Volgens de Afrikaanse Unie zijn in Afrika op 7 april 10252 mensen besmet en 492 anderen overleden door Covid-19. Noord-Afrika – vooral Algerije, Egypte en Marokko – is daarbij het zwaarst getroffen: 4506 geïnfecteerden, 365 doden. In het Zuiden van het continent is vooral Zuid-Afrika getroffen: 1864 geïnfecteerden en 19 doden.
Hoewel die cijfers in vergelijking met de aantallen die we in Europa dagelijks mogen noteren mild lijken ontziet het Covid-19 Afrika dus niet. Tot nog toe zijn er in 51 van de 54 Afrikaanse staten besmettingen genoteerd. De Comoren, Lesotho, Sao Tomé en Principe zijn de enige landen die geen besmetting hebben gemeld. Het eerste geval in Afrika dateert van 14 februari, een Chinese burger in Egypte.
Sindsdien heeft de infectie zich verspreid, maar ondanks het feit dat er in Afrika 1,3 miljard mensen wonen en dat het continu en regelmatige relaties met China onderhoudt, zijn de aantallen toch beperkt. In Afrika is het gezondheidsstelsel in de meeste landen zeer kwetsbaar en bovendien is er een groot tekort aan medisch personeel. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is slechts 3 procent van het medisch personeel op de wereld in Afrika actief, terwijl 24 procent van de zieken net daar wonen. In Kenia bijvoorbeeld is er slechts één dokter per 5000 inwoners, terwijl er in Oeganda slechts één intensieve-zorgbed per miljoen inwoners is. Of Afrika een wereldwijde pandemie het hoofd kan bieden is de vraag.
Dat Afrika tot nu toe relatief gespaard is gebleven, betekent niet dat het coronavirus zich niet met verwoestende gevolgen kan verspreiden. “Het beste advies voor Afrika is om zich voor te bereiden op het ergste en zich voor te bereiden op het ergste vanaf vandaag”, vertelde Tedros Adhanom Ghebreyesus, de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Een gecoördineerde reactie
Enkele dagen geleden, op 3 april bespraken 10 Afrikaanse presidenten een videoconferentie over hoe ze een gecoördineerd antwoord konden vinden op de verspreiding van het virus. Veel van hen hadden daarvoor al maatregelen getroffen die wij hier ook langzaamaan aan gewoon aan het worden zijn: afstand bewaren, geen bijeenkomsten en niet-essentiële verplaatsingen, en binnenshuis blijven. Zuid-Afrika en Rwanda hebben een volledig isolement opgelegd, terwijl andere landen, zoals Kenia, gedeeltelijke beperkingen, zoals een avondklok, hebben ingevoerd. Senegal was één van de eersten die de sluiting van scholen en universiteiten voor drie weken aankondigde en belangrijke religieuze manifestaties in het land annuleerrde. In Nigeria, met zo’n 190 miljoen inwoners het dichtstbevolkte land van Afrika, werden Lagos – met officieel 21 miljoen inwoners de grootste stad van Afrika – en de hoofdstad Abuja – met zijn 3 miljoen inwoners de snelst groeinde stad ter wereld – in een nooit geziene quarantaine geplaatst.
Maar op een continent met een slechte basisinfrastructuur, waar meer dan 500 miljoen mensen geen toegang hebben tot elektriciteit en zuiver water schaars is, is het voor de meesten haast onmogelijk om zich een isolement te kunnen veroorloven. Nochtans blijft de evolutie van de besmetting door covid-19, ondanks alles, op dit moment vrij beperkt.
Een van de meest gehoorde premisses is dat er in Afrika geen serieuze capaciteit is om diagnoses te stellen en dat het aantal positieve gevallen daarom eigenlijk sterk wordt onderschat. Die mogelijkheid bestaat inderdaad maar een van de factoren die Afrika een voordeel geven ten opzichte van Europa is de gemiddelde leeftijd van de bevolking. In Europa is dat 42 jaar, in Noord-Amerika (VS en Canada) 40, in Azië 31 en in Afrika 18. Covid-19 treft alle leeftijdsgroepen, maar is ernstiger voor ouderen en mensen met een onderliggende medische aandoening. Het feit dat Afrika een jongere bevolking heeft doet velen hopen dat een groot percentage van de gevallen slechts milde symptomen zullen vertonen. Feit is echter ook dat Afrika massa’s mensen telt met een verzwakt immuunsysteem en die lijken dan weer een groter risico te lopen. Besmetting is waarschijnlijk gevaarlijk voor mensen met hiv/aids, malaria, mazelen en andere ziekten.
“Sommige mensen haasten zich ook om met meer dan een vleugje wetenschappelijk racisme daterend uit de negentiende eeuw kaduke argumenten uit te kramen om deze ongewone epidemiologische situatie te verklaren”, schrijft antropoloog Frédéric Le Marcis in Libération.
Een dergelijk argument is dat “Afrikanen beter in staat zijn om Covid-19 te weerstaan.” “Tijdens de koloniale tijden werd van Afrikanen ook gezegd dat ze beter bestand waren tegen malaria, om zo preventieve maatregelen te rechtvaardigen die voorbehouden waren aan blanken,” schrijft Frédéric Le Marcis nog. “De hitte van het Afrikaanse klimaat houdt het overleven van het virus tegen. Het klimaat, dat het graf van de witten was, wordt nu een levensader voor de Afrikanen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de vele verschillende klimaten op het continent, of nog eenvoudiger, met het feit dat de temperatuur waarbij het virus wordt gedood rond de 56 graden Celsius ligt.”
Die theorie baseren ze dan op het vergelijking van covid-19 met de Sars-epidemie van 2002-2003 en die eindigde met het aanbreken van het warme seizoen. Volgens de WHO is dat echter “valse hoop” en is Covid-19 niet iets als een seizoensgebonden griep.
Afrika mag geen rekening houden met een ‘milde’ versie van de ziekte. De planning moet erop gericht zijn de verspreiding van de ziekte te vertragen om, net als bij ons, de beperkte gezondheidsmiddelen en kwetsbare groepen te beschermen. Net als in ded rest van de wereld, maar meer nog, moeten er speciale maatregelen worden genomen om de verspreiding van de ziekte te vertragen, de meest kwetsbaren te isoleren en hele gemeenschappen te beschermen, vooral in de regio’s waar gezondheidszorg afgelegen of onbestaande is.
De nuttige ervaring van de Ebola-epidemie
Door de dramatische Ebola-epidemie heeft Afrika ervaring opgedaan die nuttig kan zijn om ook Covid-19 aan te pakken.
Sinds enkele weken zijn we vertrouwd geraakt met de term ‘social distancing’. Sommigen denken dat het gewoon betekent dat je minstens 1,5 m verwijderd moet blijven van elkaar, anderen menen dat je helemaal geen sociale contacten meer mag onderhouden. In feite is het een combinatie van beide. Tijdens het Ebola-seizoen van 2014-2015 in de Mende-districten van Sierra Leone noemden de dorpelingen de ziekte ‘bonda wote’, wat vertaald zoveel betekent als ‘familie, ga naar huis’ of ‘familie, blijf uit de buurt’. Om het risico op ebola-infectie te verminderen moesten ze aanpassingen doen in het groepsgebeuren en binnen de familie in het bijzonder. Families hebben er geleerd dat het veiliger is als slechts één lid van het gezin zich met de zieke(n) bezighoudt terwijl de andere familieleden niet in de buurt komen en verder gaan met hun dagelijks leven. Het probleem met Covid-19 is dat je besmet kan zijn maar dat je geen tekenen van besmetting vertoont. Je kan dan ook onbewust andere besmetten.
Als er lessen moeten getrokken worden uit de ebola-ervaringen, schrijft Sorcha O’Callaghan van de denktank Overseas Development Institute:
“De verspreiding van een gevaarlijke ziekte vereist een brede reactie die verder gaat dan medische voorzieningen. Door Ebola voornamelijk als een gezondheidscrisis te behandelen, werden de schommelingscapaciteit en de noodfinanciering die kenmerkend zijn voor een grootschalige humanitaire crisis niet in gang gezet. Bredere implicaties – bijvoorbeeld voor de voedselzekerheid, het levensonderhoud en het onderwijs – werden verwaarloosd en de ngo’s wisten niet duidelijk over hoe of waar ze zich moesten engageren. Een nauwe focus op Ebola bagatelliseerde ook andere gezondheidsimplicaties en mensen met andere aandoeningen bleven als gevolg van de uitbraak zonder behandeling”.
Dit klinkt zeer vertrouwd in de context van de huidige uitbraak van Covid-19. De vraag is of er rekening zal gehouden worden met de urgentie die nodig is.