Voor de buitenlandse pers was het resultaat van de Portugese presidentsverkiezingen vorige week ‘het eind van de Portugese droom’. Die droom zou er dan in bestaan dat Portugal het enige Europese land was waar extreem-rechts niet echt bestond. De waarheid is echter dat extreem-rechts de afgelopen eeuw vijftig jaar lang aan de macht was. Sinds de revolutie van 25 april 1974 tot nu, bestond extreem-rechts wel degelijk, maar als kleine nostalgische minderheid, ergens tussen de illegaliteit en de legaliteit, misschien vooral als a-legaliteit. Extreem-rechts kwam naar buiten met geweld, met beledigingen, zonder zich ooit verweesd te voelen van de vader die hen het goud gaf dat ze denken nog steeds te hebben. Als er ooit een droom is afgelopen, dan wel die van de clandestiniteit en de terughoudendheid van extreem-rechts. Opdat die droom nu geen nachtmerrie wordt, is een analyse nodig van wat er met de verkiezingen gebeurde.
Gelet op de omstandigheden waren deze verkiezingen een bewijs van organisatievermogen en van burgerzin. De onthoudingen waren talrijk, maar minder dan werd gevreesd. De twee belangrijkste winnaars zijn Marcelo Robelo de Sousa, huidig President van de Republiek, en Antonio Costa, secretaris-generaal van de Socialistische Partij (PS). Voor de eerste was dat dank zij zijn manier van aanwezig zijn, voor de tweede dank zij zijn manier om afwezig te zijn. In tijden van pandemie is dit resultaat erg positief voor de politieke stabiliteit waar de Portugezen zo naar verlangen nu de bestaanszekerheid op het spel staat.
Twee anderen waren halve winnaars: Ana Gomes en Andre Ventura. Ana Gomes heeft getoond dat er ook politieke waardigheid bestaat, zelfs in de moeilijkste omstandigheden. Zij behoort tot de PS en was Europees Parlementslid, hoewel ze niet kon rekenen op de steun van haar partij die geen enkel stemadvies gaf. Haar overwinning is te danken aan haar moed om de linkerzijde van de PS te verdedigen. Wie herinnert zich niet de lamentabele reacties van Carlos César, voorzitter van de PS, toen Ana Gomes zich kandidaat stelde en hij zijn misprijzen niet kon verbergen. De overwinning van Ana Gomes hing af van een mogelijke alliantie met andere linkse families, van te weinig aandacht voor de jongeren en een te beperkt gebruik van de sociale media.
Andre Ventura was de kandidaat van het extreem-rechtse Chega! en was een valse halve winnaar. Zijn overwinning hing enkel af van zijn gedurfde doelstellingen. Vanuit dat perspectief heeft hij inderdaad gewonnen. Zijn doel was vooral om zijn bereik kunstmatig te verbreden, en daarin is hij geslaagd.
Vijf kenmerken van extreem-rechts
Vooreerst is er de mondiale groei van extreem-rechts, hoe verscheiden ook, vaak met de steun van religieuze conservatieven. Dit heeft wereldwijd al heel wat deining veroorzaakt, is met enige vertraging in Portugal aangekomen, wat een voordeel kan zijn, aangezien al geweten is wat voor sociale en politieke rampen hun deelname aan de macht kan betekenen. Het volstaat te kijken naar de Verenigde Staten, Brazilië of India. De nieuwe generatie fascisten komt democratisch aan de macht, maar eens ze daar zijn speelt democratie geen rol meer. Verliezen ze de verkiezingen, dan komt er evenmin democratie bij kijken.
Ten tweede is er de weerzinwekkende toename van de sociale ongelijkheden, de uitholling van de hoop op een waardig leven voor de grote meerderheid van de bevolking, de diepe angst voor plotse armoede, de verwaarlozing van de plattelandsbevolking, het gebrek aan toegang tot openbare diensten, vooral dan gezondheidszorg.
Ten derde is er iets typisch Portugees. Er werd nooit een balans gemaakt van het geweld en de wreedheden van het fascisme en het kolonialisme. De jonge generaties kregen nooit iets te horen over deze zwarte bladzijde van onze geschiedenis, een periode die langer heeft geduurd dan de democratie waarin we sinds 1974 leven. Wanneer men niets leert over het verleden, kan het heden verraderlijk echt op de eeuwigheid lijken.
Ten vierde was er de rol van de communicatiemedia en van de sociale netwerken. De relatie tussen extreem-rechts en de conventionele media heeft hetzelfde patroon gevolgd als elders in de wereld. Een periode van succes wordt gevolgd door vijandigheid en overmatig gebruik van sociale media. De verkiezingen in Portugal vonden plaats op het eind van een periode van succes. Velen zullen verbaasd hebben opgekeken van deze nieuwe generatie van interviewers en onderzoekers die al het mogelijke deden om de ‘debatten’ te laten gaan over de al dan niet aanwezigheid van Andre Ventura, zonder in te gaan op de inhoud van de extreem-rechtse voorstellen. Het succes ging pas verdwijnen toen de journalisten werden beledigd en als vijand werden bestempeld.
Ten vijfde, bij gebrek aan alternatief voor het neoliberalisme, de onrechtvaardigheid, het racisme en het seksisme, denken kwetsbare mensen dat ze worden bedreigd door diegenen die nog grotere slachtoffers zijn dan zijzelf, zigeuners, migranten, zwarten. Er ontstaat dan een logica van slachtoffer tegen slachtoffer, het terrein bij uitstek voor extreem-rechts.
De democraten in dit land, de grote meerderheid van Portugezen, zal moeten leren om te gaan met deze vijf punten om te vermijden dat de droom een nachtmerrie wordt.
En nu?
De grote verliezer van deze verkiezingen was de PSD. De politieke fout van zijn secretaris-generaal was om op de Azoren in alliantie te gaan met extreem-rechts, in strijd met wat zijn Europese familie van politieke partijen heeft gedaan. Op die manier werd bewezen dat de PSD misschien goede bestuurders kan leveren, maar het politieke inzicht mist voor de moeilijke situatie waarin Europa en de wereld vandaag leven. Hij had moeten weten dat in Europa en in de rest van de wereld, van Hongarije en Polen tot de Verenigde Staten, Brazilië en India, extreem-rechts geen oplossingen heeft om het leven te beschermen of de economie te verbeteren. Extreem-rechts kan efficiënt vernietigen, maar niet democratisch opbouwen. Om de simpele reden dat hun oplossing een vernietiging van de democratie is. Met andere woorden, men kan de borden breken maar het servies niet redden, laat staan ook eten op de borden leggen.
Ook links heeft verloren, vooral omdat het verdeeld opkwam. Niemand heeft iets gemerkt van de verschillen tussen Ana Gomes, Joao Ferreira (Portugese communistische partij) en Marisa Matías (Links Blok). Ze hebben afgeleerd wat ze bij vorige verkiezingen hadden geleerd. Politieke rekenspelletjes vernietigen de politiek. Links van de PS was het verlies enorm, vooral voor het Blok. Hopelijk zal men de lessen uit deze ramp willen trekken. En dat is ten eerste dan een goed kandidaat niet voldoende is om een politieke fout recht te trekken, zoals de weigering om de begroting van 2021 goed te keuren. Wanneer de pandemie zorgt voor té veel angst en té weinig hoop, is het cruciaal om mee te werken aan oplossingen, hoe onvolmaakt die ook zijn, maar wel in de lijn lagen van wat andere regeringen in de EU deden. De vlucht vooruit van het Links Blok was zuurstof voor rechts dat erin geslaagd is de regering te isoleren en het Blok nagenoeg verplichtte zich te verontschuldigen voor de tegenstem. Ten tweede: in de huidige internationale situatie komt het anti-systeemdenken van uiterst rechts. Want tégen het systeem zijn betekent vandaag niet langer socialisme of communisme, maar dictatuur en fascisme, ook al wordt het ‘illiberale democratie’ genoemd. Het ‘systeem’ is de democratie met al haar onvolmaaktheden (alsmaar meer) en voordelen (alsmaar minder voor een grote minderheid).
De strijd van links moet er vandaag in bestaan de voordelen uit te diepen en de problemen te neutraliseren. Dat is wat bedoeld wordt met een radicalisering van de democratie. Er is geen extreem-links, het Links Blok maakt deel uit van het systeem, en van daaruit moet er gewikt en gewogen worden. Het betekent dat geen ruimte mag worden gemaakt voor de anti-democraten. De twee extremen raken elkaar hoegenaamd niet, om de simpele reden dat er slechts één extremisme is, dat van rechts. Als die lessen niet worden geleerd kan het Linkse Blok ook verdwijnen, wat onherstelbaar zou zijn voor links en een gevaarlijke verarming voor de democratie.
(Vertaling door Francine Mestrum)