Op 10 mei vinden in de Filippijnen presidentsverkiezingen plaats. Op die dag worden ook 12 van de 24 senatoren en alle leden van het huis van volksvertegenwoordigers verkozen. Wat is de inzet? Wie zijn de kandidaten? En vooral, zullen de verkiezingen verandering brengen voor de Filippino’s? Een overzicht in 10 vragen.
1. Wat is de inzet van de verkiezingen?
Deze verkiezingen moeten een opvolger aanduiden voor de huidige president, Gloria Macapagal-Arroyo. Ze kwam in 2001 aan de macht omdat ze vice-president was toen haar voorganger, Joseph Estrada, werd afgezet door massaal volksprotest. In 2004 won ze de presidentsverkiezingen van de populaire filmacteur Fernando Poe Jr. Al vlug bleek dat ze de verkiezingen gestolen had. De fraude kwam aan het licht door gelekte opnamen van telefoongesprekken waarin een lid van de kiescommissie Arroyo “een miljoen stemmen voorsprong” beloofde. Gezien haar zwakke machtsbasis en de niet aflatende stroom van schandalen steunde ze tijdens haar bewind op de militairen die ze de vrije hand gaf. Massale mensenrechtenschendingen waren het gevolg. Mensenrechtenorganisaties telden tijdens haar ambtsperiode meer dan 1118 politieke moorden en honderden verdwijningen.
President Arroyo en haar familie werden ook genoemd in een lange reeks corruptieschandalen. Ook op sociaal-economisch vlak is het bilan van de ambtsperiode van Arroyo negatief. IBON, onze Filippijnse partnerorganisatie, kwam tot het besluit dat de regering van Arroyo de rechten van de Filippino’s niet afdoende gerespecteerd heeft:
- Het recht op voedsel : 60% van de Filippino’s heeft het moeilijk om voldoende voedsel te kopen en 9,3 miljoen gezinnen kunnen onvoldoende inname van energie voorzien. Drie miljoen kinderen onder vijf jaar oud hebben ondergewicht en evenveel kinderen van 6 tot 10 zijn ondervoed.
- Het recht op gezondheid : van alle presidenten die na het einde van de dictatuur (1986) aan de macht kwamen, besteedde Arroyo het minst van al aan gezondheidszorg. Het overheidsbudget voor gezondheidszorg viel terug tot ongeveer 1 peso (2 eurocent) per hoofd per dag. Dagelijks sterven gemiddeld 180 kinderen aan ziekten die gemakkelijk te voorkomen of te genezen zijn.
- Het recht op onderwijs : van alle 100 kinderen die het eerste leerjaar aanvangen, zijn er maar 66 die de basisschool afmaken, 43 die de (vier jaar) middelbare school volledig doorlopen en 14 die hogere studies met succes afronden.
- Het recht op waardig werk : de werkloosheid was nooit zo hoog als in de periode 2001-2008. Het officiële minimumloon is minder dan de helft van wat een gezin van vijf nodig heeft om te overleven.
IBON wijst er op dat de overheid verplicht is om deze rechten te realiseren voor de bevolking. In 9 jaar Arroyo-bestuur is dat dus niet het geval geweest.
2. Wat zijn de plannen van de huidige presidente?
De populariteit van Arroyo is momenteel niet bepaald hoog. Aangezien de Filippijnse grondwet geen herverkiezing toestaat na een volledige ambtstermijn, kan ze zich geen kandidaat meer stellen. Toch verdwijnt Arroyo niet van het politieke toneel. Ze is immers kandidaat-volksvertegenwoordiger en hoopt vervolgens de positie van kamervoorzitter te kunnen innemen. Dat is een zeer belangrijke politieke positie in de Filippijnen.
Als Arroyo erin slaagt om de grondwet te laten veranderen en het presidentiële systeem om te vormen tot een politiek bestel met een regering die steunt op een parlementaire meerderheid, kan ze zelfs eerste minister worden. Haar verkiezing is in elk geval zeer belangrijk omdat ze zich op die manier kan onttrekken aan vervolging voor de vele mensenrechtenschendingen onder haar bewind. Ze zal trouwens niet eenzaam zijn in het parlement. Vermoedelijk zullen de Arroyo’s met vijf leden van de clan vertegenwoordigd zijn: Gloria zelf, haar zonen Mikey en Dato, schoonbroer Ignacio en schoonzus Marilou.
3. Wie zijn de belangrijkste presidentskandidaten?
Er zijn tien officiële kandidaten om Arroyo als president op te volgen. In werkelijkheid maken slechts vier onder hen een ernstige kans. We zetten ze hier even op een rijtje.
Gilberto “Gibo” Teodoro is de kandidaat van Arroyo en haar vroegere minister van defensie. “Gibo”, zoals hij genoemd wordt, is een telg van de Cojuangco-clan, een van de rijkste en meest invloedrijke families van de Filippijnen. Zijn tante is ex-president Corazon Aquino. Teodoro studeerde in Harvard in de Verenigde Staten, maar werd een jaar na zijn thuiskomst al verkozen tot volksvertegenwoordiger voor de provincie Tarlac, een zetel die al jaar en dag door de Cojuangco’s wordt ingenomen. Tijdens zijn 10 jaar parlement onderscheidde hij zich vooral door hondstrouw de belangen van de Cojuangco’s en van president Arroyo te dienen. In de peilingen doet hij het niet goed, omdat hij te zeer wordt geïdentificeerd met de onpopulaire Arroyo en de drieste methodes van het leger.
Benigno “Noynoy” Aquino is een zoon van ex-president Aquino en dus een neef van Teodoro. Hij is momenteel senator en werd in de presidentiële race gekatapulteerd door de dood van zijn moeder in de zomer van vorig jaar. Zij was immers een prominente tegenstandster van Arroyo en haar dood liet Noynoy toe om uit haar schaduw te treden en zich te profileren als een potentieel alternatief voor de huidige presidente. Momenteel ligt hij aan kop in de peilingen en maakt hij zeker kans om de verkiezingen te winnen.
Manuel Villar is als senator een buitenbeentje in de Filippijnse politiek, omdat hij geen telg is van een machtige, rijke familie, noch kan bogen op een carrière in de showbusiness. Villar is een self-made man die als jongeman moest werken om zijn studies te betalen. Later boerde hij zo goed in zaken dat zijn onderneming uitgroeide tot een van de grootste bouwfirma’s in het land. Villar werd zo rijk dat hij zich een politieke carrière kon veroorloven en werd achtereenvolgens volksvertegenwoordiger en senator. Hoewel hij de rijkste man in het parlement was, kon hij zelden in verband gebracht worden met schandalen. In de peilingen zit hij Noynoy Aquino op de hielen. Zijn grote troef is natuurlijk zijn enorme rijkdom.
Ex-president en voormalig filmster Joseph “Erap” Estrada verraste vriend en vijand door zich kandidaat te stellen. In januari 2001 werd hij omwille van massale corruptie afgezet door een volksopstand die vice-president Arroyo aan de macht bracht als presidente. Estrada werd veroordeeld voor corruptie en plundering van de schatkist maar verkreeg gratie van Arroyo. Hoewel de grondwet presidenten niet meer dan één ambtstermijn toestaat, is bijna iedereen het erover eens dat hij nog recht heeft op herverkiezing, omdat hij zijn eerste termijn nooit heeft afgemaakt.
4. Welke troeven spelen de presidentskandidaten uit in de campagne?
Een goede campagne in de Filippijnse presidentsverkiezingen is altijd een combinatie van drie elementen: geld, invloed en bekendheid. Alle kandidaten proberen dus, zeker in combinatie met hun kandidaat vice-president, die drie troeven uit te spelen. Alle kandidaten zijn behoorlijk rijk, de meesten komen uit invloedrijke families en een link met de showbusiness is nooit ver weg.
Het duo van presidentskandidaat Noynoy Aquino en kandidaat vice-president Mar Roxas slaat op dat vlak alle records. De eerste is de zoon van ex-presidente Corazon Aquino en blijft in het voetlicht van de populaire pers dankzij zijn zus, televisiepresentatrice Kris Aquino. Mar Roxas is de kleinzoon van een voormalig president en huwde vorig jaar met de populaire televisiepresentatrice Korina Sanchez.
Ook andere kandidaten hebben hun running mates gekozen omwille van hun bekendheid. Gilberto Teodoro koos Edu Manzano, een acteur en televisiepresentator, als kandidaat vice-president. Manny Villar, koos voor de immens populaire Loren Legarda, senatrice en ex-televisiester. Estrada is als ex-filmacteur zelf beroemd genoeg om zich in de verkiezingen te werpen.
5. Welke zijn de belangrijkste partijen in de presidentsverkiezingen?
In de Filippijnse traditionele politiek zijn partijen eigenlijk van weinig tel. Het zijn allianties tussen politieke figuren en clans die naar believen kunnen wisselen. Een programma is er niet of nauwelijks. Wie wil kan de proef op de som nemen op de websites van de Nacionalista Party (Manny Villar), de Liberal Party (Noynoy Aquino) of Lakas-Kampi-CMD (Gilberto Teodoro).
6. Zijn er dan geen partijen die de belangen van de bevolking ernstig nemen?
Toch wel, maar dat zijn de partijen die gegroeid zijn uit het party-listsyteem. Waarover gaat het? Sinds 1998 wordt een aantal zetels in het Filippijnse parlement voorbehouden aan vertegenwoordigers van partijen die de “gemarginaliseerde bevolking” vertegenwoordigen. Bij parlementsverkiezingen, die niet verplicht zijn, mogen kiezers dus twee soorten stemmen uitbrengen: een keer voor de volksvertegenwoordiger die hun district zal vertegenwoordigen en een keer voor een party-list. De eerste wordt direct verkozen: wie de meeste stemmen haalt in een kiesdistrict, wint. In de party-list gaat het om nationale, proportionele verkiezingen. Alle stemmen van het hele land worden opgeteld en op basis daarvan worden de zetels onder de partijen verdeeld.
Tachtig procent van de zetels in het parlement wordt voorbehouden voor de traditionele vertegenwoordigers van kiesdistricten. Twintig procent van de zetels is voorbehouden voor de verkozenen van de partijen die meedoen met het party-listsysteem.
Er schuilen echter verschillende addertjes onder het gras. Ten eerste kan een partij maximum drie zetels halen (op een totaal van 273). Bovendien bleven de meeste van die zetels tot nog toe gewoon leeg, omdat er veel onenigheid is over de interpretatie van de wet. Tot voor kort kreeg elke partij een zetel per 2% van de stemmen. Wiskundig wordt het dan onmogelijk om meer dan 50 zetels te bezetten. Aangezien vele partijen zelfs geen 2% halen, werden tot voor kort nooit meer dan een twintigtal party-listzetels verdeeld. Vorig jaar besliste het hooggerechtshof dan weer dat de drempel van 2% ongrondwettelijk was. Door een nieuwe manier van berekenen (gebaseerd op de verkiezingsresultaten van 2007) kwamen er 28 zetels bij voor de party-list. Dat bracht het totaal op 54 volksvertegenwoordigers, waarvan de helft dus maar enkele maanden in het parlement heeft kunnen zitten.
Er is nog een probleem: in principe dient het party-listsysteem om “gemarginaliseerde groepen” te vertegenwoordigen. Het systeem wordt echter misbruikt door allerlei figuren met minder goede bedoelingen. Zo kwam Generaal Palparan, de gevreesde “slachter van Mindoro” die toegaf dat hij ongetwijfeld mensen inspireerde tot politieke moorden, na zijn pensionering in het parlement als vertegenwoordiger van een party-list. Een zoon van presidente Arroyo heeft al aangekondigd dat hij dankzij de party-list in het volgende parlement zal zetelen.
Bovendien is dit systeem nauwelijks gekend onder de bevolking. Een recente peiling wees uit dat 7 op 10 Filippino’s het party-listsysteem niet eens kennen. Ze zijn meer vertrouwd met de traditionele politiek die meer om personaliteiten draait dan om de thema’s die er echt toe doen.
7. Hoe zit het met de progressieve partijen?
De bekendste partij uit het party-listsysteem is Bayan Muna, een partij die groeide uit de volksbeweging. Toen ze in 2001 voor het eerst deelnam aan de verkiezingen werd het meteen de grootste partij. Sindsdien sleepte Bayan Muna telkens 3 zetels in de wacht. Aangezien 3 zetels het maximum is dat party-lists volgens het verkiezingssysteem kunnen behalen, splitsten verschillende groepen binnen Bayan Muna zich af om op hun beurt een partij op te richten. Zo konden ook de zusterpartijen Gabriela Party-list (vrouwen), Anakpawis (arbeiders en boeren) en Kabataan (jongeren) vertegenwoordigers naar het parlement sturen. Deze partijen dingen ook in de komende verkiezingen naar een party-listzetel en krijgen daarbij het gezelschap van andere zusterpartijen zoals ACT (leerkrachten), Katribu (inheemsen), Courage (overheidspersoneel) en Migrante (migranten).
Nieuw en verrassend is dat deze partijen zich nu ook in de senaatsverkiezingen mengen. Satur Ocampo van Bayan Muna en Liza Maza van Gabriela Party-list zijn kandidaat-senatoren op de lijst van presidentskandidaat Manny Villar. Ocampo maakt de beste kansen gezien zijn ervaring als volksvertegenwoordiger sinds 2001 en zijn grote populariteit.
De alliantie tussen de armste (Ocampo) en de rijkste parlementair (Villar) baarde opzien. Ocampo legde uit dat het nu eenmaal onmogelijk is om campagne te voeren voor een senaatszetel zonder de machinerie van een presidentskandidaat en dat hij met Villar een protocol afsloot dat positieve beloften bevat. Hij maakt er ook geen geheim van dat hij een potentiële senaatszetel zou aangrijpen om de stem van het volk ook daar te laten klinken.
8. Valt er opnieuw fraude en geweld te verwachten?
In 2004 gingen de presidentsverkiezingen gepaard met grootscheepse fraude. Cruciaal in de overwinning van Arroyo was bijvoorbeeld de provincie Maguindanao. Laat dat nu net de provincie zijn die volledig onder controle staat van de Ampatuan-clan, een familie die in november in het wereldnieuws kwam door de koelbloedige moord op 57 aanhangers van een politieke rivaal en de journalisten die hen vergezelden. Het toont goed hoe de nationale politieke figuren hun lot verbonden hebben aan lokale potentaten en hoe die er voor zorgen dat ‘hun’ kandidaat aan de macht komt. Met fraude als het kan en met geweld als het moet.
De progressieve politieke partijen, en vooral Bayan Muna, zijn al jaren het slachtoffer van de politieke moorden en verdwijningen die de regeerperiode van Arroyo kenmerkten. Honderden lokale militanten verdwenen of werden vermoord. Daarbij werd het Filippijnse leger ook door internationale instanties met de vinger gewezen. Tijdens de vorige verkiezingscampagne verdween Satur Ocampo trouwens een tiental dagen achter de tralies omwille van een belachelijke aanklacht voor een reeks moorden die gebeurden in de jaren tachtig, toen Ocampo als politieke gevangene vastzat. Het klimaat van angst en intimidatie die rond de progressieve partijen gecreëerd wordt, mist uiteraard zijn effect niet en blijft als een schaduw over de campagne hangen.
De verkiezingen van 2010 zijn de eerste die volledig geautomatiseerd zullen verlopen. De tijd van het handmatig stemmen tellen is voorbij. Er worden echter grote vragen gesteld bij dit nieuwe systeem, omdat het nog nauwelijks getest werd en het ontbreekt aan transparantie. Een meerderheid van Filippino’s gelooft niet dat de fraude daarmee kan vermeden worden. De sociale bewegingen lanceerden al een watchdog-groep om klachten over fraude te centraliseren.
9. Hoe staat de internationale gemeenschap tegenover deze verkiezingen?
De internationale solidariteitsbeweging kijkt net als verschillende mensenrechtenorganisaties uit naar het einde van het presidentschap van Arroyo. Amnesty International formuleerde bijvoorbeeld al enkele duidelijke uitdagingen voor de opvolger als die het blazoen van zijn land op het vlak van de mensenrechten wil oppoetsen.
Internationaal leeft ook angst voor en bezorgdheid over het eerlijk verloop van de kiesstrijd. Daarom werd vanuit de civiele maatschappij ook het initiatief genomen voor een internationale observatiemissie die het verloop van de verkiezingen zal monitoren.
10. Wat kunnen deze verkiezingen veranderen?
De Filippijnse sociale bewegingen verwachten niet dat deze verkiezingen veel verandering kunnen brengen. Toch zijn er enkele tekenen van hoop. Ten eerste zijn de verkiezingen voor de volksorganisaties altijd een gelegenheid om de belangen van de bevolking onder de aandacht te brengen. Bovendien biedt het party-listsysteem de mogelijkheid om progressieve stemmen in het parlement te laten weerklinken. Deze keer zit de kans er zelfs in dat een progressieve politicus het tot in de senaat schopt. Daarnaast heeft de negatieve ervaring met Arroyo ook hoge verwachtingen geschapen bij het Filippijnse volk ten opzichte van de nieuwe president. Wie het ook wordt, de verwachting leeft dat hij toch op bepaalde vlakken een duidelijke breuk met het verleden maakt.
(Uitpers nr. 119, 11de jg., april 2010)
Updates over de verkiezingen en mensenrechten in de Filippijnen kan je volgen op
Watchblog Philippines.