Staf SCHOETERS. Rubensrood. De Geheime Queeste van P.P. Rubens. Antwerpen, Triloga Editions, 2007. 308 blz. + 32 blz. bijlage. € 22,95.
Esoterisme, de zoektocht naar geheimen die slechts aan een beperkt aantal ingewijden bekend zijn, viert weer hoogtij met boeken als de Da Vinci Code. Maar het is een fenomeen van alle tijden. Vergeten we bij ons niet het magisch realisme. En de drang naar velen om aan de lippen van een of andere goeroe te gaan hangen in de hoop in mysteriën allerhande te worden ingewijd.
Bij het begin van de lectuur van Rubensrood van Staf Schoeters, die al naam heeft gemaakt met dectectives, thrillers en met wat hij “historische intrigeromans” noemt, denkt men al gauw dat het boek op de Da Vinci-golf meesurft. Zeker omdat op de frontpagina, en enkel daar, de ondertitel “De Geheime Queeste van P.P. Rubens” prijkt.
Maar dat is niet de enige keer dat de lezer op het verkeerde been wordt gezet. Rozenkruisers, de steen der wijzen en een zoektocht naar het levenselixir zijn pittige ingrediënten van deze thriller. Ook het verhaal dat het rood dat Rubens gebruikt – vandaar de titel Rubensrood – zijn eigen bloed zou zijn, wordt verteld, terwijl het eigenlijk gaat om het karmijnrood dat wordt gemaakt uit een soort schildluis, de cochenille. De dag van vandaag wordt het nog altijd gebruikt, bv. in de fabricage van lippenstift, of om yoghurt en ijsjes roze te kleuren. Als je op de verpakking E-120 leest, weet dan dat de kleur uit het bloed van een luis kom!
Rubens, en vooral zijn huis, het Rubenshuis op de Wapper in Antwerpen, spelen een belangrijke rol in het boek, zij het wel dat het boek pas begint in 1649, negen jaar na de dood van de prins van de Vlaamse schilderkunst, Pieter Paul Rubens (1577-1640). Het begint namelijk met de moord op een klerk van het Antwerpse stadhuis, die op de hoogte is van enkele “geheimen” over Rubens’ vader en van Rubens’ jeugdjaren en die wil verkopen aan een met speculatie rijk geworden en rentenierend handelaar, Maarten van Groenen, die zijn vrije tijd wil vullen met het schrijven van een biografie van de meester. Maar aangezien P.P. Rubens een boegbeeld is van de contrareformatie en op geen enkele manier in diskrediet mag worden gebracht met betrekking tot eventuele sympathieën van zijn vader voor het protestantisme of diens overspelige relatie met een vooraanstaande dame, wordt de man uit de weg geruimd.
Meer mogen we eigenlijk niet vertellen, want het gaat om een thriller of, zo je wil, een “historische intrigeroman”. Eens de plot gekend is de spanning er uit. De lezer moet maar alle stukjes van de puzzel in elkaar laten vallen. Zoals het een “historische intrigeroman” past, besteedt de auteur zeer veel aandacht aan historische details, zowel over Antwerpen als de over internationale politiek van die tijd. Op het einde van het boek volgt nog een bijlage van 32 bladzijden met commentaar en uitleg over plaatsen, personen, gebeurtenissen, schilderijen…
Boeiende lectuur en bijzonder vlot geschreven, goed voor een aantal uren ontspanning. Wat niet weg neemt dat er wel hier en daar zwakke plekken zijn. Zo lijkt het weinig waarschijnlijk dat een doorwintert speculant als Maarten van Groenen zich zo gemakkelijk in de luren zou laten leggen door vrij ongeloofwaardige verhaaltjes van zijn koetsier, nadien secretaris, Hendrik. Maar het wordt allemaal goedgemaakt door de onverwachte wendingen die het verhaal neemt. Aan te bevelen ontspanningslitteratuur.
(Uitpers, nr 85, 8ste jg. , april 2007)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=486131&refsource=uitpers