Duitse geschiedenis associëren we met de Holocaust en twee Wereldoorlogen. Terecht. Dat Duitsland ook een minder fraai koloniaal verleden heeft is minder geweten. Tot vandaag willen heel wat Duitsers dat niet horen. Ook de regering in Berlijn weigert de feiten te erkennen. Op 22 maart 2012 is er een debat over dat verleden in het Duitse parlement, oppositie tegen meerderheid.
De stilte over het koloniale verleden van Duitsland is ondraaglijk geworden – zowel in Duitsland zelf als in de getroffen landen. De huidige regering van de Federale Republiek Duitsland is niet beschaamd om te benadrukken dat Duitsland een ‘relatief lichte koloniale bagage’ draagt omdat het zijn kolonies verloor na de Eerste Wereldoorlog. Hoe kort de koloniale geschiedenis van het land ook was, het speelde wel een centrale rol in de kolonisatie van het Afrikaanse continent.
Het was in Berlijn dat – op uitnodiging van de Keizer en van kanselier Bismarck – Afrika werd opgedeeld tussen de Europese landen in 1884-1885. Goed functionerende maatschappijen werden bruut verpletterd met de openlijke bedoeling de Afrikaanse volkeren beter te controleren, te bestelen en hun grondstoffen te exploiteren voor de economische ontwikkeling van de imperialistische mogendheden.
De eerste concentratiekampen
Duitsland heeft zeer lovenswaardig werk gedaan om de herinnering aan de Holocaust levend te houden maar schijnt zijn eigen gewelddadige koloniale verleden vergeten te zijn of moedwillig te begraven. Dat verleden omvat de eerste genocide van de 20ste eeuw, gepland en uitgevoerd door het tweede Reich, een verleden dat niet alleen de basis legde voor racistische theorieën en pseudo-wetenschappelijke medische experimenten op mensen – in dit geval om de veronderstelde minderwaardigheid van Afrikanen te bewijzen – maar ook de concentratiekampen in Afrika produceerde, de blauwdruk voor de latere nazikampen van de dood.
De manier waarop Duitsland dat verleden tracht te verdonkeremanen lijkt dr. Theo-Ben Gurirab (voormalig eerste minister en voorzitter van het parlement van Namibië) gelijk te geven wanneer hij er van uit gaat dat de oorzaak dat deze genocide niet wordt besproken en behandeld zoals de Holocaust vooral te wijten is aan het feit dat ze tegen zwarte mensen gericht was: “Duitsland heeft zich voor zijn misdaden verontschuldigd tegen Israël, Polen en Rusland omdat het daar over blanken gaat. Wij zijn zwart en als er dan een probleem is met verontschuldigingen, dan is dat racistisch”.
We hebben dus vanuit beide perspectieven – het Afrikaanse en het Europese – goede redenen om meer te weten van dit traumatisch verleden, van de continuïteit van slavernij naar kolonialisme naar de Holocaust en Apartheid en van de manier waarop Duitsland en de andere voormalige koloniale machten daar vandaag mee omgaan.
De eerste genocide van de 20ste eeuw
Tussen 1904 en 1908 heeft imperialistisch Duitsland een vreselijke en onmenselijke uitroeiingoorlog gevoerd tegen de Herero, Nama, Damara en San volkeren in de voormalige kolonie ‘Duits Zuid-West-Afrika’, nu de republiek Namibië. Volgens de criteria van de VN Genocide Conventie van 1948 moeten de toen door de Duitse troepen begane wreedheden en slachtingen als genocide gekwalificeerd worden.
Slechts na de onafhankelijkheid van Namibië in 1990 werd het mogelijk voor de nakomelingen van de genocideslachtoffers en voor de vrije Namibische regering om in alle openheid en zelfbeschikking hun visie op deze geschiedenis uit te spreken en een proces te beginnen om dit verleden te verwerken. Dit betekent onder ander de eis voor ‘herstellende gerechtigheid’ die fundamenteel is voor de verdere ontwikkeling van Namibië. Het is ook moreel belangrijk voor het nationale verzoeningsproces tussen de verschillende volkeren in Namibië en de nakomelingen van de Duitse en andere blanke kolonialen.
Op koloniale uitbuiting volgt bittere armoede
Puur materieel is dit onderwerp ook verbonden aan de nog steeds niet opgeloste kwestie van de landhervorming in Namibië en aan de situatie die de nakomelingen van de slachtoffers van de Duitse genocide veroordeelt tot een leven in bittere armoede. Dat is vooral te wijten aan het feit dat hun land en vee werd gestolen en aan blanke kolonisten werd gegeven tijdens het Duitse koloniale tijdperk.
Naast deze economische nadelen moeten die ontwortelde volkeren ook omgaan met een koloniale mentaliteit die hen nog steeds verhindert hun eigen lot in handen te nemen om zelf hun toekomst en dat van hun land te bepalen.
Tot vandaag weigert de Duitse federale regering – die de wettige opvolger is van het imperialistische Duitsland – de genocide te erkennen en er zich voor te verontschuldigen. Er bestaat enige verwarring of de woorden van excuus uitgesproken in 2004 door gewezen federaal minister Heidemarie Wieczorek-Zeul in Oakarara als een officieel excuus kunnen worden beschouwd.
Een eerste excuus … of niet
Op de honderdste verjaardag van het begin van de genocide van 1904 zei zij
: “De wreedheden die toen werden begaan, zouden vandaag als genocide gekarakteriseerd worden en vandaag zou generaal von Trotha daarvoor vervolgd en veroordeeld worden. Zodus, in de woorden van het gebed van de heer dat wij met elkaar delen, vraag ik u om vergiffenis voor onze misdaden. Zonder een bewust proces van herinnering, zonder bezorgdheid kan er geen verzoening zijn – herdenking is de sleutel tot verzoening.”Vandaag is het echter klaar en duidelijk bevestigd: de Duitse federale regering beschouwt de woorden van de minister als een persoonlijke verklaring waar ze zich niet bij aansluit. Een officieel excuus is er dus nog steeds niet.
De schande van het racistisch verleden
In 2011 werd bekend dat het Berlijnse Charité Hospitaal bereid was de stoffelijke overschotten van 20 van de duizenden slachtoffers van de genocide terug te schenken aan de Republiek Namibië die nog steeds in Duitse archieven en collecties opgesloten liggen. Meer dan 100 jaar reeds worden deze menselijke resten stilletjes bewaard in archieven en collecties van pathologische onderzoeksinstellingen, universiteiten en andere Duitse instellingen, verborgen als niet welkome getuigen van een ontkend verleden.
De overgrote meerderheid van die lichamen werden geroofd en weggesmokkeld uit de vele Duitse concentratiekampen in ‘Duits Zuid-West Afrika’ voor gebruik in ‘wetenschappelijke’ experimenten om de raciale minderwaardigheid van de zwarte volkeren te ‘bewijzen’. ‘Met behulp van stukken glas – zo zegt de oorspronkelijke titel onder een toenmalige foto op een bekende postkaart (zie bovenaan dit artikel) – werden de schedels ‘bevrijd van vlees en klaargemaakt door de vrouwen van de vermoorden voor ze werden verzonden’
Namibische delegatie wordt hooghartig genegeerd
Omdat dit de eerste overschotten waren die na meer dan 100 jaar zouden worden gerepatrieerd was de Namibische delegatie die hen ontving zeer hoogstaand. Ze omvatte vertegenwoordigers van de verenigingen van de nakomelingen van de slachtoffers, het Nama Technical Committee (NTC), de Ovaherero-Ovambanderu Council for Dialogue on the 1904 Genocide (OCD-1904) en de Ovaherero Genocide Committee (OGC) en stond onder leiding van de Namibische minister van jeugd, nationale diensten, sport en cultuur Kazenambo Kazenambo.
Tegen alle diplomatieke geplogenheden in en compleet gevoelloos voor het historische en emotionele moment van het gebeuren, verzuimde de Duitse regering niet alleen om de delegatie officieel te verwelkomen maar weigerde ze ook deelname aan het openbaar debat op 28 december 2011. Dat veroorzaakte een schandaal toen minister Cornelia Pieper de bijeenkomst verliet zonder zelfs de wellevendheid op te brengen naar de toespraken van de Namibische delegatie te luisteren. Zo ontkende zij net als haar voorgangers de genocide en weigerde ze verontschuldigingen in naam van de Duitse natie en staat.
Diplomatieke oorlog
De volgende maanden werden gekenmerkt door een geleidelijke achteruitgang van de Namibisch-Duitse betrekkingen. De Duitse ambassadeur in Namibië gooide zelfs olie op het vuur door meerdere minachtende openbare opmerkingen over de zogenaamde ‘verborgen agenda’ van de delegatie in Berlijn. Twee leden van de slachtoffercomités reageerden zeer scherp op deze beweringen.
Dat leidde tot een debat in de Bundestag (het Duitse parlement). Kort daarna eindigde een tête-à-tête tussen de Duitse ambassadeur en de President van de Republiek Namibië Hifikepunye Pohamba op een ‘zure noot’ omdat de ambassadeur de deur werd gewezen voor zijn gevoelloos en arrogant gedrag. De betrekkingen tussen beide landen zijn sindsdien op een dieptepunt beland.
Een cultuur van ontkenning
Ondertussen woedde in Namibië zelf maandenlang een heftig openbaar debat over hoe men zou moeten omgaan met de kwestie van de terugkeer van deze schedels: de geschiedenis, de herstellingseisen, de nood aan eenheid tussen de Herero en Nama groeperingen, de kwestie van de landherverdeling en de landhervorming en zelfs een recent debat over ’tribale’ versus ‘nationale’ identiteit. Dat leidde ook tot reactionaire commentaren in lezersbrieven aan de Duitstalige Namibische krant Allgemeine Zeitung. De ‘cultuur van ontkenning’ wordt doelbewust gevoed in deze fora.
Parlementair initiatief
Recent werd een motie ingediend in de Duitse Bundestag: ‘De Duitse koloniale misdaden in voormalig Duits Zuid-West-Afrika erkennend als genocide en werkend aan herstellende gerechtigheid’. Dit omvat de kern van deze zaak en zou een grote stap voorwaarts betekenen als ze zou worden aangenomen.
De machtsverhoudingen in de Duitse politiek zullen waarschijnlijk een meerderheidsstemming verhinderen wanneer dit op 22 maart 2012 ter stemming wordt voorgelegd – één dag na de Namibische Onafhankelijkheidsdag. Toch is dat nu een belangrijk deel van het debat geworden en is het in ieder geval reeds een sterk symbolisch gebaar als de drie huidige oppositiepartijen – de sociaal-democraten, de groenen en de linkse partijen – zouden beslissen om er voor te stemmen.
(Uitpers nr. 141, 13de jg., april 2012)
© Pambazuka
Vertaling: Lode Vanoost