De verspreiding van een passage uit de anti-islamfilm ‘The innocence of Muslims’ heeft in de Arabische wereld tot woedende reacties geleid. Voor Thierry Meyssan, Franse intellectueel en stichter van Réseau Voltaire en van de conferentie Axis for Peace, peilt op Voltairenet.org naar de achtergronden en de bedoelingen van deze anti-islamprent. De film is in het Arabisch verspreid via You Tube en de salafistische Egyptische zender Al Nas. Hij besluit daaruit dat de film dus niet bedoeld was voor een publiek in de Verenigde Staten, noch voor een moslimpubliek, maar uitsluitend voor Arabieren. ‘Wie gaat er schuil achter deze provocatie?’ vraagt Thierry Meyssan zich af?
De verspreiding op internet van passages uit The innocence of Muslims heeft geleid tot woedende reacties die in Benghazi, waar de Amerikaanse ambassadeur en leden van zijn escorte werden gedood, volledig uit de hand is gelopen. Op het eerste gezicht situeert deze affaire zich in de lijn van de reactie op de publicatie van de Satanic Verses van Salman Rushdie en de koranverbranding van de Amerikaanse pastoor Terry Jones. Deze nieuwe aanval onderscheidt zich van de andere omdat de film niet gemaakt is voor een westerse publiek, maar uitsluitend bedoeld als provocatie aan het adres van moslims. Politiek gezien kan deze affaire op twee manieren worden geanalyseerd: tactisch als een anti US-manipulatie en strategisch als een psychologische moslimaanval. De film wordt gepresenteerd als het werk van een zionistisch groepje, bestaande uit Joden met een dubbele nationaliteit – Israëli-US – en een Egyptische kopt. De prent was al enkele maanden klaar en werd getoond op een geschikt moment om aan te zetten tot betogingen tegen de Verenigde Staten. Israëlische agenten werden in verschillende steden ingezet om de ontstane woede te richten tegen US-doelwitten en kopten. Het maximum resultaat werd bereikt in Benghazi. In deze stad verschuilen zich, met medeweten van bewoners, reactionaire en racistische groeperingen. Tijdens de affaire van de Mohammed-karikaturen hebben salafisten er het Deense consulaat bestormd. De toenmalige Libische regering onder Khadafi heeft troepen moeten inzetten om de diplomaten te beschermen. De onderdrukking van de meute maakte vele slachtoffers. Als gevolg daarvan heeft het Westen dat het Libische regime weg wilde, salafistische publicaties gefinancierd waarin Khadafi beschuldigd werd van het verdedigen van de Deense ambassade. Op 15 februari 2011 organiseerden de salafisten in Benghazi een manifestatie om die gebeurtenissen te herdenken, maar toen brak er een schietpartij uit die het begin van de opstand inluidde en de daaropvolgende interventie van de NATO. De Libische politie hield toen drie Italianen aan die toegaven dat zij van de daken op de menigte en de politie hadden geschoten om verwarring te stichten. Tijdens de Libische oorlog bleven zij in gevangenschap, maar na de inname van de hoofdstad met behulp van de NATO werden zij bevrijd en via een klein bootje waarop ook ik aanwezig was naar Malta overgebracht.
Deze keer had de manipulatie van de menigte in Benghazi door Israëlische agenten tot doel om de US-ambassadeur te doden. Dat was een oorlogsdaad zonder weerga sinds het bombardement van de US Liberty door de Israëlische marine in 1967. Het is trouwens de eerste moord sinds 1979 op een US-ambassadeur in functie. En deze moord is des te erger omdat ze niet plaats vond in een land waar de regering een pure juridische fictie is.
In de loop van de afgelopen weken zijn de hoogste militaire vertegenwoordigers van de Verenigde Staten in conflict gekomen met de Israëlische regering. Talrijk waren immers de verklaringen die getuigden dat de US bereid was om de spiraal van geweld die na nine eleven was ontstaan (Afghanistan, Irak, Lybië en Syrië) te doorbreken, terwijl de officiële verklaringen van 2001 nog andere landen viseerden (Soedan, Somalië en Iran).
Als men het lanceren van dat filmpje vanuit sociaal psychologisch oogpunt bekijkt dan gaat het hier ongetwijfeld over een frontale aanval tegen moslims. En die is niet verschillend van de provocatieve praktijken van de Russische groep Pussy Riot in een orthodoxe kerk en de voorafgaandelijke conceptuele pornografisch scènes die zij lanceerden. Al deze operaties hebben tot doel maatschappijen te desacraliseren die zich verzetten tegen een project van globale dominantie. In democratische, multiculturele maatschappijen wordt er alleen uiting gegeven aan het goddelijke in de privésfeer. Er begint zich nochtans een nieuwe collectieve sacrale ruimte af te tekenen. In Oost-Europese landen werden herdenkingswetten uitgevaardigd die een historische gebeurtenis, met name de uitroeiing van de Joden door de nazi’s, tot een religieus gebeuren verheffen (de Shoah in de Joodse terminologie of de holocaust volgens een eerder evangelisch vocabulaire). Die misdaad wordt daardoor verheven tot een uniek gebeuren en los gezien van andere misdaden en slachtoffers van het nazisme. Het in vraag stellen van dat dogma, met andere woorden van de theologische interpretatie van een historisch feit, is strafbaar geworden zoals vroeger ook godslastering strafbaar was. In 2001 hebben de Verenigde Staten en de lidstaten van de Europese Unie per decreet een minuut stilte uitgevaardigd ter nagedachtenis van de slachtoffers van 11 september. Dit initiatief houdt ook een ideologische interpretatie in voor de oorzaken van de gebeurtenissen. In de twee gevallen, gedood worden als Jood of als Amerikaan, verleent een speciale status aan de slachtoffers waarvoor de rest van de wereld nederig het hoofd moet buigen. Tijdens de laatste Olympische Spelen in Londen hebben de Israëlische en Amerikaanse delegaties getracht deze sacrale ruimte uit te breiden door tijdens de openingsceremonie, het meest bekeken TV-evenement ter wereld, een minuut stilte te verkrijgen. Bedoeling was om op die manier de Joods slachtoffers te herdenken van de gijzelneming tijdens de Olympische Spelen in 1972 in Munchen. Uiteindelijk werd dat voorstel verworpen door het olympisch comité en werd er alleen een discrete ceremonie gehouden. In elk geval was het de bedoeling om een vorm van collectieve liturgie te lanceren. Op die manier vervult het uitbrengen van The innocence of Muslims een dubbele functie : het kan druk zetten om Washington dat zich probeert los te maken van het zionistisch project terug tot de orde te roepen en het is tevens een manier om dat project verder te zetten door groepen die zich daartegen verzetten in hun geloof te kwetsen.
Thierry Meyssan op Voltairenet.org van 17 september 2012, Teheran (Iran)(vertaling uit het Frans: Walter Lotens)