Op haar rondreis in Afrika heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Rodham Clinton, de Congolese president Kabila opgeroepen om een einde te maken aan het seksuele geweld op vrouwen in het oosten van zijn land en de militairen van zijn leger die zich daaraan schuldig maken te straffen. Straffeloosheid is uit den boze, zei ze.
17 miljoen $ (12 miljoen €) trekken de Verenigde Staten uit, voor een flink stuk bestemd voor de opleiding van dokters in het verlenen van slachtofferhulp, om de strijd aan te gaan tegen de grootscheepse verkrachtingen, die tijdens de oorlog uitgegroeid zijn tot een uitgelezen wapen om onder de burgerbevolking terreur te zaaien.
Clintons uitspraken zijn met veel goedkeurend geknik ontvangen en geen weldenkende man of vrouw haalt het in zijn hoofd om haar daarover af te vallen. Verleden jaar zijn er 7703 gevallen van seksueel geweld geregistreerd waarbij Congolese soldaten betrokken waren. Tel daarbij de verkrachtingen die het werk zijn van rebellen, leden van milities en criminele bendes, burgers voor wie het de doodnormaalste zaak van de wereld geworden is om op die manier een vrouw te benaderen, tot en met VN-blauwhelmen, en dan stijgt dat cijfer zonder twijfel exponentieel. Clinton is m.a.w. ingegaan op wat uiteenlopende instellingen van haar verwacht hadden, gaande van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch tot CD&V-senator Els Schelfhout. Maar kon ze eerlijk gezegd voor minder gaan? Neen natuurlijk, je hoeft echt geen vrouw te zijn om de Congolese president en zijn regering aan hun verantwoordelijkheid op dat vlak te herinneren.
Wel is de vraag te stellen wat Clintons oproep uithaalt. Het probleem is al lang bekend en de directe oorzaken ook. De oorlog is niet achter de rug. Ondanks het gezamenlijke optreden van het Congolese en Rwandese leger begin dit jaar en de diplomatieke toenadering tussen Kabila en zijn Rwandese amtgenoot Kagame, met onlangs een ontmoeting in Goma, blijven de Rwandese Hutu van het FDLR hun ontwrichtende operaties voortzetten. In het oosten van Congo leven rond een miljoen ontheemden een inhumaan bestaan in kampen. Dat oorlogsgeweld en de sociale ontwrichting die het met zich brengt, zijn een voedingsbodem voor de golf van verkrachtingen. Komt daaraan geen einde, dan kun je het gebruik van seksueel geweld als wapen nooit effectief bekampen. Het wangedrag van de Congolese militairen is een tweede belangrijke verklaring voor het fenomeen. Al jarenlang is het bekend dat de vorming van een nieuw leger op een fiasco uitgedraaid is. Veel meer dan een bijdrage tot de oplossing maakt het leger deel uit van het probleem. In de praktijk heeft iedereen het zowat opgegeven om iets eraan te doen.
Rechteloosheid is een derde factor. Op welke rechters wil Clinton dat Congo een beroep doet om seksuele misdadigers te bestraffen? Zoals zoveel andere domeinen van het maatschappelijke leven, ziekenhuizen en scholen, het douanewezen en de fiscale administratie, functioneren ook rechtbanken niet meer naar behoren. Congo is en blijft een voorbeeld van een onbestaande staat. Clinton zou goed eraan doen om samen met Uitpers naar de site van Foreign Policy te surfen. Jeffrey Herbst and Gregory Mills verwijzen er naar hun artikel van enkele maanden terug, “There is no Congo”. Hun stelling is dat zoiets als de Congolese overheid niet bestaat en de internationale gemeenschap op moet houden om te doen alsof de leiders in Kinshasa hun land besturen: “The very agent that the secretary (Hillary Clinton, noot gp) hopes will solve these outrages — the Congolese state — is at the core of the problem. A government that was set on exercising sovereign authority, given the amount of international assistance available, should have been able to make some progress to counter the illicit mineral trade by now. The problem is that too many different groups, including some associated with the government, benefit from the unregulated trade in minerals”.
Zo komen we tot de kern van de zaak. De exploitatie van grondstoffen, of ze nu een legale schijn heeft dan wel ronduit als plundering te bestempelen valt, is nog altijd de hoofdbekommernis van de meeste auteurs op het terrein in Oost-Congo. Met de uitvoer of smokkel van goud, diamanten, tropisch hout, tinerts, coltan e.d.m. zijn er bakken geld te verdienen en de Congolese elite is niet vies ervan om, zoals dat sinds de Mobutu-jaren gebruikelijk is, enkele balen graan daarvan mee te pikken.
Als Clinton de Congolese leiders voor hun verantwoordelijkheid stelt, heeft ze dus overschot van gelijk. In een interview op Radio Okapi, het station van de blauwhelmen, zei ze letterlijk : “the mineral and other natural resource riches of this country should be used for the benefit of the Congolese people, not for a very small group that have historically benefited, not just for outside corporations or countries that extract the riches and leave with them without really putting back the commensurate investment in the country”. Dat de natuurlijke rijkdommen van het land voortaan de hele bevolking ten goede moeten komen, heeft Clinton op het diner met de regering herhaald. Maar wat is dat meer dan bij de duivel te biechten te gaan en hem de les spellen? Alsof daarmee de aanwending van politieke macht voor persoonlijke verrijking de wereld uit is! Ze heeft niet eens de moeite genomen om met de oppositie contact te nemen.
Nog een waarschuwing van Clinton aan het adres van de regering: ban de corruptie en heb goed bestuur hoog in het vaandel. Kabila kan als argument aanvoeren dat hij in juli 165 magistraten uit hun functie ontzet heeft, een op tien. Onder hen de voorzitter van het Hooggerechtshof. (Tussen haakjes, op dat soort van gerechtelijk apparaat rekent Clinton dus?) De minister van Justitie heeft aangekondigd dat het niet bij rechters blijft en corrupte ambtenaren gauw van hetzelfde laken een pak krijgen. Maar veel meer dan zand in de ogen strooien is dat niet. Sinds 1960, schrijft in Kinshasa L’Avenir, volgen de ene zuiveringsactie op de andere grote schoonmaken of operaties schone handen. Maar waar blijven de resultaten, vraagt de krant zich af.
L’Avenir slaat de nagel op de kop. Mogen we er aan herinneren hoe Kabila in november 2002 drie ministers ontsloeg na de publicatie van het VN-rapport over de plundering van grondstoffen? Mogen we herinneren aan hoe hij op 24 november 2004 gereageerd heeft op de publicatie van het parlementsrapport over corruptie in overheidsbedrijven en zes ministers schorste? De vorige voorzitter van het Hooggerechtshof is in februari 2008 ontslagen. Maar nadien ging alles gewoon door en voor de geviseerden betekende die maatregel geenszins het einde van hun loopbaan.
Alles bij elkaar genomen heeft Clinton tijdens haar stop in Congo weliswaar behartenswaardige maar hoe dan ook weinig verrassende dingen gezegd. Kijk na hoe een kwaliteitsblad als Le Monde de nieuwswaarde van haar bezoek inschat en verslag erover uitbrengt. Buiten een algemene voorbeschouwing en een telex van het nieuwsagentschap AFP heeft de krant welgeteld één artikel over haar reis gepubliceerd, over haar verblijf in Congo met name, op blz. 5, geschreven door haar correspondent in Johannesburg.
Dat Clintons uitspraken bovendien schromelijk te kort schieten om de chaos in Congo te verlichten is ook al geen verrassing. Kijk naar de andere landen die ze aangedaan heeft: olieleveranciers als Nigeria en Angola (dat in 2008 zijn export naar de VS met ruim de helft verhoogde), Zuid-Afrika (als strategische grootmacht), Kenia (voor een vergadering van African Growth Initiative) en ja, ook Congo. Het is Clinton waarschijnlijk veel meer te doen om af te toetsen of het land in aanmerking komt om er de zetel van Africom te vestigen, het Amerikaanse opperbevel voor Afrika dat momenteel vanuit Duitsland opereert, dan om er verkrachte zusters met hand en tand bij te staan en corrupte bevriende politici met de vinger te wijzen. In februari hebben de VS in het kader van Africom extra militaire adviseurs naar Congo gestuurd. Daar komt het voor de Amerikanen op aan: hun heerschappij in de wereld militair onderbouwen en ook in het marginale Afrika een voet in huis hebben. Zo te zien past Clintons’ trip perfect in daet traditionele plaatje. De VS behartigen hun belangen op het Afrikaanse continent en dat is in de eerste plaats de gewaarborgde aanvoer van strategische grondstoffen. Congo was hun uraniumleverancier tijdens de tweede wereldoorlog, dat zijn ze niet vergeten. Veel meer dan dat interesseert ze niet. Nauwelijks 2% van de Amerikaanse buitenlandse handel gebeurt met Afrika. Dat cijfer zegt genoeg.
President Obama’s extreem korte verblijf begin juli in Afrika – iets meer dan 24u. en alleen in Ghana – heeft geen verwachtingen op veranderingen geschapen. Het is zelfs opvallend hoe gelijklopend zijn toespraak is met die van de Franse president Sarkozy in juli 2007 in Dakar. Sarkozy wordt versmaad voor ongeveer dezelfde woorden waarvoor Obama opgehemeld en geprezen wordt. In een mooie analyse zet Le Monde een en ander keurig op een rij. Enkele voorbeelden: dat het Westen niet verantwoordelijk is voor de oorlogen met kindsoldaten (Obama), dat de kolonisatie niet verantwoordelijk is voor de bloedige oorlogen (Sarkozy), dat de toekomst van Afrika een zaak van Afrikanen is (Obama), dat uw lot in uw handen ligt (Sarkozy), dat Amerika als een vriend aan uw kant zal staan (Obama), dat Afrika in Frankrijk een vriend door dik en dun heeft (Sarkozy).
Als bevlogen redenaar komt Obama daarmee weg. Dat aspect van zijn politieke optreden – Obama de predikant – (wat hij in zijn campagne grondig uitgespeeld heeft), kan hem als verkozen staatshoofd parten spelen. Obama is duidelijk veel minder goed in acties om zijn slag thuis te halen dan in het houden van een gloedvol discours. Het gedoe rond zijn plan om een haalbare basisgezondheidszorg in te voeren voor alle Amerikanen, hoe arm ook, is daarvan een levendig bewijs.
Ook de arme Congolezen, en zeker de verkrachte vrouwen, hoeven zich geen begoochelingen te maken. 17 miljoen $ voor een overheid die er geen is, is een schijntje. Het ziekenhuis dat de VS met dat geld willen bouwen in Goma komt in een stad waar er een gevestigd is – Clinton heeft het overigens bezocht -, dat al zeven jaar de slachtoffers van seksueel geweld behandelt. En in de praktijk komt Clintons belofte om het geld via plaatselijke ngo’s te besteden erop neer dat een grote Amerikaanse organisatie het leeuwendeel ervan toegeschoven krijgt. Mondje toe, vrouwen, pak de hulp die je krijgen kunt. Silence is golden was een wereldhit voor de Four Seasons. Clinton moet daarop nog gedanst hebben, une danse macabre in de ogen van veel Congolezen.
(Uitpers, nr. 112, 11de jg., september 2009)