Google weigert zich nog langer te onderwerpen aan de Chinese censuur, en trekt zich desnoods terug uit China. Het spreekt tot de verbeelding: de internetgigant tegen de economische reus in opmars, het vrije internet tegen de erfgenamen van Mao. Zowel van links als van rechts kreeg Google felicitaties.
Google zegt dat Chinese hackers binnendrongen in de Gmailaccounts van Chinese mensenrechtenactivisten. Volgens Google werden deze hackers gestuurd door de Chinese overheid. Nog 33 andere firma’s zouden het slachtoffer zijn van gelijkaardige aanvallen. Daarom zou Google zijn Chinese zoekmachine Google.cn niet langer onderwerpen aan de Chinese censuur, ook als dit als gevolg zou hebben dat het Google.cn moet sluiten. Op welke manier dit Chinese hackers zou tegenhouden is niet helemaal duidelijk, maar de verklaring van Google werd door het linkse Human Rights Watch begroet als “een groot voorbeeld”. Ook de rechtse Wall Street Journal was vol lof.
Over Google kunnen we kort zijn. Het is een kapitalistisch bedrijf dat winst wil maken. Met het spectaculaire initiatief geeft het zijn imago een enorme boost: Google op de barricaden voor transparantie en openheid. Wat is er kostbaarder voor een internetbedrijf dat wereldwijd de helft van alle zoekopdrachten op internet controleert? Niets is belangrijker dan het vertrouwen behouden van de internetgebruikers.
Het gevecht voor de Chinese markt had Google toch al verloren van de Chinese concurrent Baidu, die 63 procent van de Chinese markt voor zoekopdrachten bezet, en sneller dan Google links aanbood naar gepirateerde muziek, Tv-shows en films. Zoals bij ons zoeken de Chinese internauten vooral vermaak. Google draait in China daarom een jaaromzet van amper 300 miljoen dollar, te vergelijken met haar totale omzet van 22 miljard dollar.
Niet alleen Google, maar ook firma’s als EBay, Yahoo, Facebook, Myspace en Twitter moesten het in China afleggen tegen Chinese concurrenten die beter begrijpen wat de Chinese klant wil.
De economische prijs die Google betaalt voor haar stunt is dus beperkt, in ieder geval op de kortere termijn. En Google blijft actief op de Chinese markt, enkel haar Chinese zoekmachine zou misschien de deuren sluiten.
De aanspraak van Google op transparantie is weinig geloofwaardig. Toen Google in 2006 Google.cn opende maakte het afspraken met de Chinese regering. De inhoud van deze afspraken is nog steeds niet bekend, net zo min als de inhoud van de lopende gesprekken.
So much voor de transparantie!Bovendien is China niet het enige land waar de overheid zich bemoeit met internet. In de Verenigde Staten moet Google al zijn informatie beschikbaar houden voor de Amerikaanse overheid in het kader van de Patriot Act, de zogenaamde strijd tegen het terrorisme. Volgens onbevestigde berichten zouden de Chinese hackers de infrastructuur opgezet in het kader van de Patriot Act gebruikt hebben voor hun eigen operaties! Bill Gates van Microsoft verklaarde tijdens een bezoek aan de redactie van de New York Times dan ook dat het internet in vele landen het voorwerp is van overheidsbemoeienis. Hij voegde er aan toe: “Als Google zich zou terugtrekken uit de VS, dat zou pas nieuws zijn!”
China
Wat betekent deze confrontatie echter voor China? De gedeeltelijke invoering van een markteconomie ging in China niet gepaard met politieke democratisering, en dat is volgens vele columnisten en ideologen van de vrije markt op den duur onhoudbaar. Voor deze opiniemakers is het zo klaar als een klontje: een moderne vrije markteconomie en politieke vrijheid gaan hand in hand, het één kan op den duur niet zonder het ander. Een vorm van economisch determinisme…
Het initiatief van Google raakt een gevoelige zenuw in het Chinese bestel. Valt een moderne markteconomie te rijmen met censuur en controle op de informatiestromen?
Nu al werken tienduizenden ambtenaren op het Chinese Ministerie van informatie om het internetgebruik in het oog te houden. Daar tegenover staan firma’s die gouden zaken doen met programma’s om deze Great Firewall, zoals de Chinese censuur in de wandeling heet, te omzeilen. Zowel de censoren als hun tegenstanders beschikken over steeds verfijnder technieken. Hoelang kan dit spel nog duren? Komt er een punt waarop de Chinese regering de controle op het internet moet loslaten, met alle politieke gevolgen van dien? Of zal zij kiezen zij voor een terugplooi, een loskoppeling van de internationale informatiestromen, en daarvoor de economische prijs betalen? Want internet biedt niet alleen porno, maar ook toegang tot de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen.
En welke politieke prijs zou zij daarvoor betalen?
China telt 300 miljoen internetgebruikers. Hieronder zijn er 80 miljoen die de zoekmachine van Google gebruiken. Zij zijn in de regel jong, en beter opgeleid en welvarender dan de gebruikers van Baidu.
Een aantal van hen zijn zeker gevoelig voor de waarden van politieke democratie en vrije meningsuiting. Maar “vrijheid” is toch ook dikwijls zijn ding kunnen doen, en snel geld verdienen, iets waarmee de Chinese regering heel wat minder problemen heeft. Zolang de Chinese regering economische ontwikkeling en stabiliteit kan garanderen heeft zij daarom misschien weinig te vrezen. De nieuwe rijken in Silicon Valley liggen ook niet wakker van het fundamenteel ondemocratisch karakter van de Amerikaanse samenleving. Maar de legitimiteit van het Chinese regime is broos, en rechtstreeks gekoppeld aan het economische groeipercentage.
Overigens blijft Google.com voor de Chinese gebruikers toegankelijk tenzij de Chinese regering de toegang afsluit.
Informatiegordijn
De Amerikaanse Minister van buitenlandse zaken Hillary Clinton was er als de kippen bij om China de levieten te lezen. Zij sprak van “een nieuw informatiegordijn dat neerdaalt over een groot deel van de wereld”, daarbij met haar woordgebruik een onverholen verwijzing makend naar het ijzeren gordijn uit de koude oorlogstijd. De vrijheid van het internet wordt een issue in het Amerikaanse buitenlands beleid. Om dit te onderstrepen werden prominente Chinese bloggers uitgenodigd naar het State Department in Washington en naar de Chinese ambassade in Beijing.
Wat willen de VS? Hopen de VS de greep van de Chinese regering op de samenleving te verzwakken om zo vrij baan te maken voor de Amerikaanse multinationals? Of zullen zij als puntje bij paaltje komt toch een stabiele Chinese partner verkiezen?
Een verzwakking van het Chinese regime gaat onvermijdelijk ten koste van de stabiliteit. Privébelangen spelen een groeiende rol in de Chinese economische ontwikkeling. Het zwaartepunt van deze belangen zit in de exportgerichte bedrijven aan de kust, met een scheeftrekking van de ontwikkeling als gevolg. Zij winnen aan gewicht, en bevestigen daardoor de scheefgroei. China combineert nu nog een schier eindeloze reserve goedkope arbeidskrachten met een centrale overheid die economische middelen kan concentreren op de ontwikkeling van puntsectoren. Maar denk die centrale overheid weg, en je krijgt chaos. Zijn de VS bereid dat risico te nemen om de Chinese concurrent in toom te houden?
Het belang van de rol van de centrale overheid in China wordt na de financiële crisis en de manier waarop China zich uit de slag heeft getrokken meer erkend. Luister maar naar de verhalen over de Beijing consensus die de neoliberale Washington consensus zou vervangen.
Hoe zien de VS (en in deze hun juniorpartner de EU) dus de ontwikkeling van hun relaties met hun opkomende concurrent in China? Worden die relaties niet onvermijdelijk vijandiger als China blijft groeien? In dat geval zal de controle van cyberspace een belangrijke rol spelen. Elk jaar besteden de VS miljarden dollars aan de voorbereiding van een cyberoorlog. Zij verhoogden het budget na een cyberaanval twee jaar geleden op de computersystemen van het Amerikaanse ministerie van defensie. Ook China laat zich niet onbetuigd. De kracht van internetaanvallen mag niet onderschat worden: je kunt ze richten op communicatienetwerken, maar ook op alle aspecten van een land die gestuurd worden door computers, en dat is tegenwoordig zowat alles. Dat is allicht de achterliggende reden waarom het optreden van enkele Chinese hackers dergelijke drastische reactie uitlokte.
NB. Hoe werkt de censuur in China? Doe zelf de test op Google.cn.
(Uitpers nr. 117, 11de jg., februari 2010)