In Zuid-Afrika staat Jacob Zuma klaar om de voortijdig opgestapte Thabo Mbeki op te volgen als president van het land. Op de achtergrond van deze machtsstrijd doemen de torenhoge sociale en economische problemen die nu nog verzwaard dreigen te worden door de wereldwijde financiële crisis. Over een klein half jaar zijn het verkiezingen en dat is misschien het ogenblik voor een maatschappelijk debat over de verwezenlijkingen van Zuid-Afrika sinds de val van de Apartheid.
Je maakt het zelden mee maar in Zuid-Afrika hebben ze het onlangs beleefd: de regeringspartij heeft haar eigen president, een dik half jaar voor er aan zijn tweede ambtstermijn een einde zou komen, de wacht aangezegd. Het ANC, aan de macht sinds de eerste democratische verkiezingen ruim veertien jaar geleden, heeft Thabo Mbeki na negen en een half jaar gedwongen om voortijdig op te stappen. Niet vanwege corruptie, onbekwaamheid, ziekte of wat dan ook maar gewoon omdat de partijtop hem weg wil, het resultaat van een onfrisse machtsstrijd. Nadat Mbeki eind verleden jaar intern het pleit verloren had bij de verkiezing van een nieuw partijbestuur – een meerderheid van de leden verving hem toen als voorzitter door zijn gewezen vice-president, Jacob Zuma – is hem met deze beslissing de politieke doodssteek toegediend.
Wat is er aan de hand in dit Zuid-Afrika, bijna vijftien jaar na het definitieve einde van de Apartheid? Een niets ontziende machtsstrijd pur sang. Zuma, drie jaar terug door Mbeki aan de kant gezet wegens zijn betrokkenheid bij een corruptieschandaal, is via de grote poort in de hoogste regionen van de Zuid-Afrikaanse politiek teruggekeerd. Afgelopen december als ANC-voorzitter, volgend voorjaar, na de verkiezingen in april, ongetwijfeld als nieuwe president van het land, de opvolger van Mandela, Mbeki en Kgalema Mothlante, die voor Zuma de stoel warm houdt.
De uitspraak van het Hooggerechtshof van 12 september, dat niet inging op de eis van het openbare ministerie om een rechtszaak tegen Zuma aan te spannen, heeft voor hem de weg naar het hoogste ambt vrijgemaakt. Zuma moet dus niet voor de rechter verschijnen op beschuldiging dat hij Thint, het Zuid-Afrikaanse dochterbedrijf van wapenfabrikant Thales, vroeger Thomson-CSF, bescherming toegezegd heeft in ruil voor een half miljoen rand (50.000 €) smeergeld. De zestien aanklachten die op hem rusten, gaande van corruptie over fraude tot gangster- en witwaspraktijken, zijn van de baan. Een proces zoals tegen zijn financieel adviseur, Schabir Schaik – veroordeeld tot vijftien jaar, de aanleiding voor Mbeki om zich van Zuma te ontdoen –, blijft Zuma bespaard. Hij is nu zelf witgewassen.
Een merkwaardig element in het vonnis is een zinspeling van de rechter dat Mbeki het erop aanlegde om Zuma te vervolgen. Dat laatste heeft voor Zuma zeker de deur dichtgedaan. Zes maanden wachten op het einde van Mbeki’s tweede en laatste mandaat was geen optie meer. Hoewel het openbare ministerie aangekondigd heeft het daarbij niet te laten en een nieuwe aanklacht voor te bereiden, mag Zuma op zijn twee oren slapen. Voor 2010 komt er alvast geen proces en als het ooit zover is, zit hij tegen die tijd al lang in het pluche. Krijg hem daar maar uit.
We mogen Zuma’s offensief tegen Mbeki niet zomaar afdoen als een revanche op wat die hem aangedaan heeft. Er is veel meer aan de hand. Op Zuma mikken die vleugels van de drievoudige alliantie rond het ANC, die Mbeki al lang verwijten dat hij met zijn liberale aanpak onvoldoende tegemoet gekomen is aan de verzuchtingen van de onderlaag van de Zuid-Afrikaanse samenleving. Dat ligt ten grondslag aan de machtsstrijd, die Mbeki voortijdig zijn kop gekost heeft.
Met name binnen de vakbondskoepel Cosatu en de SACP, de communistische partij, die zich beide in het heetst van de bevrijdingsstrijd aan het ANC vastgeklonken hebben, klinken de kritische stemmen het luidst. Bij hen moet Zuma straks te biechten als ook hij niet sneller dan Mbeki de schromelijke ongelijkheid van de apartheidsjaren ongedaan kan maken. De bonzen en de communisten zullen hem op zijn beurt op het matje roepen om zich te verantwoorden over de torenhoge werkloosheid, de achterstand in onderwijs en de kloof met rijke Zuid-Afrikanen in huisvesting en gezondheidszorg, die de zwarte gemeenschap niet overbrugd krijgt.
De kans is immers reëel dat Zuma evenmin slaagt waar Mbeki te kort geschoten is. Als je de veranderingen nagaat, die onder Mbeki teweeggebracht zijn, de betere stroom- en watervoorzieningen in zwarte woonwijken bv. en het aantal gebouwde huizen, is de balans niet ronduit negatief. Alleen is het zo dat het marktgerichte, op stimulering van de uitvoer geënte beleid in de geglobaliseerde wereld van vandaag niet tot grootschalige schepping van banen en een kleinere ongelijkheid leidt, veeleer integendeel. Naast Zuid-Afrika is Brazilië daarvan een springlevend voorbeeld. Tot spijt van wie het ook bij ons benijdt zijn liberalisering, deregulering en privatiseringen geen wondermiddelen.
Mbeki heeft dat overigens beseft. Geleidelijk aan is GEAR, wat staat voor Growth, Employment and Redistribution, als beleid moeten wijken voor initiatieven als ASGISA (Accelerated and Shared Growth Initiative of South Africa), and NIPF (National Industrial Policy Framework). Veel meer dan in zijn eerste ambtsperiode ligt de klemtoon op overheidsinterventie, arbeidsintensieve activiteiten en aandacht voor de informele economie. Het oogmerk is om armoede en werkloosheid tegen 2014 te halveren. Maar zoals zo vaak in dergelijke omstandigheden gebeurt, heeft de klok Mbeki ingehaald.
Bovendien zit economisch een en ander tegen. De geplande groei van 6%, wat overeenkomt met het gemiddelde voor heel Afrika, is niet gehaald. Dat komt omdat Zuid-Afrika er, op wat zijn markt bij uitstek is voor de afzet van industriële waren, met de sterk toegenomen concurrentie van Chinese producten kampt. Ook wat investeringen betreft, snoepen de opkomende economieën uit Azië mogelijkheden af, die vroeger als vanzelf in de schoot van Zuid-Afrikaanse ondernemingen vielen.
Door de financiële crisis, die zich de voorbije weken over een flink stuk van de wereld verspreid heeft en de economische weerslag die ze dreigt te hebben – met een veralgemeende recessie als waarschijnlijk gevolg -, ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Zelfs in China, Zuid-Afrika’s grootste afnemer van grondstoffen, is de groei de eerste negen maanden voor het eerst sinds drie jaar onder 10% gezakt, een daling van 2,3% in vergelijking met dezelfde periode in 2007. Het IMF verwacht voor volgend jaar weer een zij het lichte afname van het groeicijfer. Als het helemaal de verkeerde kant opgaat, houdt de crisis in dat niet alleen voor Zuid-Afrika maar voor het hele continent aan de periode van grotendeels op de uitvoer van grondstoffen steunende economische expansie een einde komt.
Voeg in het geval van Zuid-Afrika daaraan interne elementen toe als de trage landbouwhervorming, waardoor het aantal landloze boeren niet drastisch genoeg vermindert, te weinig kmo’s en de gebrekkige scholingsgraad. Zo teken je een plaatje, dat precies zoals Mbeki ook Zuma moeilijk gauw zwarter of roder in kan kleuren om de progressieven binnen het ANC, de vakbondslui en de communistische partij te plezieren. Er is m.a.w. geen reden om aan te nemen dat de karwei voor Zuma minder lastig is als voor zijn voorganger.
Wat Mbeki’s positie op de duur onhoudbaar gemaakt heeft, is een combinatie van factoren. Al tijdens zijn eerste ambtsperiode was zijn ster sterk getaand. Dat had even goed met zijn regeerstijl als zijn beleid te maken. Mbeki is een intellectueel, die zich naarmate hij langer aan de macht was, met een kleine kring insiders omringde, die niet met hem van mening verschillen. Sinds hij aan het hoofd van het ANC staat, is de toch al niet grondig gewortelde debatcultuur binnen de organisatie erop achteruit gegaan. Het ANC heeft het Orwelliaanse begrip misdunk gecultiveerd. Mbeki wordt ook steevast aangewreven dat hij te dikwijls afwezig was en zich te weinig met de kwalen in eigen land bezig hield.
Zijn het nu net die twee verwijten – te ver afstaan van Zuid-Afrika’s doordeweekse problemen en versmoren van de discussie – die onlangs op een schrijnende manier Mbeki’s falende beleid in de verf gezet hebben. In mei hebben de migrantenrellen overal in de wereld de voorpagina’s gehaald, onmiskenbaar het gevolg van een gebrekkige aanpak. In 1999 heb ik op Fespaco, het jaarlijkse internationale festival in de Burkinese hoofdstad Ouagadougou, The Foreigner gezien. Die film ging over een West-Afrikaanse kruidenier in een wijk van Johannesburg, die buren vanwege zijn succes in zaken vermoorden. Als dat op dat moment – negen jaar geleden ! – al een filmthema is, dan weet je dat er een tijdbom onder de samenleving ligt.
Van zelfs maar een begin van oplossing heeft Mbeki nooit werk gemaakt, te druk bezig met Zimbabwe waarschijnlijk. In de Oegandese krant New Vision schreef ik op de 28e mei : “with a view to the presidential and parliamentary elections scheduled for 2009, it could be a great idea to have an open, democratic debate on what the country has achieved since 1994 and what its liabilities are”. Misschien komen de Zuid-Afrikaanse politici ertoe om nu de machtsstrijd ten einde is, de discussie over de werkelijke problemen van het land aan te gaan.
Wat voor Mbeki een kaakslag van jewelste geweest is, kan op de duur voor de regenboognatie een opsteker zijn. De ANC-top heeft bij monde van Zuma zoveel arrogantie en autoritair, populistisch optreden aan de dag gelegd, dat uiteindelijk niet iedereen dat zomaar gepikt heeft. Een van de eerste tenoren om zwaar op Zuma af te geven was de ontslagnemende Minister van Defensie, Lekota. Terror is zijn roepnaam, die hem niet vanwege zijn verwoestende activiteiten met een AK-47 in de hand opgeplakt is maar omdat hij in zijn jonge jaren de veelscorende spits van zijn soccerteam was. Toen Lekota op de radio ervan gewag maakte dat hij zijn scheidingspapieren ingevuld had, lag de reactie van het ANC in de lijn van de verwachtingen: de partij schortte zijn lidmaatschap op. Al gauw was de oprichting van een nieuwe politieke formatie talk of the town in Zuid-Afrika.
Benieuwd of het zo ver komt en of Lekota en zijn kompanen – hij heeft meteen van verscheidene kanten steun gekregen voor zijn idee – zo kort voor de verkiezingen, nauwelijks zes maanden, erin slagen om tot een bedreiging voor het ANC uit te groeien. Laten we niet uit het oog verliezen dat het ANC in 2004 bijna 70% van de stemmen in de wacht gesleept heeft, goed voor 279 van vierhonderd zetels. Zo’n feitelijk monopolie aanvechten is geen sinecure. Maar voor de prille democratie die Zuid-Afrika toch nog is en het maatschappelijke debat kan een echte oppositiebeweging – geen formatie als Inkatha, exclusief op Zoeloes gericht, of een partij voor de rijken als de Democratische – een aanwinst betekenen.
(Uitpers, nr 103, 10de jg., november 2008)