George W. Bush heeft enkele ernstige, grote problemen. De zittende president moet zijn herverkiezing winnen, en het probleem waarover de Amerikaanse kiezers zich de grootste zorgen maken is de gezondheid van de VS-economie, niet Saddam Hoessein of zijn zonen. Met de economische gezondheid van de Verenigde Staten gaat het veel slechter dan wat men in de officiële statistieken toegeeft.
De oorlog tegen Irak werd niet gevoerd omdat Amerika zo sterk is. Het was een bekentenis van fundamentele zwakte; een zeer groot riskant spel. Het was een poging om de economische grondvesten van het globale dollarsysteem te stabiliseren, die toen nog niet zo zwak waren als op het huidige ogenblik. De werkelijke toestand van de Amerikaanse economie is niet rooskleurig. De beurskrach van de aandelenmarkt was maar het begin van een reeks financiële schokken die de zekerheid van de dollarwereld ondermijnen.
Economie en productie
De baas van de Centrale Bank van de VS verbaasde het Amerikaanse Congres onlangs met een verrassende verklaring. Alan Greenspan gaf toe, dat de Amerikaanse economie op dit ogenblik praktisch geen beduidende prestatie kan laten zien in de industriële technologie. Zijn grootste zorg bestaat erin, hoe men het best het Amerikaanse financiële kaartenhuis voor instorting kan behoeden. Hij wil de instroom van tenminste 1,5 tot 2 miljard dollar van uit het buitenland draaiende houden, opdat de Amerikaanse consumenten verder met geleend geld zouden kunnen uitgeven.
In zijn bericht voor het "Comittee on Financial Services" in het Huis van Afgevaardigden op 15 juli, stelde Greenspan zich de shockerende vraag: " Is het voor een economie belangrijk een producerende industrie te hebben?" Deze vraag is zeer omstreden. Greenspan beantwoordde zelf de vraag: " Belangrijk is dat de economie waarde creëert". Of deze waarde tot stand komt door grondstoffen te nemen om er iets uit te produceren dat de verbruikers willen, of men de meerwaarde creëert door verschillende dienstverleningen waarnaar de consument vraagt, maakt naar alle waarschijnlijkheid geen groot verschil met betrekking tot de levensstandaard. Zolang men zich geen zorgen hoeft te maken tot de toegankelijkheid van de buitenlandse producenten van industriegoederen, argumenteren Greenspan en Co., het geen rol speelt of men produceert of niet.
Klaar uitgedrukt betekent dat, wat Greenspan zegt, het gelijk blijft of de Amerikaanse industrie zich al dan niet terugtrekt uit de goedkope productielanden zoals China of India. Het is van geen belang dat de Amerikaanse industrie niet meer genoeg kwaliteitsproducten in eigen land produceert. Het blijft gelijk of als gevolg van de importen van producten het handelsdeficit met Japan, China, de EU en rest van de wereld een recordhoogte van 500 miljard dollar jaarlijks bereikt heeft.
Wat voor Washington en Greenspan telt, is dat de buitenlanders verder hun dollaroverschot in de VS-economie pompen, een verdere vorm van dollar-recycling boven de petrodollar-recycling. Dat biedt de gewone burger ‘inkomen en koopkracht’, maar met geld van anderen.
Aangezien de wereldhandel in olie en andere belangrijke producten zich in dollars vertaald, kan de VS-economie schulden opstapelen met geleend geld. Dat is met het gespaarde geld van de wereld, dat van de Duitsland, Frankrijk, Japan en China incluis. Daar de dollar nog steeds de standaard en reservemunt is voor bijna 65 procent van de wereldhandel, is het voor de VS mogelijk om met geleend geld de boel draaiende te houden. Daarbij komt nog dat de Verenigde Staten de enige overgebleven militaire supermacht is.
In 1970 waren nog 30 procent van de Amerikaanse werknemers in de producerende industrie werkzaam. Met de trend van goedkope ‘outsourcing’ is het aantal tewerkgestelde in deze economische bedrijfstak gezonken tot 15 procent. Multinationale ondernemingen van de VS investeren jaarlijks 140 miljard dollar in het buitenland Hierdoor elimineren ze arbeidsplaatsen in de VS en hollen de producerende industrie in eigen land uit. Dan blijft nog alleen de dienstverlenende en de verbruikerseconomie over, afhankelijk van buitenlands geld en de dollar als wereldreservemunt. Dit is een gevaarlijke combinatie!
Greenspan, het financiële ‘chicken’
De huidige VS-economie consumeert minstens 150 miljard dollar meer dan dat het land produceert. Voor Greenspan is dat allemaal in orde. Geen enkel ander land zou zich zo een handelsdeficit kunnen permitteren, zonder met een geldcrisis geconfronteerd te worden. Voor buitenlandse investeerders zou het risico te groot zijn mocht bijvoorbeeld Duitsland, Denemarken of Japan jaar na jaar zo een deficit laten zien, om nog verder in deze economieën te investeren. De Verenigde Staten als enige supermacht gelooft dat ze het zich permitteren kan.
Tot nu toe heeft de VS-handelsbalans al ieder jaar een deficit vertoond sedert Nixon de goudstandaard in 1971 opgeheven heeft. Dit jaar zal dit handelsdeficit van de VS een nog nooit bereikt record halen van 500 miljard dollar. Maar de staatssecretaris voor financiën laat doodeenvoudig bankbiljetten bijdrukken om het proces draaiende te houden. De vraag is, hoelang zal de rest van de wereld nog aanvaarden, dat haar producten betaald worden door de Amerikaanse minister van financiën en de Centrale Bank van de VS met inflatoire dollars?
Met de euro heeft de Europese Unie voor het eerst de potentiële mogelijkheid een alternatief voor de dollar aan te bieden dat sterk genoeg is. Maar dan moet de EU ook vastberaden in deze richting handelen.
Om deze dreiging het hoofd te bieden, heeft de VS een knalharde boodschap uitgezonden door haar oorlog tegen Irak. Het was en is een waarschuwing aan de Europese Unie, om geen ‘olie-voor-euro’ ideeën te ontwikkelen. In Japan, China en in Azië denkt men reeds na over alternatieven voor de Amerikaanse dollar, maar ze zijn toch nog bevreesd voor het risico.
Zolang de dollar de koning van de wereldhandel en de financiële wereld blijft, zal het met de wereldeconomie langzaam bergaf gaan en zullende dollarschulden blijven stijgen.
Buitenlandse centrale banken zijn op dit ogenblik crediteur voor 43 procent van de totale schuld van de VS. Moesten ze plotseling nog maar een klein deel van de in hun bezit zijnde Amerikaanse waardepapieren verkopen en de dollar laten vallen, dan zou dit in de Verenigde Staten en op andere plaatsen een grote economische schok veroorzaken. Sedert 1971 speelt Washington met zijn handelspartners het financiële ‘chicken’ spel, klaar uitgedrukt: Washington speelt met de angsten van zijn bondgenoten. Wanneer de dollar in elkaar zakt, zal Duitsland, of Japan en de EU ook tot het kamp van de verliezers behoren. Hierdoor kon de Verenigde Staten in de voorbije dertig jaar op de ‘poef’ en boven zijn stand leven.
De bank van Japan en de bank van China en enige andere Aziatische centrale banken hebben intussen volgens de ramingen 1,5 biljoen dollar aan Amerikaanse staatsleningen en waardepapieren van parastatale immobiliën-financiers, zoals Freddie Mac of Fannie Mae in hun bezit.
Waarom komen deze overschotten terug naar de VS als ze Amerikaanse obligaties kopen? Omdat de buitenlanders, sedert Nixon de gouddekking van de dollar afschafte, niets anders overblijft wanneer ze met hun dollars tenminste een winst willen realiseren. Ze kunnen ze niet meer in goud omzetten. De zekerste investering voor hun dollars is bijgevolg het aankopen van Amerikaanse staatsleningen of waardepapieren van de Amerikaanse immobiliënmarkt.
China bezit 340 miljard van deze dollarreserves, Japan meer dan 200 miljard. Wanneer een deel hiervan verkocht zou worden, zou dit een koersdaling van de dollar tot gevolg hebben en zouden er grote verliezen ontstaan. Daarom blijven ze bij de dollar, zelfs wanneer deze zwakker wordt. Met als gevolg dat de netto schuldenlast van de VS bij de rest van de wereld stijgt. Nu is dat ongeveer 3 biljoen dollar, deze som zal stijgen tot 3,7 biljoen dollar in 2004. De Aziatische centrale banken hebben ongeveer 1,5 biljoen dollar in hun portefeuille. De rest bevindt zich in de Europese en andere private geldkoffers.
Tot op heden zijn de Verenigde Staten in staat gebleken om van het geld van anderen te leven. Omdat ze weten dat de Europese Centrale Bank (ECB) of de Bank van Japan en andere toch niets anders overblijft dan staats- en andere VS-waardepapieren te kopen. Omdat, wanneer de dollar nog dieper zou zakken, ook de Chinese, Japanse en Europese export en arbeidsplaatsen getroffen worden. Om dergelijk risico te beperken hebben de Centrale Bank van de EU en Japan sedert de oorlog tegen Irak vele dollar waardepapieren gekocht. Met deze dwangmatige aankopen neemt de rest van de wereld de uit controle geraakte schuld van de Amerikaanse economie en staat over. Dit is een de facto belasting voor de rest van de wereld.
Zijn er grenzen?
Enkelen beginnen zich af te vragen, of er nog een grens is. Hoelang zullen de Aziatische en Europese centrale banken en privé-investeerders nog geld in de dollar investeren.
De VS-economie is er alleen maar in geslaagd een ernstige ineenstorting van de aandelenmarkt van drie jaar geleden te vermijden door het feit dat de Amerikaanse verbruiker hoge schulden heeft aangegaan. "Shop until you drop ( koop tot ge er bij neervalt)" is bij de Amerikanen een geliefde uitdrukking. De banken hebben de rente tot 1 procent doen dalen, dat is het laagste rentepeil sedert 45 jaar. De doelstelling is de kosten voor het aangaan van schulden zo laag mogelijk te houden, opdat de Amerikaanse families nog meer zouden lenen om geld uit te geven. Ongeveer 70 procent van de VS-economie leeft van de uitgaven van de consument. Het grootste deel daarvan is voor het aanschaffen van een eigen huis. Dit deel heeft een recordhoogte bereikt. Het aangroeien van deze bijkomende schuldenlast bij de Amerikaanse families heeft een zeer alarmerend peil bereikt, terwijl de hele producerende industrie verder stagneert of zich in neerwaartse trend bevindt. Slechts 74 procent van de productiecapaciteit van de bedrijven wordt gebruikt, dat is een historisch dieptepunt. Bij zo veel niet gebruikte productiecapaciteit is er maar een kleine kans dat de ondernemingen in de toekomst in nieuwe bedrijven en werkplaatsen zullen investeren.
Daarom rekent Greenspan verder op buitenlands geld, om de enorme schuldenlast van de consument door een lage rentelast verder te ondersteunen. Als er geen buitenlands geld meer zou binnenstromen om de Amerikaanse economie te ondersteunen, dan zou de centrale bank van de VS gedwongen worden om de rente te verhogen om zo de dollarinvesteringen aantrekkelijker te maken. Maar hoge interestlasten zou bij deze verbruikerschuld een crisis veroorzaken, vele zouden niet meer in staat zijn hun schuldverplichting na te komen. Hogere rente zou de economie van de Verenigde Staten in een diepe recessie of nog erger storten. Dit kan vrij vlug gebeuren, ondanks de hoop van George W. Bush om herkozen te worden.
De Amerikaanse gezinnen hebben in de eerste zes maanden van dit jaar nieuwe hypotheken opgenomen voor een waarde van 723 miljard dollar. Het groeipercentage van de schulden heeft zich ten opzichte van het jaar 2000 verdubbeld. De huidige schulden door hypoteken in de VS is ongeveer 5 biljoen dollar, dubbel zoveel als in 1996. De schuldenlast van de Amerikaanse gezinnen is veel sneller gestegen dan het pro-capita inkomen .
De 20 biljoen dollar schuldenluchtbel
In de VS is er geen daadwerkelijke verbetering zichtbaar, alleen maar een koopopleving die gefinancierd wordt door schulden, die door de aankoop van huizen tot stand komt. Wanneer we de miljoenen Amerikaanse families hierbij betrekken, die besloten hebben om naar de bank te gaan om hun uitstaande leningen te laten herfinancieren en om nieuwe hypotheekleningen aan te gaan, verwacht de Mortgage Bankers Association voor dit jaar een record van 3,3 biljoen dollar aan hypotheekleningen. Dat overstijgt het record van vorig jaar, dat reeds 2,5 biljoen dollar bedroeg..
De totale schuld van de Amerikaanse gezinnen was in juni van dit jaar goed voor 8,7 biljoen dollar, dat is dubbel zoveel als in 1994. De Amerikaanse gezinnen verlengen de afbetalingstermijn van hun schulden, wanneer het om de aankoop van eigen woning of auto handelt. In doorsnee is de afbetalingstermijn nu voor auto’s 60,7 maand, in 2002 was dat 58,9 maand. Het geleend bedrag voor de aankoop van een nieuwe auto is gemiddeld 28.000 dollar, voor het aanschaffen van een nieuwe woning is het gemiddeld geleend bedrag 243.000 dollar. Dit is een significante waarde inflatie sedert de laatste 3 jaar.
Het meest alarmerend is de stijging van de schuldenlast voor de aankoop van een woning of land. Opdat de consument verder zou kopen, heeft de centrale bank de rente sedert 2001 dertien keer verlaagd, om zo de aankoop van een woning bij de doorsnee Amerikaanse burger toch nog aan te moedigen. Door de lage rente lenen de Amerikanen veel geld om een huis aan te kopen.
De banken kunnen de bij hen aangegane leningen op hun beurt verder verkopen aan parastatale hypotheek-garantie firma’s, d.w.z. aan Freddie Mac of Fannie Mae. Deze semi-staatsfinanciers zijn het hart van deze laatste financiële luchtbel, dat is een luchtbel van biljoenen dollar.
Aangezien Freddie Mac bereid is de geleende bedragen over te kopen, maken de lokale banken geen probleem over de risico’s van de regionale huisverkopen. Dikwijls verlenen de banken een krediet aan de gewillige consumenten van 100 tot 125 procent van de waarde van een huis en strijken zo enorme winsten op. Het enige probleem is, dat door de stijgende werkloosheid en een economie die niet groeit het tot een botsing moet komen met de realiteit en de markt voor het verschaffen van leningen in de immobiliënsector zijn grens dreigt te bereiken. Dan bestaat het gevaar dat de consument ophoudt met kopen, en de producerende industrie niet sterk genoeg is om nieuwe jobs te creëren om zo een herstel mogelijk te maken.
Het is best mogelijk dat we deze grens reeds bereikt hebben. In augustus is de rente in de VS terug beginnen stijgen omdat de bezitters van Amerikaanse waardepapieren paniekerig zijn beginnen te verkopen. Ze vrezen dat de immobiliënopleving voorbij is en proberen zoveel mogelijk nog winst uit hun belegging te halen vooraleer de prijzen in elkaar stuiken .Er circuleren berichten, waarbij de Europese Centrale Bank aan de bij haar aangesloten banken adviseert, wegens het risico, geen waardepapieren van Freddie Mac of andere financiële instellingen van de VS te kopen. Deze waarschuwingen hebben de banken over de ganse wereld er toe aangezet om hun grote investeringen in VS-staatsleningen te overdenken.
De economie van de VS is op een piramide van schulden opgebouwd. In totaal 20 biljoen dollar schulden van private en openbare instellingen, wat volgens de Bond Market Association een stijging van 400 procent is ten opzichte van 1985.
Zolang Greenspan er in slaagt buitenlanders te overtuigen om verder dollarschulden te kopen, kunnen de Amerikanen Japanse auto’s, Chinese pc’s, Italiaanse schoenen en Duitse BMW’s kopen. En de buitenlandse centrale banken kunnen dan hun dollarwinst terug in dollars investeren. Wanner deze dollar recycling ketting breekt en het vertrouwen in de dollar vermindert, dan kan Greenspan of Bush hiertegen weinig ondernemen om dat proces te stoppen.
Deze 20 biljoen schuldenluchtbel, die zelfs door enkelen op 34 biljoen geschat wordt, is een veel groter massavernietigingswapen, die de VS en de rest van de wereld bedreigt dan de vernietigingswapens van Irak of Noord Korea. Het buitenlands beleid van Washington is een wanhopige poging om te verhinderen dat dit massavernietigingswapen explodeert.
(Uitpers, nr. 48, 5de jg., december 2003)
Vertaald en bewerkt door Antoine Uytterhaeghe. Deze tekst verscheen eerder in: Vrede. Tijdschrift voor internationale politiek, 46ste jg., nr. 364, november-december 2003. (zie ook www.vrede.be