Om het 19e congres van de Chinese Communistische Partij (CP) rimpelloos te laten verlopen, is geen moeite gespaard. Om luchtvervuiling tijdelijk te weren, zijn zelfs de staalfabrieken in de verre omgeving stilgelegd. AirBnB biedt geen kamers aan in een straal van 20 kilometer rond het Plein van de Hemelse Vrede, want er is te weinig controle op de gasten. Er zijn extra veiligheidsmaatregelen in transport en bedrijven om ongevallen te voorkomen, want dat zou een smet op het congres zijn. Chinese tv-kanalen programmeren reeksen over China’s glorie. Partijleider Xi Jinping wil perfecte orde, want zonder orde zou China dezelfde weg kunnen opgaan als indertijd de Sovjet-Unie, aldus de Chinese CP die de schuld legt bij toenmalig Sovjetleider Michail Gorbatsjov. Xi als anti-Gorbatsjov.
Strakke teugels
Loopt het Chinese systeem dan inderdaad gevaar net zoals het Sovjetsysteem te imploderen? Voor de leiders van de Chinese CP, 87 miljoen leden, heeft Gorbatsjov schuld aan de implosie van Unie en systeem door de teugels los te laten. Uit die Sovjettragedie wordt meer dan ooit de conclusie getrokken dat de teugels strak moeten worden aangespannen, op alle vlakken.
Alsof Gorbatsjov toen veel anders had kunnen doen. Het systeem was dusdanig vermolmd, dat de toenmalige Sovjetleiding er nog weinig kon aan helen. Een groot deel van de toenmalige leiders koos eieren voor zijn geld: hun droom was al lang om dat juk van de collectieve eigendom van zich af te schudden om rijk te kunnen worden zoals de kapitalisten die ze heimelijk hadden benijd. In China hadden ze al eerder gesnapt dat het ook anders kon, de weg die Deng Xiaoping in 1978 al voorhield met onder meer de leuze “Chinezen, verrijk u”. Wat de ene al meer deed dan de andere.
Illusies
Is de vrees voor een implosie dan wel oprecht? Zijn er in China gelijkaardige processen bezig als toen in de Sovjet-Unie in de jaren 1980?
Wat het Sovjetsysteem vooral ondermijnde, was de economische impasse – geen groei en geen vooruitzichten op beter. In het begin van de jaren 1980 stelde het Politburo van de CP bovendien vast dat het zijn greep op de maatschappij aan het verliezen was, of reeds had verloren. “We schrijven fictie”, zegden Sovjeteconomisten in 1980 toen ze het hadden over de opstelling van de vijfjarenplannen. Ze wisten dat de meeste statistieken waarop ze zich voor de komende vijf jaar moesten baseren, nep waren. De 15 mannen (zoals in China een zeer mannelijke partijleiding) van het Politburo dachten tot dan dat ze over de productie en consumptie van hun volk beslisten, maar dat bleek een illusie.
De Chinese CP heeft al lang de strakke centrale planificatie opgeborgen voor een “socialistische markt met Chinese trekken”, een mooie benaming voor kapitalistische marktmechanismen die steeds meer ruimte kregen. Het aandeel van de privésector is in alle sectoren al lang groter dan die van de staatssector. Met de risico’s die daaraan zijn verbonden voor de stabiliteit.
Verscheidene buitenlandse analisten wantrouwen al enkele jaren China’s economische statistieken. Sommige berekenen dat er bij voorbeeld grote discrepantie is tussen de handelscijfers en het containerverkeer. Er is hoe dan ook weinig openheid over de berekening van de officiële statistieken. Er is de overcapaciteit en overproductie in staatsbedrijven waar om politieke en sociale redenen niet aan wordt geraakt. Vandaar enige twijfel aan de groeicijfers.
Vandaar wellicht ook dat Xi en zijn ploeg weer een grotere overheidscontrole op de economie instelden en verder willen vergroten. De partij heeft de partijcellen in de privébedrijven, in ngo’s en allerlei instellingen weer tot leven gewekt om er op het interne reilen en zeilen toe te zien. De partij moet op alle vlakken waken. Zij is de motor van de “Chinese droom”, die van een blijvende groei in en ver buiten het land. Met de nieuwe “zijderoutes” langswaar China zich in een zestigtal landen ontplooit. De partij als garant van stijgende welvaart met Xi aan het roer.
Ideologische kloof
De implosie van de Sovjet-Unie werd ook in de hand gewerkt door een steeds groter wordende ideologische kloof, die tussen theorie en praktijk. Zeggen dat men het socialisme opbouwt en tegelijk alsmaar de voorrechten van de nomenklatura, van de bureaucratie, uitbreiden, vergt teveel spreidstand. Het gros van de bevolking worstelde met de vele problemen van het dagelijks leven, terwijl het steeds beter zag hoe bureaucraten hun eigen ziekenhuizen, scholen, winkels enz. koesterden.
Het ondermijnde de geloofwaardigheid van het regime. Bovendien illustreerde onder meer de corruptie dat veel bureaucraten in hun eigen systeem niet geloofden. Na de implosie werd duidelijk dat dit algemeen was: die bureaucraten hadden doorgaans één grote droom, namelijk weg dat socialisme om zich te kunnen verrijken.
China is vandaag in hetzelfde bedje ziek. Xi besefte maar al te goed goed hoe de wijdverbreide corruptie de geloofwaardigheid van het systeem aantastte. Zijn campagne tegen de corruptie werd soms ook gebruikt om minder loyale leiders opzij te zetten. Maar sinds het vorige partijcongres werden bijna één miljoen kaderleden op de proef gesteld, en werden 130 hooggeplaatste leiders uit regering en partij in beschuldiging gesteld.
Ondermijnen
Alles wat de partij kan ondermijnen, moet bestreden worden, zegt Xi nu op het 19e congres. De burgerbewegingen die eerder deze eeuw waren opgedoken rond milieuproblemen, woonrechten, verbruikersrechten, arbeidsveiligheid enz. maken in Xi’s ogen deel uit van de ondermijners. Ze kregen het de voorbije jaren steeds moeilijker. Intellectuele en artistieke kringen kregen meer last van censuur. De “sociale media” werden gefnuikt, de overheid ziet in de nieuwe communicatieontwikkelingen vooral middelen om haar controle te verscherpen. Kortom, het middenveld (civil society) krijgt minder en minder ruimte.
Maar daarmee verdwijnt de sociale realiteit niet. In enkele sectoren en regio’s loert werkloosheid om de hoek, de tientallen miljoenen interne migranten hebben nog altijd zeer weinig rechten, de ongelijkheden staan zeer haaks op de doctrine van een partij die zich toch nog altijd communistisch noemt.
Wat is die partij dan meer dan een verdedigster van de gevestigde belangen. Die belangen, dat zijn onder meer de verworven posities, met alle daaraan verbonden privileges die voortspruiten uit de ongelijkheden. Om die toestand stabiel te houden, riskeert de leiding rond Xi geen enkel risico met enige ‘glasnost’ (openheid, ook voor kritiek) zoals ten tijde van Gorbatsjov. Elke uiting van misnoegen, er zijn er nogal wat, moet vooral geïsoleerd worden, soms met toegevingen, desnoods met repressie. Hoe dan ook, verhinderen dat protest uitdeint.
Waakhond
Het Sovjetstelsel is echter niet ten onder gegaan aan protsten. Die waren er nauwelijks. Het stelsel implodeerde gewoon, niemand gaf er een stoot aan . Tenzij dan Washington dat in die tijd de bewapeningswedloop zodanig had opgevoerd met de uitdrukkelijke bedoeling de Sovjeteconomile te kelderen. De onlangs overleden veiligheidsadviseur van toenmalig VS-president Jimmy Carter, Zbigniew Brzezinski, zei onomwonden dat de VS met die wedloop de Sovjet-Unie wou dwingen tot militaire uitgaven die de Sovjeteconomie niet aankon. Maar voor de rest implodeerde dat systeem gewoon. Degenen die het meest aan de kar duwden, waren de leidende bureaucraten zelf.
De kans is onbestaande dat dit in China van binnenuit gebeurt. Ze hebben de kansen om zich te verrijken binnen het systeem zelf ingebouwd, met de partij als waakhond. Hier is de vrees dus wel duidelijk dat het in een sociale crisissituatie tot een sociale explosie kan komen uit onvrede met corruptie en ongelijkheden. De leiders in Peking herinneren zich de paniek op 25 april 1999 toen 10.000 leden van de groep Falun Gong opdaagden voor de poort van Zhongnanghai, de hedendaagse ‘verboden stad’ in de buurt van de keizerlijke Verbonden Stad aan het Plein van de Hemelse Vrede. Een beweging had een massa samengebracht zonder dat de partij of de veiligheidsdiensten dat merkten. Zoiets mocht nooit meer gebeuren.
Eenheid
Er is ook de vrees dat de eenheid van het land in het gedrang zou komen. In tegenstelling tot de Sovjet-Unie is China etnisch veel homogener, met 94 % Han Chinezen. Toch zijn er enkele regio’s waar een deel van de lokale bevolking zich afzet tegen het centraal gezag – Tibet en vooral Xinjiang. Vooral dat laatste is zeer belangrijk voor de ontplooiing van de nieuwe ‘zijderoutes’.
De partij wist ook naar verschillende episodes in China’s geschiedenis waarbij het land in handen kwam van krijgsheren die elkaar onderling bestreden. Het is nog geen eeuw geleden dat het zover kwam. Vandaar ook dat Xi groot belang hecht aan leiders die hun sporen hebben verdiend op het terrein, en die hem loyaal zijn. Al wie niet loyaal is, riskeert te worden gebrandmerkt als ondermijner van ’s lands eenheid.