Het Internationaal gerechtshof deed vandaag een uitspraak in de genocidezaak die Zuid-Afrika aanhangig heeft gemaakt tegen Israël. Hierna kort het vonnis en mogelijke gevolgen.
Het Hof verklaart in eerste instantie dat het bevoegd is. Het kan dus dit vonnis uitspreken in afwachting van een definitief vonnis waarin het ten gronde zal oordelen over de vraag of er sprake is van een Israëlische genocide tegen de Palestijnen in Gaza. Het beperkt zich daarom voorlopig tot de dringende maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het Genocideverdrag van 1948 niet wordt, of niet langer wordt, overtreden.
Het Hof legt zes voorlopige maatregelen op:
- 15 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël alle maatregelen moet nemen die binnen zijn macht liggen om alle daden te voorkomen die binnen de reikwijdte van Artikel 2 van de Genocide Conventie (GC.2) vallen.
- 15 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël er onmiddellijk moet voor zorgen dat zijn militairen geen daden begaan die binnen de reikwijdte van GC.2 vallen.
- 16 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël alle maatregelen moet nemen die in zijn macht liggen om het directe en publieke aanzetten tot genocide tegen leden van de Palestijnse gemeenschap te voorkomen en te bestraffen.
- 16 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël onmiddellijk de verstrekking van dringend noodzakelijke basisvoorzieningen en humanitaire hulp mogelijk moet maken.
- 15 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël maatregelen neemt om te verzekeren dat de vernietiging van bewijsmateriaal wordt voorkomen en bewaard blijft met betrekking tot beschuldigingen van GC.2-daden.
- 15 van de 17 rechters stemmen ervoor dat Israël binnen de maand verslag zal uitbrengen aan het Internationaal Gerechtshof over de naleving van deze bevelen.
Het Hof benadrukt ook dat alle partijen zich moeten houden aan het internationaal humanitair recht. Het uit zijn bezorgdheid over de gijzelaars van Hamas en andere gewapende groepen en vraagt hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating.
Wat nu?
Het valt op dat het Hof niets zegt over het beëindigen of zelfs maar het tijdelijk staken van de vijandelijkheden, hoewel die net de context bieden voor mogelijke genocidale daden. Nochtans was een staakt-het-vuren het oorspronkelijke objectief van de Zuid-Afrikaanse juridische inspanningen. Een maand na de Russische invasie in Oekraïne, beval het Internationaal Gerechtshof wel dat Moskou zijn oorlog zou staken. Dat dit in het geval van de oorlog in Gaza -die op enkele maanden tijd meer dodelijke slachtoffers heeft geëist dan de oorlog in Oekraïne in bijna drie jaar- is teleurstellend.
De uitspraak van het Hof stuurt wel een sterk signaal richting Israël en kan de wereldwijd steeds luider weerklinkende roep om een staakt-het-vuren versterken. De druk op Israël en zijn grootste medestander, de Vereigde Staten, neemt toe. De acties van Israëlische soldaten in Gaza en de uitspraken van hun politieke leiders en generaals zullen extra onder loep worden genomen. Maar toch kan Israël ervoor kiezen om de maatregelen opgelegd in de voorlopige uitspraak straal te negeren. Ze zijn immers niet afdwingbaar, net zomin als de uiteindelijke uitspraak ten gronde die later zal volgen.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu kondigde in de aanloop naar vandaag alvast aan dat zijn land zich door geen enkele uitspraak zou laten beïnvloeden. “We zullen de veiligheid in zowel het zuiden als het noorden herstellen”, schreef Netanyahu op X. “Niemand zal ons tegenhouden – Den Haag niet, de as van het kwaad niet en niemand anders.”
Voor derde staten wordt het moeilijker om de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof te negeren, zeker als ze hun geloofwaardigheid willen behouden. Nu het Hof zich bevoegd heeft verklaard en er met zijn dringende maatregelen rekening mee houdt dat er mogelijks sprake is van genocide, is het voor staten duidelijk dat het leveren van wapens en andere steun (politiek, militair,…), kan leiden tot medeplichtigheid.
Het kernkabinet van de Belgische regering heeft onlangs beslist dat het de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in deze zaak zou respecteren. Het is dan ook een logisch gevolg dat de regering nu moet garanderen dat er op geen enkele manier nog wapens en munitie vanuit, of via België naar Israël gaan, om er zo voor te zorgen dat ze niet medeplichtig blijkt aan mogelijks genocidale praktijken.