Recent werd in de vroegere Russische deelrepubliek Georgië Salomé Zourabichvili, de minister van Buitenlandse Zaken ontslagen, officieel en volgens de Franse media na een hevige ruzie met het parlement. Mevrouw Salomé Zourabichvili had zich volgens het parlement bij het beheer van haar departement te veel macht toegeëigend.
Wat voor de parlementairen hun invloed had aangetast. Verhaal dat in de Franse pers voor zure oprispingen zorgde. Met als vraag of die officiële versie klopt.
Wat de Franse kranten toen echter vergaten te schrijven en wat Le Canard enchaîné maanden geleden al onthulde was dat de minister – tot 2004 een Franse diplomate – elke maand netjes een 15.000 euro loon ontving van het Quai d’Orsay, het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken. Een verhaal dat toen het uitlekte door de Franse regering niet eens werd ontkend. Niet dat het tot een storm van verontwaardiging leidde in Frankrijk of in Georgië. De betalingen aan mevrouw Salomé Zourabichvili bleven nadien trouwens gewoon doorgaan.
Het verhaal ontstond kort na de Rozenrevolutie van eind 2003 die resulteerde in de machtsovername door Mikhail Saakashvili van Eduard Shavardnadze. Waarbij in januari 2004 Saakashvili met officieel 96% der stemmen tot president werd gekozen. In maart 2004 trok Saakashvili dan naar Parijs op bezoek bij President Chirac en stelde er dat ‘Frankrijk Georgië zou steunen om lid te worden van de Europese Unie.’ Weinig geloofwaardig natuurlijk, maar Chirac had wel iets anders in petto voor de man. Wat Frankrijk betrof mocht hij zeker de Franse ambassadrice in Tbilisi, de Georgische hoofdstad, Salomé Zourabichvili hebben. Deze kreeg prompt de Georgische nationaliteit en een promotie tot minister van Buitenlandse Zaken van Georgië. Zonder, zoals nu blijkt, dat haar betalingen als Franse diplomate werden gestopt.
Het sterke vermoeden is dan ook dat alles kaderde in een Amerikaanse poging om de relaties met Frankrijk te verbeteren. Na de inval in Irak waar de VS en Groot-Brittannië de oliebronnen wilden veroveren waren die immers gespannen geraakt. Zoals in WOII poogden ook nu weer de Brits-Amerikaanse oliebaronnen het Franse Total uit de Iraakse markt te gooien.
Saakashvili was namelijk een jaren in de VS opgeleide advocaat die in New York werkte op een advocatenkantoor dat traditioneel ook Amerikaanse oliebelangen verdedigde. En Georgië is voor de VS vooral belangrijk omdat via dat land de olie uit Azerbeidzjan, de Kaspische zee en Centraal-Azië naar Turkije kan gevoerd worden, weg van Rusland. Oliewinningen die nu gedeeltelijk al in Amerikaanse en Britse handen zijn.
Waarbij Saakashvili tijdens die zogenaamde Rozenrevolutie de bevolking op zijn hand kreeg met de belofte dat iedereen rijk zou worden dankzij die Britse en Amerikaanse oliebonzen en het lidmaatschap van de EU en NAVO. Wat mede lukte doordat alles professioneel begeleid werd door Amerikaanse marketingspecialisten en massa’s dollars. Dat al die mooie beloften als kon verwacht worden nep bleken zorgt natuurlijk voor een stevige Georgische kater. Alsof men in Washington plots Sinterklaas zou gaan spelen om die Georgiërs te plezieren. Weinig of geen geld van de oliebarons, de NAVO of de EU dus. Georgië rest alleen in armoede verder te leven zoals Afrikaanse olieproducenten als een Gabon, een Frans wingebied.
Hoezeer Georgië verworden is tot een kolonie bewijst feitelijk het verhaal van Salomé Zourabichvili. De VS wil de relatie met Frankrijk verbeteren en geeft dat land dan maar wat extra invloed in een van haar nieuwe veroverde gebieden. Een minister van Buitenlandse Zaken die door een ander land betaald wordt zou in elke staat de naam waardig wegens spionage en landverraad onmiddellijk gearresteerd worden en in bepaalde landen als de VS zelfs de doodstraf kunnen krijgen. In Georgië geen probleem. Voor het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken was het doorbetalen van haar loon, zoals het in haar reactie tegen Le Canard stelde, een middel om de internationale contacten van Frankrijk te verbeteren. Wat Le Canard enchaîné de opmerking uitlokte om dan ook maar in de toekomst de ministers van Buitenlandse Zaken van de VS, Rusland, China en Groot-Brittannië door Frankrijk te laten betalen.
De machtsgreep van Saakashvili mag dan wel de Rozenrevolutie worden genoemd en in onze pers worden opgehemeld maar rozen hebben duidelijk ook veel doornen.
(Uitpers, nr. 71, 7de jg., januari 2006)