Ze slaan je er dagelijks mee om je oren: als we niets doen, dreigt de vergrijzing onbetaalbaar te worden. Jonge mensen worden ingepeperd dat ze niet meer moeten rekenen op een deftig wettelijk pensioen. En het werkt. Zo reageert bijvoorbeeld Vooruit-voorzitter Conner Rousseau ontgoocheld op het zopas afgesloten akkoord over de pensioenhervorming. “Mijn generatie maakt zich zorgen om hun pensioen later. Om dat veilig te stellen, moeten we echt durven hervormen.”
Beste lezer, laten we de cijfers er eens bijhalen, wat vergelijkingen maken, en bepaal zelf na het lezen van dit artikel of het allemaal zo slecht is gesteld met de betaalbaarheid van het wettelijk pensioen.
Elk jaar presenteert de Studiecommissie voor de Vergrijzing een rapport om de stijgende vergrijzingskosten in kaart te brengen. Men vertrekt van de voorspelde kosten van de volledige sociale zekerheid. Deze zouden stijgen tegen 2049 tot 29,7 procent van het bbp. In 2019 ging het nog om 24,5 procent.
Over een periode van 30 jaar zou de meeruitgave 5,2 procent van het bbp toenemen. Vooral de vergrijzing doet het kostenplaatje stijgen. Maar wat moeten we ons daarbij voorstellen? In 2021 bedroeg het bbp 507,2 miljard euro. In 2021 vertegenwoordigt 5,2 procent van het bbp ongeveer 26 miljard euro aan uitgaven. Aangezien het bbp tussen nu en 2049 zal toenemen, zal die 5,2 procent een veel hoger bedrag vertegenwoordigen.
Maar anderzijds zijn de pensioenuitgaven een zachte helling met jaarlijks slechts een kleine fractie van die 5,2 procent. In een opiniestuk in de krant De Standaard schrijft demograaf Patrick Deboosere dat vandaag één op de vijf Belgen in ons land ouder is dan 65 jaar. “In de toekomst zal dat één op de vier worden. Natuurlijk moeten we dan meer uitgeven aan pensioenen. Die vergrijzing zal niet in hetzelfde tempo voortgaan. We kennen nu een snellere vergrijzing doordat de babyboomers de pensioenleeftijd bereiken. Maar demografische prognoses geven aan dat de vergrijzing zal stabiliseren tussen 2040 en 2050 en dan rond de 25 procent zal blijven schommelen”, aldus Patrick Deboosere [1].
Hebben we er niet altijd naar gestreefd om iedereen een lang en gelukkig leven te bieden? Zou dat niet de hoofdbekommernis moeten zijn van elke politieker? Is dan 5,2 procent van het bbp meer uitgeven aan de sociale zekerheid dan een ramp? Twee vergelijkingen waarmee men het minder moeilijk heeft om geld aan uit te geven, zorgen voor realiteitszin.
- Om de werkgevers te ondersteunen om meer mensen een job te geven, moeten ze een pak sociale zekerheidsbijdragen niet doorstorten naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en ontvangen ze miljarden aan loonsubsidies; dat zijn bedragen die wél van het brutoloon worden afgehouden, maar die de werkgever niet moet doorstorten aan de fiscus. Bedrijven werden op die manier in 2020 voor 11,7 miljard euro gesubsidieerd. Intussen weten we dat die subsidies weinig hebben bijgedragen aan bijkomende jobs, maar wel aan hogere winsten. Lees vooral verder, want we komen hierop terug.
- Blijkbaar heeft men er minder moeite mee om geld te geven aan wapens, dan te zorgen voor waardige pensioenen. Zo heeft men beslist om het defensiebudget op te trekken naar 2 procent van het bbp tegen 2035. Mocht de maatregel onmiddellijk worden ingevoerd betekent dat 5 miljard extra op de begroting van defensie: dat is een verdubbeling. In 2017 stemde het parlement een programmawet met investeringen in wapens ter waarde van 9,2 miljard euro. Begin dit jaar keurde de regering nog eens een militaire investeringsenveloppe goed van 10 miljard en afgelopen maart deed men er nog eens een miljard bovenop om de operationele behoeften op korte termijn te dekken. Een enveloppe van 20 miljard op vijf jaar tijd.
In een open brief luiden 22 economen gezamenlijk de alarmklok over de ontsporende overheidsfinanciën. Ze berekenden dat door het stijgend aantal gepensioneerden tussen vandaag en 2030 er elk jaar 1,3 miljard aan overheidsuitgaven bijkomen. De jaarlijkse uitgaven voor pensioenen en zorg zullen daardoor in 2030 ruim 10 miljard hoger liggen dan vandaag.
Hun antwoord? Maak werk van ernstige hervormingen in pensioenen en gezondheidszorg om de toekomstige uitgavenstijging door de vergrijzing onder controle te houden [2]. Ons antwoord: alleen al snoeien in het merendeel van de subsidies aan de bedrijven én investeren in vrede in plaats van in wapens compenseert volledig de stijging in de uitgaven voor pensioenen tot 2030.
Dan maar de werkgelegenheidsgraad opkrikken?
Om de stijgende vergrijzingskosten in de toekomst te kunnen financieren, blijft men halsstarrig geloven in het opkrikken van de werkgelegenheidsgraad, zodat meer mensen zouden bijdragen aan de sociale zekerheid.
De regering gaat ervan uit dat de werkgelegenheidsgraad, dat is het aantal werkenden tegenover alle mensen die zouden kunnen werken, 80% zal zijn in 2030. Om aan dat cijfer te geraken, verhoogt men onder andere de wettelijke pensioenleeftijd, voert men meer flexibilisering in, opent men een jacht op de langdurig zieken en ondersteunt men de werkgevers met miljarden subsidies.
In de loonkrant die de vakbonden in maart 2021 massaal hebben verspreid, staat te lezen dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dat geld niet naar extra jobs ging, maar naar extra opbrengst voor de aandeelhouders. Dat is ook te zien aan de cijfers. Achttien van de twintig Bel-20-bedrijven maken winst en zullen dit jaar fikse dividenden uitkeren. Dat blijkt uit de jaarverslagen van de betrokken bedrijven die de PVDA-studiedienst kon inzien. Samengeteld gaat het over een totaalbedrag van 8,17 miljard euro dat naar de aandeelhouders vloeit.
Tewerkstelling creëren via dwangmaatregelen of massale subsidies aan de werkgevers, zal de werkgelegenheidsgraad niet opkrikken. En weet je waarom? Omdat werkgevers niet méér mensen aanwerven omdat ze bijvoorbeeld veel subsidies krijgen, maar enkel en alleen wanneer zij er zeker van zijn dat meer mensen leidt tot meer productie die op de markt kan verkocht worden.
Als de werkgever daarvan zeker is, dan zal die eventueel meer mensen aanwerven. Ook langer werken en meer flexibiliteit zorgen niet voor meer tewerkstelling. In tegendeel: mensen worden ziek. Ons land telt 500.000 langdurig zieken. Het aantal werknemers dat ziek thuiszit met een burn-out is in drie jaar met 66 procent toegenomen [3].
Dat het wettelijk pensioen in de toekomst een zware last dreigt te worden, heeft, zoals je kon lezen, weinig te maken met budgettaire ruimte. Het is niet het geld, maar de politieke keuze die het probleem vormt!
Notes
[1] De pensioenen onbetaalbaar? Het is maar hoe je het bekijkt, De standaard, 05/07/2022, p.28
[2] 22 vlaamse en franstalige economen uitgavendrift vloekt met dramatische overheidsfinanciën, De Tijd, 14/07/2022
[3] Aantal burn-outs op de werkvloer stijgt met 66 procent in drie jaar, De Tijd, 07/07/2022, Pagina 4
Creative Commons
Dit stuk verscheen eerder op:
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2022/07/19/het-wettelijk-pensioen-is-perfect-betaalbaar/