Alleen de elite staat eensgezind achter de kandidatuur van Hillary Clinton. De omstreden ex-first-lady is nu officieel genomineerd tot Democratische Amerikaanse presidentskandidaat. Het echtpaar Clinton is vooral berucht voor zijn corruptie en omkoopbaarheid. De Clintons accumuleerden 230 miljoen dollar van 2001 tot 2014 door hun uitstekende relaties met Wall Street en de grote Amerikaanse corporaties uit de zakenwereld.
Op de partijconventie kreeg ze ongeveer 60 procent van de stemmen. De andere 40 procent gingen naar de progressieve Bernie Sanders. Het partijbestuur van de Democraten heeft systematisch geprobeerd te verhinderen dat Sanders de nominatie in de voorverkiezing zou winnen. Dat weten we intussen met volledige zekerheid dank zij het uitgelekte e-mailschandaal van de democratische partijleiding. Wikileaks publiceerde meer dan 19.000 e-mailberichten van de partijcentrale. Dat was eigenlijk al lang duidelijk en algemeen gekend maar door de westerse media en politieke aanwezigen op de conventie werd dit slechts heel in mineur behandeld.
Men kan bijgevolg gerust spreken van een verdeelde partij. De Sanders campagne heeft een diepe breuklijn bloot gelegd. Deze breuklijn verloopt volgens de klassentegenstelling bij de Democraten en toont duidelijk de fundamentele en onverenigbare politieke projecten tussen de Sanders beweging en het conflict georiënteerde hervormingsprogramma van Clintons technocratisch en imperiaal neoliberalisme.
Normalerwijze hebben centrumpolitici zoals Clinton steeds hun campagne met een links sausje overgoten met veel beloftes om de basis te winnen en te mobiliseren maar die later nooit in de praktijk omgezet worden. Dergelijk bochtenwerk wordt dan goed gepraat door te wijzen op de tegenwerking van de Republikeinen in het Congres.
De Sanders beweging had Clinton en het partijestablishment tijdens de voorverkiezingen gedwongen om hun verkiezingsstrijd tegen de linkse inhoud te voeren. De partijelite meent dat de eisen van de Sanders beweging onrealistisch en onbetaalbaar zijn.
Van bij het begin was senator Sanders van plan om van de Democratische Partij van een ‘Wall Street partij minderheid’ een ‘partij van de arbeidende meerderheid’ te maken. Door de resultaten van de voorverkiezingen moest de Democratische leiding voor deze partijconventie grondig van strategie veranderen. In de commissie voor het verkiezingsprogramma slaagden de afgevaardigden die Sanders gunstig gezind zijn, erin 80 procent van hun eisen in het programma te doen opnemen. Dit is dan ook een van de redenen waarom Sanders zijn steun voor Clinton heeft gegeven.
Maar het partijprogramma is een relatief gegeven in de politiek. Het gaat om een optimistische politieke verklaring, maar het is al te lichtzinnig om te geloven dat uitgerekend de door Wall Street gefinancierde Clinton die voor de status quo staat, deze verkiezingsbeloften zou waar maken. Zoals Obama die ook veel beloofd heeft met zijn “We can” slogan. Maar in de acht jaar van zijn verblijf in het Witte Huis is maar zeer weinig van de toen al vage beloften verwezenlijkt. Beloven kost niets, het doet de naïevelingen in vreugde leven, het dient om de steun van de kiezers te verwerven.
De poging van progressief Amerika om de Democratische Partij om te vormen tot een partij van de 99 procent is door de nominatie van Hillary Clinton als presidentskandidaat ongedaan gemaakt.
De partij trekt de verkiezingsstrijd in onder het motto “Stronger Together”. De mobilisering en radicalisering van vooral de jongere generatie in de VS die Bernie Sanders deze maanden kon oproepen, heeft geen fundamentele ommekeer kunnen bewerkstelligen. Ondanks de grote demonstratie van de Sanders aanhangers in de rand van de Democratische Conventie, bleef de partijelite eensgezind achter de kandidatuur van Hillary Clinton. Inderdaad heeft de partijleiding zich merkwaardig robuust bewezen tegen de linkse stroming. Alleen maar 8 congresleden en 1 senator hebben Sanders gesteund in zijn voorverkiezingscampagne. Bij de super gedelegeerden hebben maar 43 voor Sanders gestemd en 570 voor Clinton. Met andere woorden stellen we vast dat de massale mobilisering en het grote enthousiasme van de partijbasis geen weerspiegeling heeft gevonden in de politieke machtsverhouding tijdens de Conventie. Er werd dus geen democratisering van de Democratische Partij tot stand gebracht.
Dat blijft een grote uitdaging voor de Amerikaanse linkerzijde en progressieven. Het toont duidelijk de interne breuklijn van het politiek bestel in de Verenigde Staten.
Ook de Republikeinse Partij is zoals, hun Conventie duidelijk aantoonde, intern diep verdeeld. Een deel van de Republikeinse elite is bij het nomineren van Donald Trump van kamp gewisseld en steunt zelfs de kandidatuur van Clinton. Ze nemen zo openlijk afstand, omdat volgens hen de partij gedomineerd wordt door de radicale vleugel van de Tea party die een omvorming wil tot een autoritaire nationalistische radicaal-rechtse partij. Zij menen dat dit niet in het belang van het imperiale machtsstreven van de VS-elite is. Dan nog liever Clinton.
De vraag aan de progressieve Democraten in de VS wordt nu nog groter. Hoe wil men dergelijke Democratische Partij ombuigen in het belang van de werkende Amerikaanse klasse als de leiders duidelijk aantonen dat ze de belangen van Wall Street en de kapitalisten vertegenwoordigen en zich opstellen tegen de linkse stroming rond Sanders die ze met alle middelen bestrijden?
De toespraken van de vertegenwoordigers van de elite op de Conventie waren een en al bewieroking van de kwaliteiten van de persoon Hillary Clinton, maar geen woord over haar steun voor de oorlogen in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië.
Obama’s toespraak was een eenzijdig bejubelen van zijn acht jaar in het Witte Huis. Maar van zijn beloften zijn we nog ver verwijderd. De Democratische Partij is een oorlogspartij onder de controle van de economische, financiële, militaire kringen en de CIA. De acht jaar van Obama vormen een periode van ononderbroken oorlog waar de VS actief in betrokken is. Hij heeft ook de drone oorlog van de Verenigde Staten opgedreven. En zijn ambtsperiode is ook gekenmerkt door een groeiende interne sociale kloof, die zich nog verder zal zetten in de nabije toekomst. Zijn echtgenote zegde in haar toespraak op de Conventie dat Amerika het ‘beste land’ is, maar zweeg in alle toonaarden over de miljoenen daklozen en burgers uit de onderste lagen van de VS bevolking die moeten overleven met voedselbonnen.
In zijn toespraak verweet de mediamagnaat, Michael Bloomberg, dat “vele democraten” onterecht de privé-economie beschuldigen voor de economische en financiële problemen. Als overtuigde pragmatische ondernemer is Bloomberg van mening dat het beter is om in Hillary Clinton te investeren.
Met zijn toespraak stelde Bernie Sanders een einde aan zijn leiderschap van de hervormingsbeweging die strijdt tegen de machtspositie van de miljardairs in de Democratische Partij. Hij verleende zo steun aan de status quo voor het behoud van het tweepartijensysteem in de VS. Hij laat de beweging die zich rond zijn persoon had ontwikkeld nu in de steek. Door steun te verlenen aan de havik Hillary Clinton ging hij voorbij aan de oorlogspolitiek van de democratische elite. Hij sprak niet langer meer uit naam van de werkende klasse, maar ten voordele van een elitegroep die bevreesd is voor de groeiende sociale onvrede in de VS.
Dat Hillary Clinton een betrouwbare hardliner havik is van het ‘militaire en geheime diensten complex’ was op de Conventie en voor onze mediaverslaggevers ter plaatse geen thema. Op deze Conventie bereikte de banalisering van de Amerikaanse politiek een nieuwe hoogte.
Bronnen:
Ingar Solty referent voor vrede en veiligheid problematiek van de Rosa Luxemburg Stiftung
Stephen Lendman: “Undemocratic Democratic Convention”
Tom Hall: La fin de la campagne de Sanders – les leçons politique
Barry Creg: Parteitag der Democraten, Obama lügt
weiter