Frankrijks herhaaldelijk militair optreden van de laatste jaren heeft veel weg van een Westerse humanitaire rooftocht naar grondstoffen en rijkdom in de arme landen van Afrika. Het westen voelt zich geroepen om de orde te herstellen nadat het er de wanorde heeft veroorzaakt.
De Central Afrikaanse Republiek heeft een bevolking van 4.500.000 inwoners en een oppervlakte van 625.000 vierkante kilometer (20 keer België). Het land heeft geen directe toegang tot de zee maar beschikt over natuurlijke bodenrijkdommen: uranium, diamanten, goud en mogelijk nog niet uitgebate olie- en gasvelden
geschiedenis
Frankrijk koloniseerde het land in de 19de eeuw. Parijs wilde voor zijn koloniën in de regio een verbinding tot stand brengen van de west- naar de oostkust, maar deze plannen werden door de Britten gestopt in 1898.
In de recente geschiedenis (de jaren zeventig van vorige eeuw) kennen we het schandaal rond de diamanten van Bokasa (‘keizer’ van Centraal-Afrika) als geschenken voor Giscard d’ Estaing tijdens diens minister- en presidentschap. De gewelddadige repressie vanwege het Centraal-Afrikaanse leger tegen de oppositie leidde in 1979 tot de door Frankrijk georganiseerde operatie Barracuda en de val van Bokasa. Interessant om weten is dat Bokassa vriendschapsbanden had ontwikkeld met de Libische leider Kadafi die in Tsjaad een politiek stimuleerde die in tegenstrijd was met de Franse belangen. Bij de verschillende staatsgrepen die de gewezen Franse kolonies in de regio kenmerken is er telkens vooral een grote betrokkenheid van Parijs te bespeuren. Om het optreden van van de troepen te rechtvaardigen wordt geregeld het argument van pre-genocide toestand ingeroepen.
Recente onlusten
Een jaar geleden moest de zittende president Bozizé een akkoord sluiten met een opposie-alliantie die oprukte vanuit het Noorden. In maart van 2013 ontvluchtte hij uiteindelijk het land. De nieuwe president Dotodjia ontbond de milities maar de onrust bleef: er werd gesproken over een vrees voor genocide. In december 2013 gaf de VN groen licht aan Frankrijk om ‘aan te sluiten’ bij de troepen van de Afrikaanse Unie in het land: operatie Sangrisi.
De analyse die naar buiten wordt gepresenteerd spreekt over een etnisch of religieus conflict. Volgens CIA informatie is 50 procent van de bevolking christen – 25 procent katholiek, 25 procent protestant – 15 procent is islamiet en 35 procent belijdt ancestrale godsdiensten. De hardnekkigheid van Frankrijk en zijn NAVO partners in de Centraal-Afrikaanse Republiek is echter vooral om hun greep op ’s lands grondstoffenrijkdom te behouden.
Het land is economisch nog onontwikkeld en zeer arm. Voor de anarchie die het straatbeeld kenmerkt draagt Frankrijk een grote verantwoordelijkheid. Op economisch en financieel vlak is het land volledig afhankelijk van Parijs. Het monetair beleid wordt bepaald door de Banque de France. Het inkomen per capita bedroeg 440 dollar in 2009. De landbouw is goed voor 50 procent van het BNP. Maar het land beschikt over grote rijkdommen, goud, diamanten, die een belangrijke bron van inkomen vormen. Voor het Franse AREVA, gespecialiseerd in exploitatie van uranium in de streek van Mbomou in Rakoumo is het belangrijk dat ze haar machtspositie handhaaft voor de bevoorrading van de Franse kernenergiesector.
De Franse president wil nu voor zijn militaire interventies in Afrika de steun van de andere EU-landen. Hij stelt een EU financiering voor via het oprichten van een fonds voor dringende EU militaire interventie, niet een fonds per interventie. De Eu betaalt nu a een deel van de kosten van Multi Afrikaanse troepenmacht in de diverse landen van Afrika. Het is onanvaardbaar dat het conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek gebruikt wordt om de militarisering van de EU op te drijven.
achtergrond
De Franse en Amrikaanse troepenmachten en de logistieke steun van bepaalde NAVO landen moeten de westerse strategische dominantie over de natuurlijke grondstoffen handhaven, controleren en versterken. Hier wordt een nieuwe en meer agressieve rekolonisatie in praktijk gebracht, om te verhinderen dat mogelijke concurrenten – vooral China – toegang zouden krijgen en de Afrikaanse landen de mogelijkheid bieden om zich te bevrijden van de westerse dictaten, het IMF en Wereldbank. Volgens een rapport van Vedrin, gewezen minister van BZ onder Mitterand, dat hij in opdracht maakte van de Franse minster voor economie Moscovici, is het Franse marktaandeel in Afrika verminderd van 10,1% naar 4%.
Het imperialistische Westen wil dus ten allen prijze zijn positie in stand houden om Peking de toegang tot de Afrikaanse grondstoffenmarkt voor de uitbating van uranium, goud, diamanten en mogelijk olie en gas zoveel mogelijk te ontzeggen. De voorbije drie jaar heeft Parijs drie oorlogen gevoerd in Afrika, Ivoorkust 2010, Libië 2011, Mali 2013 en nu in de Centraal Afrikaanse Republiek. De officiële reden spreekt steeds over bescherming van burgers. De hoofdreden van de Franse vastberadenheid is nochtans steeds dezelfde: economische, financiële en geostrategische belangen verdedigen en de groeiende invloed van China in haar gewezen kolonies stoppen.
Menig land van de Afrikaanse Unie is van mening dat deze militaire ontplooiing onder VN vlag niet het probleem kan oplossen, maar dat de Franse militaire interventies in Afrika vooral de Afrikaanse Unie willen verzwakken om een beter controleerbare, structurele, regionale situatie voor Parijs tot stand te brengen. Afrika heeft in de voorbije 50 jaar na het einde van het kolonialisme geen vrede gekend. Het continent is het slachtoffer van neokoloniale intriges en corruptie op grote schaal door buitenlandse economische en financiële machtsgroepen om hun landvoogden aan de macht te brengen en te houden.
besluit
Deze nefaste politiek van het westers imperialisme met zijn talrijke burgerslachtoffers wordt in onze media als een humanitair optreden verkocht. Niemand stelt de vraag naar de ware oorzaken van de conflicten en ellende. Achter het humanitair optreden schuilen vooral de economische belangen van het Westen.