De Franse parlementsverkiezingen van 12 en 19 juni worden geen kopie van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Toen ging het tussen rechts – zittend president Emmanuel Macron – en uiterst-rechts – Marine Le Pen; Nu gaat het vooral tussen Macrons ‘Ensemble’ en de Nupes, de alliantie van links gedomineerd door Jean-Luc Mélenchon, derde met 21,95 %.
Links rekent door de eenheid in Nupes op stevige winst. Vraag is alleen hoeveel kiezers deze keer naar de stembus trekken. Vorige keer, in 2017 was dat minder dan de helft. De campagne verloopt erg loom, de opkomst zou deze keer best nog lager kunnen zijn. Macron werkt die loomheid zelf in de hand, hij neemt geen enkel initiatief, dat zou de campagne immers kunnen aanwakkeren. Alleen het onvoorstelbare geklungel bij de match Real Madrid tegen Liverpool in de Stade de France, brengt wat leven in de brouwerij.
Mélenchon premier
De Nupes (Nouvelle Union Populaire Ecologique et Sociale) hoopt op een elan nu links bijna eensgezind naar de kiezers trekt. Nog niet zo lang geleden, viel te vrezen dat links nagenoeg uit de Assemblee zou verdwijnen, dat geen enkele partij nog in staat zou zijn genoeg gekozenen te hebben om een fractie te vormen. Maar daar verschenen Mélenchon en de Nupes.
Nupes is een coalitie van La France Insoumise (LFI), de groene Europe Ecologie-Les Verts (EELV), de communistische PCF en de socialistische PS. Deze verrassende electorale alliantie pakt uit met een programma van 650 punten dat Frankrijk een nieuwe, sociale en ecologische, richting moet uitsturen. En dat zou moeten gebeuren met een regering geleid door premier Jean-Luc Mélenchon.
De presidentsverkiezingen hebben de krachtsverhoudingen binnen links ineens grondig gewijzigd. Bij de Europese verkiezingen van 2019 leek het leiderschap van links, eerder centrumlinks dan, te liggen bij het groene EELV dat meer dan 13 % scoorde, terwijl LFI en PS nauwelijks boven 6 % geraakten en de PCF bleef steken op 3 %.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen daarop boekten de groenen weer opvallende successen, ze haalden steden als Lyon, Bordeaux en Straatsburg binnen, terwijl de PS heel blij kon zijn met het behoud van steden als Parijs, Rijsel, Rennes en er zelfs de burgemeesters in Marseille en Nancy bij kreeg. Bij de regionale verkiezingen behield de PS de regio’s die het al had. LFI kwam er telkens nauwelijks aan te pas.
LFI
Dat laatste weerspiegelt de zeer zwakke territoriale inplanting van LFI. Die beweging moet het voor haar campagnes hebben van de zogenaamde ‘sociale media’. Ze heeft veel jonge enthousiaste militanten die deze media zeer goed weten in te schakelen in een campagne. Dat is erg nuttig geweest in de nationale presidentsverkiezingen.
Maar op lokaal vlak speelt dat veel minder een rol, dan zijn het individuele kandidaten die op het terrein zelf moeten verschijnen. LFI heeft nauwelijks een apparaat, campagne voeren via Internet vergt geen eigen lokalen met permanenten, zoals PS en PCF er hebben.
Toen de Union Populaire, het etiket waarmee Mélenchon naar de verkiezingen trok, de voorbije weken ineens grote vergaderingen met honderden medewerkers moest beleggen, zat ze met de handen in het haar. Ze kreeg in Parijs het hoofdkwartier van de POI (Parti Ouvrier Indépendent), een van de drie grotere trotskistische groepen die binnen LFI werkt.. Mélenchon keerde zo terug naar zijn vroeger militantisme, zoals onder andere ex-premier Lionel Jospin (PS) en Jean-Christophe Cambadélis, ex-leider PS, was hij lid van de OCI waarvan de POI de voortzetting is.
Door dat gebrek aan structuur is er binnen LFI dan ook weinig of niets te merken van interne democratie, Mélenchon heerst, ontevredenen vertrekken.
Dissidenten
De redelijk autoritaire manier waarop Mélenchon ook de Nupes zoveel mogelijk naar zijn hand zet, wekt wat wrevel bij de partners. Bij het groene EELV houden de twijfelaars, onder wie presidentskandidaat Yannick Jadot, zich heel discreet op de achtergrond. Bij de PCF wordt gegromd omdat mogelijke kandidaten met een lokale inplanting, plaats moeten maken voor een door LFI geparachuteerde kandidaat.
Bij de PS is er openlijke en uitgebreide dissidentie. Verscheidene kandidaten van Nupes krijgen een PS-concurrent die dan het Nupes-etiket niet heeft. Daar kan vooral de Macronie op teren.
Die dissidenten verwijten Mélenchon en LFI onder meer dat ze de ‘laïcité’ (het lekenkarakter van de Franse staat en samenleving) ondergraven door mee te doen aan campagnes tegen islamofobie georganiseerd door de Moslim Broeders. Dat levert Mélenchon wel heel veel stemmen op van Franse moslims.
Systeem
De verkiezing verloopt in twee ronden, met één zetel per kiesdistrict. Indien geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen haalt, komt er een tweede ronde. Om aan die ronde te kunnen deelnemen, moet een kandidaat wel minstens 12,5 % van het aantal ingeschreven kiezers halen. Als slechts de helft daarvan opdaagt, betekent dat 25 % van de uitgebrachte stemmen. Met gemiddeld 11 kandidaten per district, vallen er dus zeer veel uit voor de tweede ronde.
In 2017 waren er dat ontzettend veel. Er was slechts één enkele triangulaire, een tweede ronde met drie kandidaten. In alle andere districten waar er een tweede ronde nodig was, bleef het beperkt tot de twee hoogste uit de eerste.
De verdeeldheid onder links in 2017 heeft links talrijke zetels gekost, zelfs in linkse districten, wonnen de Macronie of rechts. Alleen al door de eenheid rond de Nupes, zal links talrijke zetels winnen, maar waar verdeeldheid blijft, komt dat in het gedrang. Nupes kan wel rekenen op veel steun bij de jongeren, daar zijn ze de sterkste, maar jongeren gaan doorgaans veel minder naar de stembus dan oudere, meer conservatieve, kiezers.
Meerderheid?
Nupes voert campagne rond “Mélenchon premier ministre” en wekt daarmee bij de achterban de hoop dat er een linkse meerderheid in zit. Dus een cohabitatie Macron-Mélenchon, zoals er twee keer een cohabitatie is geweest, een keer met François Mitterrand (PS) als president en de rechtse Jacques Chirac als premier, later diezelfde Chirac als president en Jospin (PS) als premier. Dat zou Macron natuurlijk beletten allerlei hervormingen door te voeren, zoals die van de pensioenen.
Een meerderheid zit er echter verre van in. Zelfs met een sterk elan waarbij de linkse kiezers deze keer niet massaal thuis blijven, is het systeem links niet goed gezind. Door de concentratie van linkse kiezers in talrijke districten, heeft links gemiddeld meer stemmen voor een zetel nodig dan rechts. Door de eenheid kan links wel meer dan het huidige zetelaantal (rond 70) verdubbelen, bijna verdrievoudigen zelfs. Dat maakt nog geen meerderheid van de 577 zetels.
En rechts
Haalt Macrons ‘Ensemble’ daarom wel een meerderheid? Er is niet alleen concurrentie van links natuurlijk. De rechtse Les Républicains (LR) is zwaar gehavend uit de presidentsverkiezingen gekomen, maar heeft nog lokale bolwerken. Van de 101 zetels van vorige keer, zal het toch wel enkele tientallen kunnen redden.
LR dreigt wel wat zetels te verliezen aan uiterst-rechts, vooral dan aan het Rassemblement National van Marine Le Pen. Maar ook al haalde zij in de eerste ronde bijna 23 % en in de tweede 41%, dat vertaalt zich niet noodzakelijk in veel zetels.
Het RN lijdt een beetje aan hetzelfde als LFI: alles draait rond het kopstuk, in casu Le Pen. Zij kan slechts in één district kandidaat zijn, in de meeste andere lijdt RN aan bloedarmoede. Vooral in de noordelijke regio’s waar ze zeer hoge scores haalde, gaat het bovendien om een volks kiespubliek dat weinig belangstelling heeft voor parlementsverkiezingen. RN bleef vorig jaar bij de regionale verkiezingen erg onder de verwachtingen, onder meer omdat een deel van de achterban zich slechts mobiliseert bij presidentsverkiezingen.
Uiterst-rehts gaat bovendien verdeeld naar de slag. Reconquête, de beweging van de sinistere Eric Zemmour, dient bijna overal kandidaten in. Renconquête is wel aangeslagen door de mindere prestatie van Zemmour, 7 %, maar blijft hopen dat het RN in crisis komt en het uiterst-rechts kan overnemen. Zemmour zelf is kandidaat in de Var, district met het mondaine Saint-Tropez, waar het RN hem voor de voeten komt lopen.
Door die verdeeldheid riskeren RN-kandidaten onder de 12,5 % te blijven en daardoor uitgeschakeld te worden voor de tweede ronde. Bij RN zijn de verwachtingen dan ook niet hooggespannen, al zal er zeker winst worden geboekt, RN heeft slechts zes uittredende kandidaten en kan zeker rekenen op enkele tientallen zetels. Genoeg om de Macronie van een volstrekte meerderheid weg te houden?
Veel zal afhangen van de opkomst. Als het aan Macron ligt, mag die best laag zijn, het zou betekenen dat de opposanten te weinig konden mobiliseren.