IJsland heeft een nieuwe president: de historicus Guoni Thoracius Johannesson. Een berichtje waar maar weinig mensen wakker van zullen liggen. Veel belangrijker is wel dat met zijn aantreden – officieel gebeurt dat op 1 augustus a.s. – Olafur Ragnar Grimsson (foto) van het politieke toneel verdwijnt, de man die wist te voorkomen dat zijn land zwichtte voor de aasgieren van de Europese Unie (EU) en het Internationaal Muntfonds (IMF) en niet, zoals Griekenland, in extreme armoede verviel. Waaruit wel enige lessen te trekken zijn.
Grimsson is in totaal twintig jaar president van IJsland geweest. Niemand zou, bij wijze van spreken, ooit van hem gehoord hebben zonder de bankencrisis die in 2008 ten gevolge van de deregulering van de banken in de jaren voordien ook in IJsland toesloeg, toen drie grote banken, die ook in België actief waren, ter ziele gingen. Maar het probleem werd daar dankzij de president heel anders aangepakt.
In België werden Fortis en Dexia Bank door de regering, met al hun uitstaande schulden, door de regering overgenomen, wat de Belgische burger miljarden euro heeft gekost en nog kan kosten. Ierland en Griekenland werden door de EU en het IMF in ruil voor financiële steun verplicht alle schulden van hun banken aan privé-investeerders over te nemen en drastische besparingen op te leggen aan hun burgers. Met alle ellende vandien.
Ierland, ooit bejubeld als de “Keltische tijger” tot de vastgoedzeepbel uiteenspatte, krijgt nu geregeld schouderklopjes van de EU e.a. voor zijn “succesvolle hervormingen” en nieuwe “groei”, maar het feit blijft dat de bevolking in haar geheel sterk verarmd is. Het zal nog jaren duren vooraleer het bruto binnenlands product het niveau van 2008 zal evenaren. Hetzelfde geldt voor de lonen.
Grieken zwaar gepakt
Griekenland, dat onder Alexis Tsipras van de partij Syriza probeerde enig verzet te plegen tegen de dictaten van Europa, werd daar hard voor aangepakt. Politici uit bijna alle EU-lidstaten wedijverden in hardvochtigheid. Zo verklaarde Bart De Wever, de voorzitter van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), de grootste partij in België, eerder dit jaar dat “de Griekse premier Tsipras zal plooien”. Zijn partijgenoot Johan Van Overtveldt, minister van financiën, deed niet onder in anti-Griekse propaganda. Zelfs voor het IMF werd die onverbiddelijkheid teveel. Al maanden pleit die instelling voor een verlichting van de Griekse schuld, die het land anders nooit zal kunnen terugbetalen, laat staan er economisch bovenop komen. Te meer daar totnogtoe slechts 5 % van de Europese “steun”, die de Griekse schuld nog verder de hoogte injaagt, naar Athene is gegaan. De rest ging direct naar de banken die nog geld tegoed hebben van Griekenland. Bovendien worden steeds hardere “inleveringen” opgedrongen aan de Griekse bevolking die wegzinkt in armoede en werkloosheid.
Dat is heel wat anders dan wat de Duitse kanselier Angela Merkel zei in een commentaar naar aanleiding van het resultaat van het Brexitreferendum: dat er moet worden voor gezorgd dat de burgers concreet kunnen zien hoe de EU hun leven kan verbeteren. Cynisme, morele blindheid, elitaire wereldvreemdheid? Maak de Grieken – en de Ieren, Portugezen, Spanjaarden enz. – maar wijs dat het beter gaat dankzij de EU die nog altijd schuldverlichting afwijst en in harde besparingen en sociale afbraak en verarming van de gewone burger het enig heil ziet.
Oekraïne
Wat een contrast met de EU-houding tegenover het door en door corrupte Oekraïne, waar een elite van oligarchen het land leegplundert. Het land kreeg van het IMF zonder problemen een schuldkwijtschelding van 32 miljard euro en een nieuwe lening van 36,1 miljard €. Dit zonder enig protest van de mainstream-pers die dit gewoonweg verzwijgt terwijl ze constant de Grieken aanvalt. In het Belgische parlement heeft nog geen enkele volksvertegenwoordiger gevraagd hoeveel de Belgische bijdrage bedraagt in die gunstmaatregel en waarom die werd toegekend.
Maar ja, het Westen heeft naar schatting zeker 9 miljard dollar geïnvesteerd in een staatsgreep tegen een regering in Oekraïne die niet anti-Russisch was gewoonweg wegens het feit dat Rusland een grote buur en belangrijke handelspartner is. Die steun past in de gestage strijd van het Westen om Rusland te omsingelen en militair, politiek en economisch in de verdrukking te brengen. In die optiek ziet het er naar uit dat de EU eigenlijk een onderafdeling is van de NAVO, die steeds oorlogszuchtiger wordt.
Bankiers in de cel
Het kleine IJsland heeft zich echter niet laten ringeloren zoals Ierland, Griekenland, Portugal, Spanje… Alhoewel, het heeft maar weinig gescheeld. Het land zat in 2008 in de problemen. Als kandidaat-lid van de EU stond het onder sterke druk van Brussel, om tegen elke kapitalistische logica in, de schulden van zijn drie failliete banken aan buitenlandse privé-beleggers en –geldschieters terug te betalen. Het IMF eiste hetzelfde.
De totale put van de die banken bedroeg ruim 75 miljard € of meer dan 225.000 € voor elk van de ongeveer 330.000 burgers van IJsland, een schuld die door de rente nog elk jaar zou stijgen. In tegenstelling tot de andere landen liet IJsland zijn banken bankroet gaan, wat in overeenstemming is met de kapitalistische logica. Het zorgde ook voor een primeur door een twintigtal bankiers tot gevangenisstraffen te veroordelen.
Dit precedent leidde in Groot-Brittannië al tot wetten waaronder bankiers naast een boete ook een gevangenisstraf tot zeven jaar kunnen krijgen als ze schuldig worden bevonden aan wanbeleid. Ze kunnen dezelfde straf ook krijgen als ze schadelijke acties van anderen tegen financiële instellingen niet tegenhouden. In de andere landen, ook in België, blijven de bankiers nog altijd grotendeels buiten schot.
Vetorecht en referendum
De IJslandse staat zorgde ervoor dat zijn burgers niet leden onder de crisis door hun tegoeden naar nieuwe rekeningen bij andere banken over te hevelen. Andere landen voelden zich door die regeling gediscrimineerd. Met name het Verenigd Koninkrijk en Nederland voerden een harde campagne om te bekomen dat de zowat 5,5 miljard € die hun burgers hadden verloren ook zou worden terugbetaald.
De IJslandse regering en parlement gingen door de knieën. In augustus 2009 keurde het parlement alsnog een terugbetalingsregeling goed, die inhield dat IJsland gedurende een periode van zes jaar in totaal 6% van zijn bruto binnenlands product aan Groot-Brittannië en Nederland zou betalen. Maar dat was buiten president Grimsson gerekend. Hij gebruikte een unieke bepaling in de IJslandse grondwet waaronder de president van het land zijn veto kan stellen tegen in het parlement goedgekeurde wetten en de bevolking zelf kan laten beslissen in een referendum.
In twee referendums in 2010 en 2011 verwierpen de IJslanders de terugbetalingen. Niet verwonderlijk. Waarom zouden zij zich zelf een zware last opleggen om de fouten van private banken goed te maken? Niet verwonderlijk ook dat IJsland inmiddels, zoals ondertussen ook Zwitserland deed, zijn kandidatuur voor lidmaatschap van de EU introk. Was het op het moment van de crisis in 2008 al lid geweest dat zou het niet in staat zijn geweest de eisen van de EU te verwerpen en zou IJsland een zware economische en sociale crisis hebben gekend, minstens zo erg als in Griekenland. Nu heeft IJsland de crisis overleefd zonder te snijden in voorzieningen zoals gratis gezondheidszorg en onderwijs.
De koers van de kroon, de lokale munt, daalde wel, maar stimuleerde de export en het toerisme. Daardoor heeft het land een overschot op de handelsbalans, daalde de staatsschuld van 87 % van het bruto nationaal product in 2012 tot 64 % vorig jaar, is de werkloosheid er laag en de groei hoger dan elders in Europa – zowat 3,5 % in 2015. Allemaal cijfers waarop de EU-landen alleen maar jaloers kunnen zijn.
Geen wonder dat mainstream-pers niet graag schrijft over de bankencrisis, en de oplossing ervan, in IJsland. Die staat immers haaks op de gevestigde neoliberale recepten van de EU en zou mensen op gedachten kunnen brengen. Geen wonder dat de inmiddels afgetreden IJslandse premier Sigmundur Davio Gunnlaugsson – zijn naam werd genoemd in de Panama-papers – kon zeggen dat “het feit dat we buiten de EU stonden uiteindelijk essentieel is gebleken voor ons economisch herstel”. Niet alle heil ligt dus in de EU.