Stilaan maar zeker komt in Cambodja het proces op gang tegen de zogenaamde Rode Khmer. Een proces dat er komt op vraag van de Verenigde Naties en wat dan genoemd wordt de ‘Internationale Gemeenschap’, waarmee bedoeld wordt een alliantie van landen onder leiding van de Verenigde Staten. Aan dit proces ging heel wat druk vooraf op de regering van Eerste Minister Hun Sen in Cambodja om met dit proces in te stemmen.
Alleluja!
En wie de media leest ziet overal het trompetgeschal der tevredenheid en blijheid want, zo klinkt het, gerechtigheid zal na meer dan 30 jaar eindelijk geschieden. Waren die Rode Khmer onder leiding van Pol Pot, het ‘monster van de twintigste eeuw in Azië’, niet verantwoordelijk voor de moord op misschien wel twee miljoen Cambodjanen?
En dan durfde die regering van Hun Sen zich nog tegen dergelijke gerechtelijke genoegdoening verzetten. Geen beschaafd mens welke daar tegen kon zijn en dus moest die Hun Sen en zijn regering wel een stelletje onmensen zijn. Maar mede onder leiding van buitenlandse magistraten, want die in Cambodja kan men toch niet vertrouwen, zal men nu eindelijk recht spreken. Alleluja!
Een opgegraven massagraf in het executiecentrum Choeung Ek buiten Phnom Penh, waar de Rode Khmers 166 lijken zonder hoofd begroeven. (foto Mieke Vanbilsen)
De Rode Khmer in de regering
Dat klinkt allemaal mooi voor diegenen die …aan geheugenverlies lijden. Wie weet bijvoorbeeld nog dat in België de Libre Belgique in 1989 bij monde van haar sterjournalist Philippe Paquet in een editoriaal opriep om die Rode Khmer terug aan de macht te brengen?
Wie weet nog dat ditzelfde voorstel voor het maken van een coalitieregering met de Rode Khmer gedaan werd door diezelfde ‘Internationale Gemeenschap’ bestaande uit de Verenigde Naties, de VS en de Europese Unie waaronder België. Iets waartegen Hun Sen zich steevast verzette. En als er dan eindelijk een akkoord kwam, hield dat een amnestie in voor die Rode Khmer, op vraagt van… ja, diezelfde ‘Internationale Gemeenschap’. En dit allemaal voluit gesteund door de Westerse media, incluis de Belgische. De paar uitzonderingen daargelaten.
Zelfs een door zijn parlementaire meerderheid, incluis de eigen partij, in de parlementscommissie Buitenlandse Zaken onder druk gezette toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens, weigerde die steun aan de Rode Khmer stop te zetten. Waarbij zijn woordvoer Johan Swinnen, later ambassadeur in Kigali en Kinshasa, in een lang gesprek alle mogelijk intellectuele pirouettes bovenhaalde om dit immorele en domme beleid toch te verdedigen.
Steun de Rode Khmer
Wie weet ook nog dat in de periode van 1978 tot 1989 diezelfde ‘Internationale Gemeenschap’ de Rode Khmer militair, politiek en financieel steunde? Onder applaus van opnieuw diezelfde media. Zo diende er elk jaar in de Algemene Vergadering van de VN gestemd over de vertegenwoordiging van Cambodja. En steevast stemde ook ons land voor de Rode Khmer, daar vertegenwoordigd door Thiounn Prasith de schoonbroer van de nu gearresteerde Rode Khmer Khieu Sampan. Een slag in het gezicht van de Cambodjaanse bevolking en dit onder applaus van de media. Volgens de Belg Raoul-Marc Jennar, een van ’s werelds meest eminente kenners van Cambodja, geniet die Thiounn Prasith trouwens Amerikaanse bescherming.
Een boom in het executiecentrum Choeung Ek buiten Phnom Penh, waartegen de Rode Khmers kinderen dood sloegen. (foto Mieke Vanbilsen)
Elke insider uit die periode herinnert zich trouwens de foto’s waarop te zien is hoe de Belgische ambassadeur in Thailand, Patrick Nothomb fier mee de bevoorrading verzorgde van de Rode Khmer en hun bondgenoten. Met Belgisch belastingsgeld. En wie vergeet ooit die mooie ontroerende foto van de echtgenote van de Amerikaanse president Jimmy Carter die in een kamp van de Rode Khmer voor het oog van de tientallen camera’s lieftallig een baby knuffelde. Ja, want de VS heeft iets voor kinderen.
Artsen zonder schaamte
En dan was er het wereldje van bepaalde NGO’s. Neem Artsen zonder Grenzen toen onder leiding van Bernard Kouchner, de huidige Franse minister van Buitenlandse Zaken, wier eerste belangrijke operatie de steun aan de kampen van die Rode Khmer was. Artsen zonder Grenzen ging daarbij zelfs optreden als het propagandadepartement van die Rode Khmer. Zo namen ze regelmatig journalisten mee naar die kampen waar deze dan van de NGO een eenzijdig verhaal opgelepeld kregen, een kopie van het verhaal van de Rode Khmer. Wat door de perslui bijna steevast als zijnde het evangelie klakkeloos werd overgenomen.
De organisatie ging zelfs zover dat ze fondsen ter beschikking stelde voor de publicatie in 1988 van het boek ‘Le mur de bambou’ van Esmeralda Luciolli. Een brok propaganda waarin mooi gezwegen werd over de misdaden begaan door het toenmalige verzet van de Rode Khmer & Co tegen de Cambodjaanse bevolking. Pas in 1989 zal Artsen zonder Grenzen de getraumatiseerde bevolking in Cambodja gaan helpen. Anderen als Oxfam and Broederlijk Delen waren na de bevrijding in 1979 van Cambodja door de Vietnamezen er bijna onmiddellijk actief.
Zelfs Amnesty International zweeg jarenlang in haar jaarverslag over de misdaden van de Rode Khmer en haar bondgenoten, haar pijlen exclusief richtend op de regering van Hun Sen en de Vietnamese bezettingstroepen, de enigen die toen de Rode Khmer effectief bestreden.
Verhalen in de Westerse media over de onmenselijke toestanden in de door de Rode Khmer & Co beheerde vluchtelingenkampen in Thailand moest men zoeken met de microscoop. Alleen de regering van Hun Sen en haar Vietnamese beschermers waren misdadigers en schuldig aan zowat alles wat de propagandamachine van Washington en de Rode Khmer kon bedenken. Amper een medium of journalist die er vraagtekens bij plaatste.
Een hypocriete buitenwereld
En nu 18 jaar na het einde van de steun aan de Rode Khmer door enkele NGO’s, de ‘Internationale Gemeenschap’ en de media duikt er plots de eis op voor een proces tegen die Rode Khmer. Waarbij men eerst zelfs eiste dat niet Cambodjaanse rechters maar door de VN aangestelde buitenstaanders die taak op zich moesten nemen. Wie vertrouwt nu eenmaal Cambodjanen? Wat uiteindelijk na onderhandelen wat werd aangepast zodat de buitenlanders een minderheid gaan vormen in het rechtscollege dat de vrienden van de nu al jaren overleden Pol Pot in Cambodja moet berechten.
En de media tevreden. Zonder het ooit zo expliciet te stellen steunden Artsen Zonder Grenzen, Amnesty International en de media jarenlang de terreur van Pol Pot en zijn Rode Khmer. Nu is er een plotse koerswijziging.
Plots ontdekt men in het Westen de mensenrechten en Pol Pot in Cambodja en moet dat land plooien naar de eisen van de moraalridders in de VS, de VN en Europa, incluis de media. En voor een arm land dat smeekt om buitenlandse steun en investeringen is het moeilijk om tegen hen nee te zeggen. Dit terwijl Cambodjanen en NGO’s rond mensenrechten vanaf 1979 tevergeefs bij de VN Commissie voor de Mensenrechten en de VN zelf aanklopten. Nooit kwam een antwoord.
Voor Cambodja was de zaak geklasseerd. Men had de oorlog immers gewonnen, de in de maatschappij diepe wonden waren aan het herstellen en de Rode Khmer stierven door ouderdom en ziekte de een na de ander. Die wonde terug opentrekken was duidelijk niet de eerste behoefte in Cambodja. Massaprotest over het uitblijven van een proces tegen de Rode Khmer is er trouwens nooit geweest. Ooit was er in 1980 onder Vietnamese bezetting een proces gevoerd tegen die Rode Khmer en dat leek voldoende. Maar arme landen moeten plooien naar de grillen van de rijken en machtigen. Niet omgekeerd.
Het is dan ook geen verrassing dat vooral onder Amerikaanse druk alleen de misdaden begaan door Cambodjanen tussen april 1975 en 6 januari 1979 tijdens het proces ter sprake mogen komen. De rest is voor onder het tapijt.
De media lijden aan amnesie
Dat ondertussen de wandaden van de Britten en hun protestantse handlangers in Noord-Ierland onder het tapijt worden geveegd is voor amper iemand een probleem. Hetzelfde in Spanje waar zelfs een recente rehabilitatie van de slachtoffers van de fascistische dictator Franco problematisch bleek. Maar hier in deze twee gevallen geen eis van de ‘Internationale Gemeenschap’ en geen als moraalridders optredende media. Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn immers rijk en lid van diezelfde ‘Internationale Gemeenschap’ die genoegdoening eist in … Cambodja.
Over hun eigen tekortkomen daar zwijgen ze allen over. Hetzelfde voor de media die nu pakken verhalen publiceerden over de Rode Khmer en hun gruwel maar lekker zwegen over de smerige rol die zij, de Westerse regeringen en de VN ooit in de zaak speelden. Raar waren de verwijzingen in de pers naar die steun en gebeurde het toch dan was dan terloops zodat men het sneller kon vergeten dan het geschreven was.
Het eigen optreden is exemplarisch
Collectief geheugenverlies door de media heet dat. Voor de Cambodjaanse slachtoffers van de Rode Khmer en diegene die de waarheid zoekt: Niets anders dan het verspreiden van halve waarheden, verdraaiingen en leugens. Maar ja, het geweten van de moraalridders is weer gesust. En het geeft de mogelijkheid om in de toekomst het eigen optreden als exemplarisch voor te stellen. Als men de feiten maar verzwijgt. De Westerse kruisvaarder kan dan verder het Grote Morele Gelijk prediken tegen diegenen die internationaal in de weg lopen door neen te zeggen tegen de eisen van Washington & Co. Met de Rode Khmer als exemplarisch voorbeeld. Of hoe de Rode Khmer nog nuttig zijn.
(Uitpers, nr. 93, 9de jg., januari 2008)