch discours in 1998 onverwacht tot president werd verkozen en daarmee voor het eerst de twee politieke partijen die Venezuela decennialang hadden geregeerd buiten spel zette. Dat had men al te dikwijls gehoord.

Hugo Chávez verbaast sindsdien vriend en vijand. Hij blijkt niet alleen te menen wat hij zegt maar voert dat ook uit. Links terug van weggeweest? Hij heeft enkele jaren na zijn verkiezing heel wat gelijkgestemde bondgenoten, waarvan Evo Morales, President van Bolivië, de meest opvallende is.

In zijn voorwoord draait de Amerikaanse politicoloog Saul Landau er geen doekjes om. ‘De CIA is één van de Pretoriaanse wachten van de President die telkens geactiveerd wordt wanneer een andere natie een leider verkiest die plannen heeft om de welvaart naar de armen te herverdelen. Zolang een kleptokratie het land voor dertig jaar bestuurde, heeft Washington nooit geklaagd (over de democratie in Venezuela).’(ix) Niet alleen heeft de VS-regering samengespannen met de Venezolaanse elite om het democratisch proces te ondermijnen, bovendien heeft ze zich zwaar ingezet om de gebeurtenissen voor, tijdens en na de coup van April 2002 (tegen Chávez) te verdraaien.

‘The Chávez Code’ is de Engelse vertaling van het Spaanse ‘El Código Chávez’, verschenen in 2005. Auteur Eva Golinger is Amerikaanse met Venezolaanse roots en publiceerde reeds meerdere artikels over Venezuela in Amerikaanse tijdschriften. Heel actueel is het boek dus niet. De auteur werkt trouwens aan een vervolg. Wat in dit boek wordt beschreven gaat immers onverminderd door. Alle informatie die Golinger verzamelde (en blijft verzamelen) is te vinden op www.venezuelafoia.info (foia staat voor Freedom of Information Act, de Amerikaanse wet op toegang tot overheidsdocumenten).

Tijdens de drie eerste jaren van zijn regering waren de VS eerder onverschillig tegenover Chávez, zolang hij maar netjes petroleum leverde aan de afgesproken prijzen. Met de komst van Bush jr. veranderde dat, hoewel toch niet onmiddellijk. Chávez deed toen namelijk een aantal zaken die voor Washington absoluut onaanvaardbaar waren .

Venezuela is voor de VS niet zomaar één van de vele Latijns-Amerikaanse landen. Het is één van de stichtende leden van de Organisation of Petroleum Exporting Countries (OPEC) samen met Iran, Irak, Koeweit en Saoedi-Arabië. Later kwamen daar Indonesië, Libië, Qatar, Nigeria en de Verenigde Arabische Emiraten bij. Venezuela had tot voor kort ook het hoogst aantal in de VS getrainde officieren van Latijns-Amerika. Vorige Venezolaanse regeringen waren bovendien zeer behulpzaam in de strijd tegen de Sandinisten in Nicaragua.

  1. In September 2001 kort voor 11 September kondigde Chávez aan dat het 50-jarige militaire samenwerkingsakkoord met de VS niet zou worden vernieuwd.
  2. Op 29 Oktober 2001 keurde hij in een toespraak op TV de Amerikaanse bombardementen op Afghanistan af. Daarmee was Venezuela het eerste democratische land dat de regering-Bush openlijk bekritiseerde.
  3. Op 2 November 2001 ging VS-ambassadeur Donna Hrinak op audiëntie bij Chávez en begon een brief van Bush voor te lezen waarin hij eiste officieel en openbaar die verklaring (over Afghanistan) in te trekken. Na amper enkele zinnen, werd ze door hem onderbroken: ‘You are speaking to the head of state of this nation. You are an ambassador in my country. You are out of line. Please leave my office now.’

Dat was men in Washington niet gewoon. Meer was er niet nodig voor Bush om één en ander in gang te zetten. De regering Bush had daar reeds de ervaring en methodes voor in huis. Wat vanaf dan werd ingezet kent zijn oorsprong in de jaren ’80 met de oprichting van de National Endowment for Democracy (NED). Samen met het NED lenen het US Agency for International Development (USAID), Development Alternatives Incorporated (DAI), het International Republican Institute (IRI), het National Democratic Institute for International Affairs (NDI), de Science Applications International Corporation (SAIC) en talrijke VS-bedrijven bereidwillig goedbetaalde hand- en spandiensten als dekmantel voor CIA-activiteiten.

Wat voor het ogenblik in Venezuela gebeurt vertoont echter vooral vergelijkingen met wat in de jaren ’60 en ’70 in Chili gebeurde. Recente verontschuldigingen van ondermeer president Clinton en de schaamte van een aantal Congresleden over de rol van de VS in de staatsgreep die Pinochet aan de macht bracht, hebben alleen tot vormelijke veranderingen geleid (‘ … merely affected the tone of future interventions, not the substance.’ p. 14).

Het IRI begon onmiddellijk massaal te investeren in de vereniging van de oppositiepartijen, die naast een gemeenschappelijke afkeer van Chávez bijna niets gemeenschappelijks hadden. Dat deed het IRI onder leiding van Stanley Lucas, die net daarvoor hetzelfde had gedaan in Haïti mét succes, daar was President Aristide aan de dijk gezet. Bovendien trainde het IRI ook de privé-media om een gezamenlijke aanpak van de aanval tegen Chávez te coördineren, iets waar die media tot dan niet in geslaagd waren.

Het waren naast de sociale maatregelen vooral de veranderingen in het onderwijs die de elite niet bevielen. Niet alleen wilde Chávez de toegang tot dat onderwijs democratiseren, bovendien zou het onderwijs een ander geschiedenisonderricht gegeven, dat niet op Eurocentrische leest geschoeid was. De arme meerderheid van de bevolking mondig maken was voor hen de spreekwoordelijke druppel te veel. Op pagina 55 staat een lijst van bedragen die het NDI de politieke oppositie toestopte. Na de mislukte staatsgreep heeft de VS meer dan 34 miljoen dollar in die oppositie gestopt. Rond deze periode begonnen ook de eerste geruchten te circuleren in diezelfde media over samenwerking van Chávez met de Colombiaanse guerrilla FARC en ELN.

Golinger geeft een gedetailleerd verhaal over wat er werkelijk is gebeurd tijdens de coup. De eerste beslissing van de ’nieuwe’ regering was het stopzetten van leveringen van petroleum aan Cuba. Uiteindelijk heeft het niet veel gescheeld of Chávez was vermoord. De tijden waren echter veranderd. De VS onderschatte volledig het verzet tegen de coup. Bovendien hadden ze hun marionetten onvoldoende in de hand. ‘President’ Carmona verspeelde compleet zijn kaarten door onmiddellijk de grondwet op te heffen en het parlement te ontbinden. Dit leidde tot verontwaardigde reacties in het buitenland. Nauwelijks enkele dagen later kwam Chávez sterker dan ooit terug. Carmona kon naar de VS vluchten,wat enigszins ironisch was. Enkele jaren terug had de VS immers een visum geweigerd aan presidentskandidaat Chávez ‘omdat hij in een staatsgreep betrokken was geweest’.

Niet getreurd. Nauwelijks enkele weken na de coup gaf het State Department (Buitenlandse Zaken) een nieuwe opdracht aan USAID. Er moest een Office for Transition Initiatives (OTI) worden opgericht. Dergelijke Offices bestonden al in Haïti, Indonesië, Peru, Guatemala,de Filippijnen, Colombië … Het voorziene budget was vijf maal groter dan dat voor NED voor de coup. Het DAI werd ingezet voor een Venezuela Initiative to Build Confidence (VICC).

Wat de privé-media tot dan hadden gedaan, was klein bier met wat komen zou. Gewone publiciteit moest wijken voor een massale campagne tegen Chávez. Een staking van de petroleumraffinaderijen werd door werkgeversorganisaties gefinancierd, een eerder ongewone houding van werkgevers … Mediamagnaat Cisneros liet tegelijk zijn grootwarenhuizen sluiten zodat er voedsel- en dranktekorten ontstonden. Hoewel de staking dus de facto een lock-out was en geen arbeidersstaking, werd ze door de media volledig weergegeven als een spontaan initiatief van gewone arbeiders. Voor die berichtgeving moesten commercials, soapopera’s, filmen en tekenfilmen wijken. Ironisch genoeg net die dingen die werden uitgezonden tijdens de volksopstand tegen de coup. Bovendien werden tijdens de kinderuren voortdurend gewelddadige beelden getoond (in tegenstrijd met de bestaande wetgeving). Kortom, een gecoördineerde campagne die alleen maar kon georganiseerd worden omdat de VS als machtige buitenstaander de verdeelde oppositie er achter kon krijgen (en de rekeningen betaalde). Het mocht echter niet baten, Chávez overleefde de actie die 64 dagen duurde.

Onmiddellijk werd de volgende actie ingezet. De Venezolaanse kieswet voorziet dat de president opnieuw verkozen moet worden na de helft van zijn termijn als een bepaald aantal kiezers daarvoor een petitie ondertekenen dat tot een referendum leidt. Als in dat referendum de helft wordt gehaald moeten er nieuwe presidentsverkiezingen worden uitgeschreven. Op het einde van de staking was Sumate opgericht, een coördinatie van alle anti-Chávez bewegingen. Sumate kreeg de steun van het SAIC om de petitie en het referendum te organiseren. Het SAIC heeft daar trouwens goede geloofsbrieven voor want het is een van de bedrijven die in de VS zelf veiligheidssystemen en databases voor elektronisch stemmen ontwikkelt. Meerdere bedrijven deelden petitieformulieren uit aan hun arbeiders. Na veel haperingen, werd de petitie erkend en een referendum georganiseerd. Kort ervoor werd het gerucht verspreid dat Chávez trainingskampen van de FARC en het ELN toeliet op Venezolaan grondgebied. Het mocht echter weer niet baten. Het Plan Consensus dat de oppositie aan de bevolking aanbood als alternatiefvoor Chávez, bestond uit een aantal lauwe vrijemarktmaatregelen die net tot de vorige verkiezing van Chávez hadden geleid. Een vervalste exit-poll die Chávez een nederlaag bezorgde werd tijdens de stemming al verspreid in de media om de kiezers te beïnvloeden …

Voor een deel zijn de aanvallen tegen Chávez mislukt omdat de tijden veranderd zijn, de massale repressie zoals in Chili krijgen de VS niet meer georganiseerd. Maar bovendien was het politieke programma dat ze via de oppositie aan de man brachten volledig op Noord-Amerikaanse ‘waarden’ gebaseerd. Dat bleek onder andere uit volgend initiatief. Meer dan 115.000 dollar werd ingezet voor ‘democratische ontwikkeling’ in Petare, de armste wijk van Carácas. Het programma stelde de lokale bevolking echter zo brutaal voor als ‘poor, uneducated and valueless’ (p. 118) dat niemand er aan deel nam. Chávez won het referendum met 59 procent.

En nog gaf de VS niet op. NED-directeur Carl Gershmann kwam rechtstreeks tussenbeide om Procureur-generaal Isaias Rodriguez er toe te brengen een aanklacht ‘to solicit international intervention in national politics’ (p. 125) in te trekken tegen de leiders van Sumate. Enkele weken later trok de Wereldbank zijn financiële steun voor de hervorming van het Opperste Gerechtshof in. Zelfs presidentskandidaat John Kerry kwam tussenbeide. Onderzoeksrechter Danilo Anderson werd op 18 November 2004 vermoord met een bomauto in het centrum van Carácas. Hij had net oproepingsbevelen ondertekend tegen de 395 coupplegers. Een aantal Venezolanen organiseren sindsdien het verzet naar Cubaans voorbeeld vanuit Miami, Florida.

Het boek zegt niets over het referendum dat Chávez in 2007 heeft georganiseerd (en verloren) om de grondwet te wijzigen. Maar niets wijst er op dat deze ondermijnende activiteiten in Venezuela zouden gestopt zijn. Achteraan het boek zijn een aantal kopies van documenten te vinden, jammer genoeg dikwijls onleesbaar gekopieerd. Een actualisering van dit onderzoek zou nuttig zijn, evenals een Nederlandstalige vertaling.

Essentiële literatuur voor wie iets meer wil weten dan wat de massamedia over deze boeiende periode in Venezuela kwijt willen.

(Uitpers, nr 94, 9de jg., februari 2008)

Noot: Voor zover ze er specifieke uitspraken over hebben gedaan, zullen alle presidentskandidaten van beide partijen het huidige beleid van de VS tegenover Venezuela verder zetten … wordt dus vervolgd.

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=484255&refsource=uitpers

Laatste bijdrages

DE TERUGKEER VAN ONVERSNEDEN KOLONIALISME

Van IJsland tot Groenland Het is allemaal de schuld van de Vikingen. Zowel Vladimir Poetin als Donald Trump beroepen zich op gefingeerde aanspraken op landen die “nooit bestaan hebben”.…

Myanmar vier jaar na de staatsgreep

Bijna vier jaar na de staatsgreep van 1 februari 2021 in Myanmar komen de wijdverbreide en systematische misstanden van de militaire junta tegen de bevolking – waaronder willekeurige arrestaties,…

Hoogspanning in Caracas

Op 10 januari 2025, vijf maanden na de betwiste verkiezingen in Venezuela, wil President Nicolas Maduro de eed afleggen voor een volgende termijn van zes jaar. Niemand is er…

Mens blijven aan het front

You May Also Like

×