De aanpak van de crisis zou er in Europa wellicht anders uitzien indien enkele van de leiders van dat Europa naar zichzelf zouden luisteren. Maar blijkbaar lijden veel leiders aan schizofrenie en doen ze zeker niet wat ze zeggen. Mario Monti, nu premier van Italië na een carrière in de EU en bij Goldman Sachs, klaagde op de jaarlijkse veiligheidsconferentie van München zowaar over de verwaarlozing door de EU van de openbare sector.
Monti: “Er zijn stevige argumenten die pleiten voor een relance van de openbare investeringen. Spanje en Ierland zijn slachtoffers geworden van de privé-sector. Dat ligt aan het verdrag van Maastricht dat de privé-investeringen voorstelde als een goede zaak, de openbare investeringen als een slechte”. Maar diezelfde Monti lanceert in Italië de zoveelste privatiseringsgolf.
Democratie?
Monti werd premier buiten alle democratische processen om, opgedrongen door de leidende kringen van de EU, zoals de Duitse kanselier Angela Merkel en de Europese Centrale Bank. Toch zegt diezelfde Monti verbijsterd te zijn dat Italië een technocraat als hem aanwees om het land weer op het goede spoor te zetten. “Alsof een democratie niet het beste systeem zou zijn om problemen op te lossen”.
Soms komt de wijsheid ook achteraf. De Amerikaanse gewezen president Jimmy Carter “ontdekte” de Palestijnse kwestie na zijn ambtstermijn… Zijn collega Bill Clinton pakt nu uit met een boek waarin hij de positieve rol van de staat beklemtoont, terwijl hij als president de al zo beperkte macht van die staat verder uitholde door de verdere deregularisatie van de financiële markten. Clinton valt uit tegen dertig jaar van blindmakende antistaatsideologie alsof hij daar niets mee te maken heeft. Zonder sterke efficiënte staat geen gezonde economie, stelt de ex-president ineens vast. De overheid moet na jaren verwaarlozing hoogdringend in infrastructuur investeren, aldus Clinton die toch acht jaar staatshoofd was.
Gezaghebbend
De westerse leiders zouden ook kunnen luisteren naar gezaghebbende economisten uit eigen rangen. Maar de opinies van die economisten botsen met de ideologische dogma’s van die leiders en de belangen van de financiële groepen en conglomeraten wier belangen zij verdedigen.
Nobelprijswinnaar Paul Krugman bij voorbeeld beklemtoont de jongste tijd herhaaldelijk dat de crisis helemaal geen falen van de Europese sociale systemen aantoont. Hij vindt ook dat de fixatie van de Europese Centrale Bank op de inflatiebestrijding geen enkele oplossing biedt. “Duitsland meent dat budgettaire discipline de oplossing voor de crisis biedt. Dat is een vergissing”, aldus Krugman. Hij vindt het raar dat de leiders van de EU een prioriteit maken van de begrotingstekorten.
Martin Wolf, commentator van de Britse Financial Times, zegt dat het zogenaamde gebrek aan begrotingsdiscipline niet de belangrijkste boorzaak van de crisis is. En dus is al die drukte over begrotingstekorten en schulden een drukte voor niets. Zoals men nu bezig is, gaan we recht naar de recessie, aldus Wolf die terloops opmerkt dat Duitsland zijn competitiviteit in vergelijking met landen als Italië en Spanje moet terugdringen. En dat kan door de koopkracht in Duitsland, drastisch gedaald de voorbije tien jaar, nu gevoelig te verhogen. Hogere lonen in Duitsland zou een stap in de goede richting zijn, maar daar is het Duitse patronaat niet voor te vinden.
De Franse economist Philippe Askenazy noemt een soberheidbeleid een vorm van zelfmoordpolitiek. De koopkracht verhogen, aanwerven in openbare diensten en bedrijven in plaats van te ontslaan. De regering Fillon heeft 150.000 posten geschrapt, terwijl er zoveel arbeidskrachten tekort zijn in gezondheidszorg, justitie, onderwijs… wat heeft dat de economie geholpen, aldus Askenazy.
Het “soberheidsbeleid” (niet voor iedereen, de sector van de luxeproducten doet het in Europa uitstekend) is overduidelijk nefast. In volle hypocrisie betreuren de leiders dat de crisis gevaarlijke gevolgen voor de democratie kan hebben. Intussen plaatsen ze toplui van roofbankier Goldman Sachs aan het hoofd van regeringen in Griekenland en Italië. En dan maar klagen over schadelijke gevolgen voor de democratie.