De Wereldbank en het Internationaal Muntfonds worden 80 dit jaar! Een eerbare leeftijd die zonder twijfel door heel wat ngo’s en sociale bewegingen zal ‘gevierd’ worden. Deze twee Bretton Woods instellingen zijn zowat het grote zwarte schaap die met veel overtuiging alle neoliberale recepten aan de landen van het Zuiden hebben opgedrongen. Ook al zijn het niet de enige schuldigen, het klopt zeker wel dat ze een grote verantwoordelijkheid dragen voor het vele economische en sociale onheil dat arme landen is aangedaan.
Zij waren het die een ongebreidelde mondialisering voorstonden, die hun beleid legitimeerden met een zogenaamde ‘armoedevermindering’, daarna zijn overgestapt op ‘sociale bescherming’ vooral om de echte sociale bescherming van de verzorgingsstaten teniet te doen. Het probleem van de schandelijk grote en groeiende ongelijkheid hebben ze veel te laat ingezien en tot vandaag pleit de Wereldbank ervoor om enkel naar beneden te kijken. Het zijn de armen zelf die moeten groeien en zo de ongelijkheid verminderen. De rijken worden ongemoeid gelaten!
We leven vandaag in een wereld die onhoudbaar is. Niet enkel door de bestaande en dreigende oorlogen, maar vooral door de oprukkende klimaatverandering en de alsmaar toenemende kloof – zeg maar ravijn – tussen arm en rijk. Het neoliberale project is fataal mislukt, wie kan er nog aan twijfelen? Of juist goed gelukt, maar dan voor de rijken die ontzettend veel rijker werden.
Een nieuwe wind?
Bij het IMF bereidt men zich blijkbaar voor op een grote bocht. ‘We hebben een ander soort groei nodig’, zei IMF Directeur Generaal Kristalina Georgieva onlangs. De mondialisering was niet in het voordeel van iedereen en het is dringend nodig om de ongelijkheid aan te pakken. We hebben een duurzamer en rechtvaardiger wereld nodig. Het multilateralisme moet worden aangepast aan de 21ste eeuw!
Dergelijke uitspraken kunnen volledig los staan van het feitelijke beleid, maar misschien is er toch meer aan de hand.
In het jongste tijdschrift van het IMF, ‘Finance and Development,’ wordt een hele reeks bijdragen gepubliceerd van economen die hun eigen denken en hun discipline onder de loep nemen.
Eén van de leukere bijdragen komt van Angus Deaton die bekent zijn zowat hele denken op de helling te zetten.
We zijn voorbij gegaan aan de machtsrelaties op de markt, zo stelt hij. We zijn de ethiek vergeten en moeten ons opnieuw afvragen wat de bedoeling is van economie? Efficiency is lang niet genoeg, er moet ook ‘equity’, rechtvaardigheid bij komen. Met onze toegepaste economie zijn we niet langer in staat om de wereld te begrijpen, aldus nog de auteur. Historici zijn er veel beter in dan wij economen om grote stromingen en oorzakelijke verbanden bloot te leggen. In alle nederigheid moeten we ook bekennen dat vakbonden niet zo maar een storende factor zijn. Ze kunnen helpen om bedrijven vlot te laten draaien met goede arbeidsvoorwaarden. En ja, ook vrijhandel wordt over de hekel gehaald en nee, migratie is niet noodzakelijk en altijd een positief gegeven.
Je moet even naar adem snakken als je dit allemaal leest. Een andere auteur, Diane Coyle, stelt vast dat in de economie de theorie maar al te vaak de praktijk volgt, en niet omgekeerd. Vandaag is de situatie zo totaal anders dan in het recente verleden dat we niet anders kunnen dan ons aan te passen. Ze lanceert een oproep om te werken aan een nieuwe ‘welfare economics’.
En geopolitiek?
Er wordt blijkbaar echt nagedacht in Washington vandaag. De vice-Directeur Generaal van het IMF, Gita Gopinath, bekeek de geo-economische relaties en maakt zich grote zorgen. De landen van het Zuiden kennen een vrij zwakke groei, de aan de gang zijnde oorlogen beletten meer convergentie en in die context kunnen arme landen zich geen nieuwe Koude Oorlog permitteren. Ze beveelt hen aan een niet-gebonden status aan te nemen en vooral geen partij te kiezen!
In 1950 hadden de twee grote blokken, de V.S. en de Sovjet Unie zowat 80 % van de wereldwijde omzet in handen. Vandaag hebben de landen van het Noorden, samen met China en Rusland, niet meer dan 70 % voor zich. Zowel de handel als de buitenlandse investeringen lopen terug.
De mondialisering is zo goed als stil gevallen. Na Covid, met de spanningen tussen de V.S. en China en de nieuwe oorlogen zijn de internationale relaties grondig aan het veranderen. De bestaande multilaterale regels zijn helermaal niet geschikt in die nieuwe situatie. Er zijn vandaag té weinig regels en er is helemaal geen scheidsrechter meer!
De fragmentatie van vandaag is vooral in het nadeel van het Zuiden. Vandaar dat ze er alles moeten aan doen om de economische samenwerking met elkaar en met anderen te blijven promoten. Geo-economische conflicten vermijden is wellicht onhaalbaar, maar het slechtst mogelijke scenario moet vooral ontweken worden. Het is een algemeen belang om het multilateralisme te blijven verdedigen, maar dan in het kader van gefragmenteerde relaties en meer bescherming voor de samenwerking. Een niet-gebonden status is daarbij het meest aangewezen.
Dat is allemaal erg nieuw. Of dit ook gevolgen zal hebben voor het beleid van de instelling, valt af te wachten, maar met wat duwen en trekken door de ngo’s die Bretton Woods volgen, komt er misschien wat beweging in het starre neoliberale denken. En wat hoop.