Niet lang geleden beweerde ik dat Israël een genocidale politiek voerde in de Gazastrook. Ik aarzelde om deze geladen term te gebruiken, maar besloot ten slotte toch hem te gebruiken. De reacties die ik hierop kreeg verraadden een zekere terughoudendheid bij het gebruik van dit woord. Ik heb er nadien een tijd over nagedacht, maar besloot ten slotte met nog meer overtuiging: het is de enige gepaste manier om te beschrijven wat Israël aan het doen is in de Gazastrook.
Op 28 december 2006 publiceerde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem haar jaarlijks rapport over de Israëlische wreedheden in de bezette gebieden. In 2006 doodde het Israëlisch leger 660 burgers, drie maal zo veel als het jaar voordien (om en bij de 200 dodelijke slachtoffers). De meeste van die doden vielen in de Gazastrook, waar het Israëlisch leger bijna 300 huizen heeft vernield en hele gezinnen heeft afgeslacht. Sinds 2000 werden bijna 4.000 Palestijnen gedood door het Israëlisch leger, waarvan de helft kinderen. En er werden meer dan 20.000 gewonden geteld.
Annexatie
Israëlische politici staan voor twee verschillende realiteiten op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Op de Westoever voltooien ze hun oostelijke grens. Hun intern ideologisch debat is voorbij, en hun masterplan voor de annexatie van de helft van de Westoever wordt steeds maar duidelijker.
De laatste fase werd uitgesteld omwille van de Israëlische belofte geen nieuwe nederzettingen te bouwen in het kader van het (Amerikaanse) ‘stappenplan’ of ‘road map’. Israël vond twee manieren om dit te omzeilen. In de eerste plaats besloten de Israëlische gezagsdragers om een derde van de Westelijke Jordaanoever te beschouwen als deel van Groot-Jeruzalem, wat hen toeliet de stad uit te breiden binnen de nieuwe geannexeerde gebieden. In de tweede plaats breidden ze bestaande nederzettingen zodanig uit, dat er geen nieuwe moesten gebouwd worden.
Een sluipende uitdrijving
De nederzettingen, legerbasissen, wegen en de muur zullen Israël toelaten om de helft van de Westelijke Jordaanoever te annexeren tegen 2010. Binnen deze gebieden zullen de Israëlische autoriteiten verder gaan met het toepassen van een politiek van een sluipende uitdrijving tegen het aanzienlijk aantal Palestijnen dat er overblijft.
Er is geen haast bij. Israël beschikt er over de beste troeven; de dagelijkse misbruiken en vernederingen door het leger en de bureaucratie bespoedigen het onteigeningsproces.
Alle regeringspartijen, van Labour tot Kadima, aanvaarden Ariel Sharons strategie omdat ze deze politiek veel beter vinden dan die van de radicale etnische zuiveraars, zoals Avigdor Lieberman. In de Gazastrook is er geen duidelijke Israëlische strategie, maar er wordt wel geëxperimenteerd . De Israëli’s zien de strook als een totaal andere geopolitieke entiteit dan de Westelijke Jordaanoever. Hamas controleert Gaza, terwijl Mahmoud Abbas de versplinterde Westoever lijkt te besturen met de zegen van Israël en Amerika.
In de Gazastrook is er geen land waar Israël op uit is en er is ook geen hinterland, zoals Jordanië, naar waar de Palestijnen kunnen worden uitgedreven.
Hier is etnische zuivering niet effectief. De aanvankelijke strategie kwam erop neer van de Gazastrook een getto te maken, maar dat werkte duidelijk niet. De joden kennen dit maar al te goed uit hun eigen geschiedenis. In het verleden was de volgende stap tegen zulke gemeenschappen nog barbaarser. Het is moeilijk te zeggen wat de toekomst in petto heeft voor de bewoners van Gaza: leven in een getto, in afzondering, ongewenst, gedemoniseerd.
De sleutel weggooien
In september 2005 reageerden de Palestijnen in Gaza bijzonder krachtig tegen het feit dat er voor hen een gevangenis werd gecreëerd en dat vervolgens de sleutel werd weggegooid in zee, zoals de Zuid-Afrikaanse professor John Dugard het stelde. Vastberaden om aan te tonen dat ze nog steeds deel uit maakten van Palestina en van de Westelijke Jordaanoever, vuurden ze voor het eerst een groot aantal raketten af tegen het westen van de Negevwoestijn. Deze beschietingen waren een antwoord op een Israëlische campagne van massale arrestaties van leden van Hamas en Jihad in de streek van Tulkarem (op de Westelijke Jordaanoever).
Israël antwoordde hierop met de operatie “First Rain”. Supersonische vluchten boven Gaza om de bevolking te terroriseren, gevolgd door hevige bombardementen van grote gebieden vanuit de zee, de lucht en van op het land. Volgens het Israëlisch leger was het de bedoeling de steun van de lokale bevolking aan de raketlanceerders van Hamas en Jihad te verzwakken. Zoals te verwachten viel, ook door de Israëli’s, vergrootte deze operatie alleen maar de steun aan de Palestijnse strijders die raketten afvuurden.
Het eigenlijke doel van de actie was experimenteel. De Israëlische generaals wilden te weten komen hoe dergelijke operaties zouden ontvangen worden door de eigen bevolking, in de regio en elders in de wereld. Het bleek algauw dat het antwoord “zeer goed” was, want bijna niemand had belangstelling voor de vele doden en de honderden gewonde Palestijnen.
De daaropvolgende operaties waren gebaseerd op “First Rain”. Het enige verschil was; krachtiger wapens, nog meer slachtoffers en meer ‘onrechtstreekse schade’ (collateral damage) en zoals verwacht, meer Palestijnse Qassamraketten als antwoord. Ondertussen werden de inwoners van Gaza door de blokkade en de boycot opgesloten als gevangenen.. Een toestand waaraan de Europese Unie schaamteloos meewerkt.
De gevangenneming van de Israëlische soldaat Gilad Shalit in juni 2006 was totaal irrelevant in het hele schema, maar het gaf de Israëli’s een vrijgeleide om de toestand nog te laten escaleren. Ten slotte was er geen echte strategie nadat de beslissing genomen was door Sharon om 8.000 kolonisten uit de Gazastrook te verwijderen omdat hun aanwezigheid “strafexpedities” bemoeilijkte. Sindsdien zijn deze “strafexpedities” schering en inslag geworden en zijn ze een strategie geworden.
“First Rain” werd vervangen door “Summer Rains”. In een land waar het amper regent in de zomer kan men alleen maar een regen van F-16-bommen verwachten en zware artilleriebeschietingen die de mensen in de Gazastrook hard treffen.
“Summer Rains” bevatte iets nieuws: invasies tegen bepaalde delen van de Gazastrook. Dit liet het leger toe om burgers te doden en dit voor te stellen als het onvermijdelijke gevolg van zware gevechten in een dicht bevolkt gebied en dus niet als het gevolg van de Israëlische politiek.
Zomerregens, herfstwolken
Na de zomer kwamen de nog efficiëntere “Autumn Clouds”. Vanaf 1 november 2006, doodden de Israëli’s 70 burgers in minder dan 48 uur. Tegen het einde van de maand telden de Palestijnen al 200 doden, waarvan de helft kinderen en vrouwen.
Een deel van die activiteiten liep parallel met de operaties in Libanon, wat het nog makkelijker maakte om de operaties uit te voeren zonder veel buitenlandse aandacht, laat staan kritiek. Van “First Rain” tot “Autumn Clouds” escaleert het hele militaire optreden van de Israëlische militairen.
In de eerste plaats is er het verdwijnen van het onderscheid tussen “burger-” en “niet-burger-” doelen: de bevolking is immers het doelwit van de militaire operaties. Op de tweede plaats is er de escalatie van de middelen: het gebruik van alle mogelijke wapens waarover het Israëlische leger beschikt. Ten derde is er de escalatie van het aantal slachtoffers: bij elke volgende aanval lijkt het erop dat er meer slachtoffers zullen vallen, zowel doden als gewonden. Tenslotte, en dit is wel het belangrijkste, deze operaties zijn uitgegroeid tot een bewuste strategie – dé manier waarop Israël de problemen in de Gazastrook wil oplossen.
Een sluipende uitdrijving op de Westelijke Jordaanoever en een politiek van genocide in de Gazastrook zijn de twee strategieën die Israël vandaag gebruikt. Vanuit electoraal standpunt is de politiek in de Gazastrook problematisch omdat het niet direct een tastbaar resultaat heeft. De Westelijke Jordaanoever onder Mahmoud Abbas zwicht voor de Israëlische druk en niets belet de Israëli’s om hun politiek van annexatie en onteigening verder te zetten.
Gaza vecht terug
Maar Gaza blijft terug vechten. Dit zou het Israëlisch leger de gelegenheid kunnen geven om nog grotere genocidale acties te ondernemen in de toekomst, maar er is ook het grote gevaar dat, zoals in 1948, het leger een drastischer en systematischer “strafexpeditie” zou opzetten tegen het belegerde volk van de Gazastrook. Maar ironisch genoeg is de Israëlische moordmachine de laatste tijd tot stilstand gekomen. De generaals zijn tevreden dat de onderlinge gevechten en moorden in de Gazastrook voor hen een deel van het vuile werk opknappen.
Tevreden zien ze toe hoe een echte burgeroorlog naderbij komt in Gaza. De verantwoordelijkheid voor het stopzetten van de onderlinge gevechten ligt natuurlijk bij de Palestijnen zelf, maar de bemoeinissen van de VS en Israël, het aanhoudende isolement, de hongersnood en de wurging van Gaza maken een intern vredesproces heel erg moeilijk.
Israëls zuurstof afsnijden
Er is geen enkele andere manier om Israël tegen te houden dan boycot en sancties. De enige zwakke punten van deze moordmachine zijn de zuurstoflijnen naar de “westerse” beschaving en de publieke opinie. Het is nog steeds mogelijk ze te doorboren en het tenminste moeilijker te maken voor de Israëli’s, hun toekomstige strategie van eliminatie van het Palestijnse volk door zuivering op de Westelijke Jordaanoever of genocide in de Gazastrook, uit te voeren.
Ilan Pappé
(Uitpers, nr 95, 9de jg., maart 2008)