Dat is de kern van de boodschap die door de Ecuadoraanse president Rafael Correa werd meegedeeld op de milieutop Rio+20 in Brazilië. Hij maakte daarbij gebruik van statistieken om de verhouding tussen de landen in de wereld aan te tonen. Zijn conclusie? De verantwoordelijkheid om onze planeet te beschermen is gemeenschappelijk, maar verschillend.
De Ecuadoraanse president toonde een grafiek waaruit bleek dat twintig procent van de rijkste landen zestig procent koolstofmonoxiden, één van de grootste oorzaken van de milieuverontreiniging, uitstoten. Hij voegde eraan toe dat “het meest aanstootgevende van deze gegevens is dat twintig procent van de armste landen minder dan één procent uitstoten. Dat betekent een verhouding van 83 op 1. ‘Voor iedere ton koolstofmonoxide die de armste landen uitstoten, doen de rijkste landen dan 83 keer meer”. Correa benadrukte hiermee dat we niet allemaal even verantwoordelijk zijn, “omdat arme landen vaak natuurproducten genereren die ze niet consumeren, maar waarvoor ze toch moeten betalen. De planeet beschermen tegen klimaatveranderingen is een verantwoordelijkheid van iedereen”.
Volgens Rafael Correa is het noodzakelijk het systeem te veranderen om de bescherming van onze planeet te kunnen garanderen. “In deze tijd is men vooral bekommerd om het redden van banken, terwijl maatregelen om het milieu te beschermen prioriteit zou moeten krijgen.” In dit verband verwees de president naar het Kyoto Protocol dat in februari 2005 in voege trad en dat door landen als Verenigde Staten nog steeds niet werd geratificeerd. Men heeft weliswaar vooruitgang gemaakt met de uitvoering van het protocol, maar het kan niet zijn dat men bedragen uittrekt als compensatie voor ontbossing en herstel, maar dat de bewoners die het woud onderhouden daarvoor helemaal geen vergoeding ontvangen. Er is gebrek aan een rechtvaardig concept voor globaal natuurbehoud.
De notie van ‘het goede leven’
Rafael Correa benadrukt op de milieutop dat de notie van ‘buen vivir’ die Ecuador voorstelt een belangrijke wijziging inhoudt van het begrip ‘ontwikkeling’. “Het veronderstelt namelijk ook culturele veranderingen bij iedere mens en van elke maatschappij. Om inhoud te kunnen geven aan dat concept heeft Ecuador een Universele Verklaring van de Rechten van de Natuur voorgesteld. Die declaratie werd al opgenomen in de Ecuadoraanse grondwet, die als eerste stipuleert dat de natuur geen object maar een subject is. De natuur waardoor het leven mogelijk wordt gemaakt moet op een respectvolle manier onderhouden worden.”
Het staatshoofd benadrukt dat duurzame ontwikkeling van onze planeet geen technisch, maar een politiek probleem is. “Wie zijn immers degenen die verontreinigen en wie zijn degenen die milieuproblemen veroorzaken? (…) Indien het de rijke landen zijn die die problemen veroorzaken dan is het ook maar rechtvaardig om daarvoor compensaties te vragen. De oorzaak van de crisis in Europa en de Verenigde Staten zijn de markten die de samenlevingen in hun greep hebben. Het kapitaal staat boven de mens en de natuur. Wij moeten op zoek gaan naar een rechtvaardige en niet naar een mercantilistische logica om deze planeet even mooi te kunnen overdragen aan onze kinderen als wij ze ontvangen hebben.’