De Grieken “mogen” naar de stembus. Maar velen hebben intussen al met de voeten gekozen, ze zijn echt of “intern” uitgeweken. Echt, als emigranten. Intern door zich volkomen murw geslagen in zichzelf terug te trekken, de interne ballingen die niet naar de stembus zullen gaan. En de anderen, die tot nog toe overwegend kozen tussen de (zeer) rechtse Nea Demokratia (ND) en de sociaaldemocratische Pasok?
Sinds de val van het kolonelsregime wisselden Pasok en ND elkaar af om te regeren. Het maakte wel verschil, maar niet echt wezenlijk. Aan de rand bleven of verschenen wel enkele andere politieke formaties, zoals de KKE, de communistische erfgenaam van het stalinisme, linkse groepen deels ontstaan uit het “Eurocommunsme” van de jaren 1970 en de uiterst-rechtse Laos die enkele weken in de noodregering zat.
Afstraffing
Vooral de Pasok dreigt de grootste rekening van het debacle te betalen. Peilingen geven aan dat deze cliëntelistische partij zelfs tot onder 10% zou zakken, terwijl ze vorige verkiezingen 44% haalde. ND zou van 33 naar minder dan 20% zakken.
Pasok mobiliseerde al die jaren niet op een politiek programma, maar op beloften van gunsten – wat ND trouwens evenzeer deed. Pasok heeft geen nauwe banden met de syndicale beweging en zeker niet met de honderdduizenden die op 12 februari op straat kwamen om hun woede uit te schreeuwen tegen politici die hen de dictaten van EU en MF door de strot duwen. Slechts 22 parlementsleden van Pasok (en 21 van ND) luisterden naar de stem van het protest en stemden tegen het pakket van de armoede dat de superrijke Grieken en hun fortuinen ongemoeid laat. Die 22 werden prompt uit de partij gestoten, maar de meeste andere parlementsleden zullen in de verkiezingen hoe dan ook weg worden gestemd omdat zij zogenaamd “hun verantwoordelijkheid namen”.
Links
Het probleem is: waar zitten de politieke alternatieven. Volgens peilingen zullen zeer veel Grieken in april voor lijsten links van Pasok stemmen. De KKE, Radicaal-Links (Syriza) en andere linkse groepen zouden samen tussen 30 en 40% kunnen halen.
Er is in de eerste plaats de KKE die een zeer sektarische traditie heeft en er vooral op uit is zichzelf te versterken; die partij wil alleen met anderen samenwerken als dat onder haar leiding gebeurt. Deze goed georganiseerde partij is wel erg zichtbaar aanwezig in de protestacties en zal daar dan electoraal ook wel voor beloond worden. In 2009 haalde de KKE 7,5% en 21 zetels op 300.
Ze heeft ter linkerzijde vooral concurrentie van Syriza, bij de vorige verkiezingen 4,6% en 13 zetels. Syriza bestaat voor een belangrijk deel uit groepen die in verschillende fazen de KKE verlieten en die in 2004 gingen samenwerken, wat niet altijd vlekkeloos verliep. Syriza bestempelt zichzelf als radicaal-links, maar heeft tegenover de EU een lauwe houding. Syriza heeft het over de nood aan een “democratische EU”, wat in de huidige omstandigheden neerkomt op het zaaien van illusies. De EU treedt nu ongemaskerd naar voor, als een instrument om de kapitalistische verhoudingen in Europa te bestendigen, met landen in moeilijkheden als “speciale economische zones”.
In 2010 kwam er een nieuwe linkse partij, “Democratisch Links”, die vooral ontgoochelde Pasok-leden groepeert. Talrijke gewezen Pasok-aanhangers lopen nu over naar Democratisch Links dat volgens peilingen meer kan halen dan de Pasok zelf. Die partij maakt geen fundamentele kritiek van de Europese Unie, als “links sociaaldemocratisch” heeft ze het vooral over het “democratisch deficit” van de Europese instellingen.
Links van Syriza en KKE is er de antikapitalistische Antarsya, een alliantie van diverse uiterst-linkse groepen,waaronder verscheidene trotskistische bewegingen. Antarsya is bijzonder actief in de protestacties, maar minder talrijk en minder zichtbaar dan KKE en Syriza.
Neerwaarts
Alle groepen links van Pasok zouden samen volgens peilingen rond 40 % kunnen uitkomen. Indien deze groepen tot één lijst zouden kunnen komen, zouden ze met het huidige kiesstelsel daarmee een meerderheid kunnen behalen. Maar de onderlinge verdeeldheid maakt een linkse meerderheid erg onwaarschijnlijk. Het nieuwe parlement zal erg verbrokkeld zijn, met naast links, Pasok, ND en Laos mogelijk ook erg nationalistische vertegenwoordigers die inspelen op de sterke anti-Duitse gevoelens.
De kans dat er uit verkiezingen een alternatief komt, is dus niet zo groot. Die verkiezingen lijken vooral bedoeld om de protestgolf van stakingen en betogingen te ontmijnen. Het Griekse patronaat, EU en IMF zitten op dezelfde golflengte: Griekenland moet hoe dan ook een “speciale economische zone” worden waar andere regels inzake sociale en milieubeschermingen gelden. Griekenland in een neerwaartse spiraal zuigen, alsmaar neerwaarts want zelfs binnen de EU zijn er lidstaten waar de lonen nog beduidend lager liggen dan in Griekenland.
(Uitpers nr. 140, 13de jg., maart 2012)