In de marge van de recente bijeenkomst van de G-20 in Buenos Aires zijn de Russische president Vladimir Poetin en de Turkse president Recep Tayyip Erdogan bijeengekomen voor gesprekken over Idlib, het laatste grote oppositiegebied in Syrië. Volgens de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov hebben beide landen overeenstemming bereikt over extra stappen om inspanningen om een gedemilitariseerde zone van Idlib in stand te houden te vergroten.
De twee presidenten hadden op 17 september in Sotsji, Rusland, uitgebreide afspraken gemaakt over Idlib met bijhorende deadlines. Het belangrijkste onderdeel van het akkoord was de installatie van een gedemilitariseerde zone en het zuiveren van Idlib van Hayat Tahrir al-Sham (Al Qaida). Rusland steunt het Syrische regime terwijl Turkije oppositiegroepen in Idlib en de bezette zones ten noorden ervan steunt. Ondanks de gedemilitariseerde zone zijn de beschietingen tussen het Syrische regime en extremistische groeperingen – die Turkije uit het gebied hadden moeten verwijderen tegen 15 oktober – nooit gestopt. De Russisch-Turkse contacten kwamen er na de vlugge verslechtering van de situatie waarop zowel Turkije als Syrië troepenversterkingen stuurden naar het zuidelijke gebied van Idlib. Dat zou het akkoord van Sotsji in gevaar brengen.