De Oekraiense president is een van die superrijken uit zijn land die omwille van hun serieuze economische macht ook zeer veel politieke invloed concentreren in hun persoon. De macht van de Oekraïense president is gebaseerd op een conglomeraat van industrie en banken. Zijn persoonlijke rijkdom wordt alsmaar groter sinds het uitbreken van de binnenlandse oorlog in Oekraïne.
“Heel Oekraïne ondergaat een diepe crisis”. Heel Oekraïne? Neen.
Een “moedige ondernemer” toont zijn landgenoten hoe men ook in deze crisis goed geld kan verdienen. Deze man heet Petro Porosjenko en werd in 2014 tot president verkozen. Tijdens zijn verkiezingscampagne beloofde hij zijn zakenimperium af te stoten alsook zijn tv-kanaal 5. Daar is niets van gekomen. Blijkbaar omdat men hem voor zijn ondernemingen op de markt de gevraagde prijs niet wilde betalen. Volgens de Britse investeerdersgroep BRE (Building Research Establishment) is het vermogen van Porosjenko in 2015 gestegen tot 858 miljoen dollar. Meer nog, volgens het “Organised Crime and Corruption reporting Project” uit Sarajevo, was de huidige president Porosjenko de enige onder de Oekraïense oligarchen, die zelf in het crisisjaar 2015 toen het Oekraïense BNP met 15 procent daalde, zijn persoonlijk vermogen kon vermeerderen.
Meer dan alleen chocolade
Kort voor zijn verkiezing tot president had Porosjenko in augustus 2014 Rohsen, zijn snoepgoedconcern, en andere ondernemingen waar hij een belangrijke aandeelhouder van is, ondergebracht in een Offshore Holding die geregistreerd is op de Britse Maagdeneilanden. Dat biedt hem bij verkoop enorme voordelen die in Oekraïne niet aan belasting onderworpen zijn. Hij moet zijn Caraïbische holding ook niet vermelden in zijn jaarlijkse vermogensrapport.
Officieel is Roshen eigendom van een Zwitserse “blind trust”. Porosjenko beweert dat hij zich met de lopende zaken niet langer bezighoudt. Dat kan best zijn, maar een belangrijke begunstigde blijft hij als voorheen.
Porosjenko is vooral samen met zijn oude zakenpartners Kononenko en Oleg Gladowski een tweede pijler van zijn zakenimperium aan het uitbouwen. Ze concentreren zich op de in Kiev gevestigde holdingmaatschappij “Prim Assets Capital”. Porosjenko controleert deze holding via de International Investment Bank (IIB) in Kiev waar hij 60 procent van de aandelen heeft. De rest van de aandelen zijn in handen van zijn zakenvrienden Kononenko, Gladkowski, Konstantin Worushilin en de baas van Porosjenko’s automobielbedrijf “Bogdan” in Tscherkasy.
Porosjenko heeft zijn zakenpartners op invloedrijke posten geplaatst. Kononenko is vicefractievoorzitter van het Porosjenko blok in het Oekraïense parlement. Hij werd door de ex-minister voor economie beschreven als de persoon die iedere efficiënte corruptiebestrijding saboteert. Gadkovski zit op de post van voorzitter van de defensieraad. Worushilin werd in juni benoemd tot toezichthouder over de financiële instellingen. Hij heeft zo de hand aan de trekker wanneer banken moeten gered of veroordeeld worden.
Oorlogsprofiteur
De International Investmentbank kende in 2015 een adembenemende ontwikkeling. Tegen de trend in nam haar balanstotaal toe met 85 procent t.o.v. van 2014. In april van dit jaar heeft de Porosjenko bank een verhoging van het eigen kapitaal met 18 procent aangekondigd. Volgens de eigen berichtgeving zijn meerdere van de Porosjenko ondernemingen in het voorbije jaar maar ook al in de periode 2005 tot 2012, ondergebracht op de Britse Maagdeneilanden en Cyprus hetzij als grootste aandeelhouder in holdingmaatschappijen, hetzij als kredietverleners.
Een grote kredietopnemer van de IIB is het autoassemblagebedrijf Bogdan. De oorspronkelijke bedrijfsplanning was een productie van 150.000 auto’s per jaar. Deze voornemens moesten worden opgegeven bij gebrek aan afnemers. In 2015 was het verlies voor het bedrijf 33 miljoen dollar. Vandaag zit het bedrijf terug in de winstzone dankzij de overheidsbestellingen voor het leger. De baas van het met Bogdan concurrerende vrachtwagenbedrijf in Krementchuk, Kostantin Schewago, bekloeg er zich onlangs over dat zijn bedrijf de geproduceerde vrachtwagens in eigen land niet verkocht krijgt, alhoewel het naar 80 landen exporteert. Terwijl Bogdan’s vrachtwagenproductie met Wit-Russische licentie alle opdrachten voor het Oekraïense leger krijgt. Een dochtermaatschappij van Bogdan levert de nodige onderdelen voor het leger en de nationale garde want deze zijn de grootste kredietopnemers bij de Porosjenko bank.
Een van de “Holding Prime Assets Capital” scheepswerven, de “Lenin (sic) Smederij”, profiteert van de opdrachten voor de wederopbouw van de oorlogsmarine. Een agrobedrijf uit het Porosjenko imperium levert de nodige grondstoffen voor de legerrantsoenen.
Britse analisten spreken hier niet over omdat politieke beoordelingen niet tot hun opdracht behoren. Maar het schema toont in alle duidelijkheid dat Porosjenko geld recycleert van zijn offshore ondernemingen in zijn bank, die dan leningen verstrekt aan Oekraïense bedrijven die op hun beurt terugbetaald worden met staatsgeld, financiële middelen van de Europese Unie en het IMF. Dit verklaart ook waarom Porosjenko er baat bij heeft om de binnenlandse oorlog nog op te drijven: het geeft hem de mogelijkheid om zijn fortuin te vergroten en zijn machtspositie te verstevigen.
(vertaald en licht bewerkt door A.U.)