Kanttekeningen bij de Russische agressie (3)
Geschiedschrijvers zullen de Russische aanval op Oekraïne kunnen vermelden als voorbeeld van een agressie die de vorming van een natie, die van de aangevallene, in de hand werkte. Als het aan Poetin of gelijkaardige opvolgers ligt, zal de geschiedenis vooral onthouden hoe de bevolking van de Russische Federatie, op “wat na “uitschot en verraders na”, (aldus Poetin), patriottisch achter de leider stond in de verdediging van het vaderland.
Historici of politici
Geschiedschrijving zou het werk moeten zijn van historici. Maar aangezien ze zo belangrijk is om het brein van de burgers politiek te kneden, is geschiedschrijving ook belangrijk voor de politieke wereld. Waarvoor moet een canon anders dienen dan het opstellen van een referentiekader voor de natie.
De politiek heeft zijn zeg, soms een grote, in het opstellen van de handboeken geschiedenis. In Frankrijk zijn er deze eeuw al diverse wetten gekomen die onder meer vastleggen dat ze de positieve kanten van de Franse kolonisaties moeten belichten. Recenter zien we in de VS de ingreep van diverse overheden op het geschiedenisonderricht.
In eigen land maken we al decennia mee hoe dat onderricht wordt uitgehold. Testen bij aspirant-leerkrachten toonden enkele jaren geleden aan dat zelfs bij deze groep de notie geschiedenis verzwonden lijkt, dat is ook een vorm van manipulatie.
Manipulatie, de meeste regimes maken er zich schuldig aan, in mindere of meerdere mate. Geschiedenis wordt politiek extra belangrijk bij het ontstaan van nieuwe staten. Wat dus het geval was bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 15 nieuwe staten.
Russisch reveil
15, want ook de Russische Federatie was een nieuwe staat. Al was de Sovjet-Unie, vooral in de laatste periode, sterk gerussificeerd en werd het Russisch als de lingua franca, als de taal van de Sovjetburger, gezien, toch waren veel Russen in die Sovjettijd gefrustreerd. Het leek hun alsof ze waren opgeslokt door dat Sovjetgeheel. De 14 andere hadden een duidelijke identiteit, Rusland als dusdanig had nauwelijks een eigen bestaan. De Russische communisten klaagden erover dat Rusland geen eigen hoofdstad had – Moskou was die van de Unie – en zelfs niet eens een eigen partij. Gebrek aan identiteit.
Dat lag zeker niet aan Stalin die al in de jaren 1922 door Lenin beschuldigd was van Groot-Rusissch chauvinsime en die in de jaren 1930 de lof zong van Peter de Grote, Ivan de Verschrikkelijke en andere grote Russen. Wat de bolsjevieken eerst Russische annexaties en veroveringen noemden, werd ineens bestempeld als “de eenmaking van Rusland”. Onder Stalin werd ook de recente geschiedenis erg bijgewerkt. Bekend zijn de historische foto’s waarop zijn tegenstanders zijn weggewerkt – Trotsky verdween uit beeld naast Lenin , beelden van het centraal comité konden nauwelijks bijgewerkt worden, Stalin had ze bijna allemaal laten ombrengen
Het werd niet echt beter na Stalin. Dat Russisch chauvinisme leefde ook bijveel dissidenten, zoals Nobelprijswinnaar Literatuur Alexander Solzjenitsyn, de verheerlijker van “de Russische ziel”. Vladimir Kroepin, hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Moskva, vatte de frustraties als volgt samen: “De Russen zijn tegelijk slaven en verdrukkers…Het kan toch niet dat de zogenaamde onderdrukten beter leven dan de zogenaamde verdrukkers… elk jaar gaan 70 miljard roebel van het budget van de Russische republiek naar andere republieken die de Russen desondanks bezetters noemen”. Dat soort uitspraken kennen we in België.
Memorial
Met de glasnost (openheid) van partijleider Michail Gorbatsjov kregen allerlei groepen ruimte om zich op de geschiedenis van Rusland te werpen. Er waren groepen als ‘Pamjat’ (Historisch geheugen) die de historische wortels van Rusland wou blootleggen, maar ontaardde in een antisemitische bende. Maar er was ook de roep Memorial die het op zich nam de geschiedenis van het stalinisme vast te leggen, vooral door het optekenen van getuigenissen, tienduizenden, die de omvang van de goelag aangaven. Het is deze groep die eind vorig jaar door de rechtbank ontbonden werd – in de ogen van Poetin duidelijk ‘uitschot en verraders’.
Eind 1991 konden de frustraties zich ontladen. De nieuwe staat Russische Federatie werd volkenrechterlijk erkend als de opvolgster van de Sovjet-Unie voor bijv. de vaste zetel in de VN-Veiligheidsraad. Het Sovjetverleden was het Russisch verleden, Stalin had de zege in de Grote Patriottische Oorlog toegeschreven aan het grote Russische volk, daarin bijgesprongen door de Russisch-Orthodoxe kerk.
Maar aan de misdaden van Stalin wilde het nieuwe Rusland niet herinnerd worden, het werk van Memorial en co viel van bij het begin niet in de smaak van Boris Jeltsin of van de nieuwe kapitalisten. Die hadden geen vaderland nodig, zowel het Kremlin als de oligarchen zaten liever in Zwitserland, de City of London, de Azurenkust of exotische oorden dan in eigen land. Het Russisch reveil kwam vooral tot bloei in de heimatliteratuur.
Dat veranderde na enkele jaren Poetinbewind. Onder Jeltsin was 7 november behouden als feestdag voor de verjaardag van de Oktoberrevolutie van 1917. In 2004 werd dat de Dag van de Eenheid, de dag waarop de Russen, geschaard achter het vaandel van de Heilige Maagd van Kazan, in 1612 de Polen uit Moskou verjaagden. Kerk en natie in één adem.
Kerk en staat
De symbolen volgden elkaar op. In 2005 haalde het Kremlin de Kozakken van onder het historisch stof. Een wet bracht hulde aan de diensten van de Kozakken, “per definitie een Orthodox volk”, aan de staat. “Een Kozak is een ridder van de Orthodoxie” beklemtoonde een pope, wat de wet nu bevestigde.
President Dmitri Medvedev, die de zetel voor Poetin warm hield, richtte in 2009 een commissie op ”om de pogingen tot vervalsing van de geschiedenis ten nadele van Rusland” te bestrijden. Van de 23 leden van de commissie waren er 3 historici, de anderen kwamen uit de geheime dienst FSB, uit andere veiligheidsdiensten, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie…
Kortom, dit was een politieke en politieaffaire. Een van de drie historici, Natalia Narosjnitskaja, schreef in een werk over het Russisch rijk dat de veroveringen van de tsaren in Polen, Transkaukasië en Centraal-Azië “onbetwistbare grenzen” vastlegden. Het rijk, het imperium, “dat moet hersteld worden”, schreef Alexander Doegin, de “hofideoloog”, in 2007.
De toon was gezet. Vanaf dan gaat het in versneld tempo. In 2014 werden de schoolboeken aangepakt. In 2020 doet Poetin doet een verwijzing naar God in de grondwet opnemen. Dat is niet uit godsvrucht, wel om Moskou als “het derde Rome” (na Rome en Konstantinopel) te bevestigen. De patriarch van de Russisch-Orthodoxe kerk als hoogste gezag, boven die van Konstantinopel. Tussen beide patriarchen brandt de strijd los in Oekraîne als een deel van de Orthodoxe kerk daar zich losmaakt van Moskou.
Taboes
De Grote Patriottische Oorlog (1941-1945) wordt boven elke kritiek, elk onderzoek verheven. Dat was daarvoor al wel zo. In de Sovjettijd werd de Sovjetdominantie over Centraal-Europa min of meer gezien als een compensatie voor de ca 27 miljoen doden van de oorlog aan Sovjetzijde. Die tol, en het feit dat de slag om Stalingrad beslissend was in de strijd tegen de nazitroepen, volstonden voor de aanspraken op een machtsblok.
Memorial en compagnie zijn het zwijgen opgelegd, de Grote Patriottische Oorlog is onaantastbaar, zowel tijdens, voor als na. Over de deportaties van diverse volkeren, onterecht beschuldigd van groepscollaboratie met de nazitroepen, wordt gezwegen. Dat ondervinden onder andere de Krim-Tataren die in 1944 zoals de Tsjetsjenen, Ingoesjen en and ere naar Centraal-Azië waren gedeporteerd. Ze konden terugkeren, maar waren bij terugkeer rechteloos en niet welkom.
Ook het von Ribbentrop-Molotov akkoord van 1939 wordt hoogstens, zoals in de Sovjettijd, vergoelijkt, maar liefst niet meer aangeraakt. Dat Stalin het Rode Leger de jaren daarvoor fel had verzwakt door in zijn paranoia de top uit te roeien, hoeft niet te worden opgerakeld.
Evenmin als de grote hongersnoden van 1932-1933 als gevolg van de geforceerde collectivisatie en de jacht op de koelakken. In Oekraïne is de hongersnood van toen, de Holodomor, bestempeld als een genocide : tussen 3,5 en 5 miljoen doden. In Rusland worden dit en andere misdaden van Stalins beleid onder de mat geveegd. Zoals ook de goelag, de keten van strafkampen met zware dwangarbeid waar massa’s opposanten, en vooral mogelijke opposanten, werden naartoe gestuurd en van wie er ontelbaar veel omkwamen. Memorial heeft een immens archief van getuigenissen verzameld en dat is maar een deeltje van die realiteit. Maar dit brengt alleen maar het vaderland in gevaar en is dus zwaar strafbaar.
Repressie
Samengevat, geen kritiek op het stalinisme, geen kritiek op de Orthodoxe kerk die existentieel deel uitmaakt van het Russische volk. Wel kritiek op de verantwoordelijken die het imperium hebben ondergraven. Onder hen Lenin met zijn zelfbeschikkingsrecht die schuldig is aan de artificiële staat Oekraïne. Daarover heeft Poetin op 12 juli vorig jaar zelf zijn puntjes op de i gezet met een, ook in het Oekraïens gepubliceerde, tekst over de eenheid van Russen en Oekraïeners. Het was een antwoord op een door het Oekraïense parlement aangenomen wet waarin de Russen geen stichtend volk van de Oekraïense natie werden genoemd.
Met de toegenomen repressie van de voorbije maanden – zoals de ontbinding van Memorial, de wetten ter bescherming van vaderland en leger, de processen tegen Navalny en co – ligt de geschiedenis vast, zoals opgesteld door het Kremlin. Het is de enige versie die kan verspreid worden en die vandaag dient om de “speciale militaire missie” in Oekraïne door de eigen bevolking te doen aanvaarden.
Volgende kanttekening: Hoe Oekraïne geschiedenis herziet