Bernardo Caal Xol (foto: Amnesty International)
Guatemala wordt de laatste twintig jaar geteisterd door multinationale bedrijven die met toelating van de staat grondgebied van de Mayabevolking, veelal ongerepte bosrijke en heuvelachtige streken, verloederen door het delven van ertsen (goud, zilver, tin, olie,…) of het aanleggen van reusachtige stuwdammen. Dikwijls wordt de bevolking onteigend en beroofd van haar grond om plaats te maken voor bedrijven.
Zo zijn ook in het departement Alta Verapaz in het noorden van het land multinationals bezig met de bouw van de hydro-elektrische centrales Oxec en Oxec II, op de rivier Cahabón. De bedrijven vernietigen door hun werkzaamheden het milieu en de habitat van de lokale q’eqchi’ bevolking. Bovendien leiden ze de rivieren om. Het water is onontbeerlijk voor de bewoners van de streek om zich te baden, hun kleren te wassen en om hun velden te irrigeren. Door de omlegging van het water komen de dorpjes in grote problemen. Een van de eigenaars van de bedrijven is de Spanjaard Florentino Pérez, tevens voorzitter van voetbalclub Real Madrid. Een paar jaar geleden sloot Greenpeace – Afdeling Spanje het water in het hoofdkantoor in Madrid gedurende enkele uren af om het personeel te laten voelen wat dat betekent met een tekort aan water te moeten leven.
Lokale bevolking gaat in het verzet
De lokale bevolking zelf kon niet lijdzaam toekijken. Bernardo Caal Xol, een inheemse gemeenschapsleider, ging samen met de inwoners de strijd aan tegen de bouw van de stuwdammen. De internationale verplichting op basis van Akkoord 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) werd niet nagekomen. De lokale bevolking werd met andere woorden niet voorafgaand geraadpleegd. Buitenlandse bedrijven, samen met de regering, rechtvaardigen hun optreden met de smoes dat zij, ondanks hun impact op de natuur en de druk op de habitat van de bevolking, anderzijds de ontwikkeling van de bewoners en het land vooruithelpen. De werkelijkheid is anders. De lokale bevolking leeft veelal zonder elektriciteit, want de opgeleverde energie wordt uitgevoerd naar Mexico, Costa Rica en de overige omliggende Centraal-Amerikaanse landen.
In januari 2018 werd Bernardo Caal Xol gearresteerd, na een lastercampagne en verschillende gevallen van intimidatie. Hij werd in voorhechtenis genomen. Op 9 november werd hij uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en vier maanden, zogenaamd voor ‘illegale aanhoudingen’ en ‘diefstal met geweld.’ De beschuldigingen houden verband met protesten in oktober 2015. Werknemers van een onderaannemer die de bouwwerken van de waterkrachtcentrale uitvoert, beweren dat ze werden vastgehouden en beroofd door lokale inwoners van de gemeenschap, onder leiding van Bernardo Caal Xol. Duidelijke bewijzen voor de aantijgingen zijn er niet.
In 2019 ontving Bernardo de 4de Quetzal-prijs van Guatebelga vzw. Vanwege zijn gevangenschap was het zijn zus María Josefina Caal Xol die naar België kwam om de prijs in ontvangst te nemen.
‘Ad-Hoc groep voor de vrijlating van Bernardo’
Sindsdien hebben we met de steungroep ‘Solidair met Guatemala’ de zaak van Bernardo dagelijks op de voet gevolgd. In oktober vorig jaar richtten we een ‘Ad-Hoc groep voor de vrijlating van Bernardo’ op, samengesteld uit een achttal deelnemers, waaronder de echtgenote van Bernardo, de advocaat van de verdediging en verder organisaties uit Guatemala en Europa, waaronder ‘Solidair met Guatemala.’
Op 22 februari begon de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties aan haar ’46ste Periode van Sessies in Genève.’ De Raad is een intergouvernementeel orgaan dat tot taak heeft de bevordering en de bescherming van de mensenrechten in de wereld te versterken en situaties van mensenrechtenschendingen aan te pakken en daarover aanbevelingen te doen.
Bij die gelegenheid richtten we een brief tot de voorzitter van de Raad. Die werd ondertekend door meer dan 330 personen en organisaties vooral uit Guatemala en enkele landen van Europa, waaronder uiteraard België.
De Brief gericht aan de Raad voor de Mensenrechten van de VN
‘De structurele systemen van Guatemala hebben gedurende meer dan twee eeuwen de onderdrukking, discriminatie en criminalisering in stand gehouden van mensen die een bedreiging vormen voor de belangen van de politieke, militaire en economische macht van het land, in hoofdzaak de inheemse volkeren.
Alleen al het verdedigen van een zo fundamenteel beginsel als het leven en de bescherming van het land, de natuur of het algemeen welzijn is een reden om diegenen het zwijgen op te leggen die al millennia lang tot zwijgen zijn gebracht. Veel inheemse verdedigers die zich proberen te verzetten tegen megaprojecten worden vervolgd en gecriminaliseerd wanneer zij de bescherming en verdediging eisen van hun territoria, hun rivieren, hun leven, hun milieu en hun gemeenschappen. In 2020 werden 1.034 agressies geregistreerd, waarvan 53% tegen mannelijke verdedigers, 33% tegen vrouwelijke verdedigers en 14% tegen organisaties, instellingen en/of gemeenschappen, die opkomen voor de mensenrechten naast 17 moordaanslagen en 22 pogingen tot moord.
Dit is ook het geval met Bernardo Caal Xol, een Maya Q’eqchi’ verdediger, vertegenwoordiger van de gemeenschappen van Santa María Cahabón, die gecriminaliseerd werd omdat hij zich verzette tegen de hydro-elektrische projecten Oxec en Oxec II. Hij werd tot 7 jaar en 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Na meer dan 3 jaar gevangenisstraf en meervoudige schendingen van het recht op een eerlijk proces, is het vonnis door de magistraten van het hof van beroep bevestigd en verzwaard. Bernardo’s gezondheid is ernstig aangetast in de jaren dat hij in de gevangenis zit.
Ondanks de inspanningen van petitie-indieners, individuen en mensenrechtenorganisaties, zowel in Guatemala als op internationaal vlak, om een beleid op te bouwen ter bescherming, zijn de agressies tegen verdedigers van de mensenrechten nooit opgehouden; integendeel, zij zijn in aantal en intensiteit toegenomen.
Wij doen een dringende oproep tot respect voor diegenen die in Guatemala de mensenrechten verdedigen, tot de noodzakelijke toepassing van een alomvattend beleid ter bescherming van de bevolking om verdere aanvallen tegen personen te voorkomen, zoals die welke Bernardo Caal te beurt vielen, en tot de uitoefening van justitie met onafhankelijke rechtbanken en onpartijdige rechters.
Daarom ondertekenen en bekrachtigen wij ons standpunt ten gunste van hen die de mensenrechten verdedigen.’