Het is makkelijk praten over de ‘roze golf’ in Latijns Amerika. In alle landen waar een ietwat progressieve regering aan de macht kwam, staat de muur van de realiteit. En die realiteit is rechts, soms zelfs zéér rechts.
President Boric zag de droom van links Chili voor een nieuwe grondwet met een grote meerderheid door de bevolking verworpen worden. Wellicht was links té naïef geweest in zijn geloof dat een links president ook linkse plannen mocht uitvoeren. Inmiddels staat een tweede ontwerp in de steigers, maar de stemming voor de grondwettelijke Raad gaf het project in handen van … extreem-rechts.
De onervaren President van Peru, Pedro Castillo, werd brutaal aan de kant gezet en gearresteerd. Inmiddels bestuurt rechts en wil van geen compromissen weten.
In Bolivië heeft de linkse regering weliswaar nog steeds een mooie meerderheid in het Parlement, maar de rechterzijde voert harde acties en maakt van elk incident gebruik om de regering onder druk te zetten.
In Brazilië moet de pas verkozen President Lula da Silva afrekenen met de harde rechterzijde van Bolsonaro, die al één keer probeerde een ‘Trump-je’ te spelen. Bovendien vaardigt het Parlemernt wetten uit die regelrecht ingaan tégen de beloftes van de President, met name op vlak van milieu en bescherming van de inheemse volken.
En Argentinië, ach, het zit diep in de financiële problemen waardoor het zijn soevereine rechten nog nauwelijks kan waarmaken.
Problemen kunnen geheid verwacht worden in Honduras, het kleine Midden-amerikaanse land waarvan de linkse Presqident al eerder in pyjama werd afgevoerd. De huidige President, zijn echtgenote, besloot Taiwan te ruilen voor China en vraagt toetreding tot de club van de BRICS- landen.
Venezuela staat nog steeds op de zwarte lijst, maar beetje bij beetje worden sancties afgebouwd omdat de V.S. nu eenmaal olie nodig hebben.
Eén klein lichtpuntje misschien: in Mexico is de procedure gestart voor het aanduiden van de kandidaat voor de Presidentsverkiezingen over precies één jaar. Morena doet het nog steeds zeer goed in alle peilingen, AMLO wordt uiteraard beschuldigd van alle denkbare zonden, wie rechtse kranten leest vraagt zich soms af over welk land ze het precies hebben. Uiteraard is veel kritiek mogelijk, maar Mexico doet het al vijf jaar lang bijzonder goed op economisch vlak en is met een merkelijk goede sociale vooruitgang bezig.
Colombië ontbreekt nog in het lijstje. Gustavo Petro, de eerste linkse President van het land, wordt door velen als de enige kans beschouwd om Colombië de weg van sociale veranderingen op te sturen. Hij heeft het zeer moeilijk.
Een oproep uit wanhoop
Het waren een kleine vierhonderd intellectuelen en vooraanstaande progressieve mensen uit vijfendertig landen die enkele weken geleden een oproep lanceerden om de ‘zachte coup’ tegen Petro ongedaan te maken. Onder hen Chomsky, Ada Colau, Perez Esquivel, Baltasar Garzón, Jeremy Corbyn … we kennen ze.
De aanleiding was een golf van aanklachten, gerechtelijke onderzoeken en mediacampagnes tégen de ‘pacto histórico’, het compromis dat Petro gesloten had met enkele welwillende partijen om een meerderheid te halen in het Parlement en zijn programa te kunnen uitvoeren. De hoofdlijn daarvan is ‘paz total’, een totale vrede, niet enkel met guerrila’s en ex-guerrilla’s, maar ook met de militairen, paramilitairen en de georganiseerde criminaliteit voor grondige en supernoodzakelijke sociale veranderingen in het land.
Met de verwerping van het ambitieuze hervormingsplan voor de gezondheidssector, is deze regeringscoalitie uit elkaar gevallen. De coalitiegenoten in de regering werden bedankt en vervangen door mensen van Petro’s beweging.
In eerste instantie werd na de machtsovername wel al een belastinghervorming, de wet op de ‘paz total’ en een plan voor nationale ontwikkeling goedgekeurd, maar de kans is groot dat de belangrijke sociale hervormingen, zoals in de gezondheidssector, de pensioenen en het arbeidsrecht nooit het daglicht zullen zien. De oppositie remt nu alles af. Of met andere woorden, de kans is groot dat nog geen jaar na de machtsoverdracht, Petro zijn machteloosheid zou moeten vaststellen. Zonder meerderheid in het Parlement, kan er niets veranderen.
Velen twijfelen er aan of het bij een ‘zachte coup’ zal blijven. Een gepensioneerd kolonel, aanhanger van de rechtse ex-President Uribe, riep al op om Petro te ‘defenestreren’.
Petro is ook intensief bezig met buurland Venezuela. Met tussen één en twee miljoen vluchtelingen in het land heeft Colombië er alle belang bij de sancties te laten opheffen en democratische verkiezingen te laten organiseren.
In de onderhandelingen met het ELN, de overblijvende guerrillabeweging, werd afgelopen week een akkoord bereikt, maar van een leien dakje lopen de gesprekken niet. Het heeft nog weinig met ideologie te maken, aldus Petro, het zijn verdienmodellen geworden.
Het lijdt geen twijfel dat ook hier de V.S. achter de schermen aardig mee aan de touwtjes trekt. Colombië is altijd de beste bondgenoot van de V.S. in de regio geweest, met tevens sterke banden met de NAVO. Petro heft vooralsnog niets gedaan om die goede betrekkingen in gevaar te brengen, maar men weet uiteraard dat een progressieve regering nooit uitgesproken pro-yankee zal zijn.
‘Verandering is moeilijker dan we dachten’, aldus Petro, en dat ervaren alle linkse regeringen in de regio. Het volk moet duidelijk maken dat het veranderingen wil, want het enige alternatief voor democratische parlementaire wetgeving, is de gewapende strijd. En geweld heeft Colombië meer dan genoeg gekend. Dit heeft niets te maken met kapitalisme, aldus nog Petro, wel met feodalisme.
De ‘roze golf’ in Latijns Amerika bestaat hoofdzakelijkj uit erg reformistische Presidenten zijn die er niet aan denken het economisch systeem op zijn kop te zetten. De Braziliaanse President Lula doet er momenteel alles aan om op zijn minst meer eenheid in het Latijns-amerikaanse progressieve kamp te krijgen. Denkend aan de geopolitieke verschuivingen die aan de gang zijn, de oude en nieuwe bondgenootschappen die herbekeken worden, zou dat al zeker een grote vooruitgang kunnen betekenen. Meer en meer wordt gepraat over een nieuwe beweging van ‘niet-gebonden landen’, over een uitbreiding van BRICS, over de vervanging van de Dollar als reservemunt. Het klinkt aantrekkelijk en kan dat ook worden, maar op wieltjes loopt het alvast niet.