Links heeft de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland op spectaculaire wijze gewonnen. De sociaaldemocratische Partij van de Arbeid (PvdA) en op haar linkerflank de Socialistische Partij (SP) gaan stevig vooruit. Groenlinks (GL) verliest wel licht. De allochtone kiezers speelden in deze verkiezingen een hoofdrol.
De regeringspartijen krijgen allemaal klappen. De liberale VVD kan de schade nog beperken tot een licht verlies (min 1,5 %), maar mikte op winst. Het Christen Democratisch Appèl (CDA) van premier Balkenende krijgt een opdoffer (min 3,4 %). Het kleine D66 lijdt de zoveelste verkiezingsnederlaag op rij. Voor de regerende coalitie van CDA, VVD en D66 is het nu bang uitkijken naar de parlementsverkiezingen binnen een jaar. Volgens een peiling wint de linkse oppositie in nationale verkiezingen 76 van de 150 zetels, tegen 61 voor de uittredende coalitie. In gemeenteraadsverkiezingen wordt er traditioneel linkser gestemd dan nationaal.
PvdA
De vooruitgang van de PvdA is indrukwekkend. Zij stijgt in totaal van 1.317 naar 1.988 zetels. Vier jaar geleden verloor zij er 231. Zij wordt (of blijft) de grootste partij in alle grote steden, of zij nu naar de verkiezingen trok vanuit de oppositie of vanuit het college. In Amsterdam, waar zij in het college zat met CDA en VVD en de burgemeester leverde, stijgt zij van 15 naar 20 zetels. In Den Haag gaat zij als oppositiepartij van 10 naar 15 zetels, en steekt de VVD voorbij als grootste partij. Utrecht bestuurde de PvdA samen met de Leefbaren: zij verdubbelt er haar zetelaantal van zeven naar veertien.
De ogen waren vooral gericht op Rotterdam, de stad van Pim Fortuyn, waar diens Leefbaar Rotterdam de vorige stembusslag won en de PvdA verpletterde, een college heeft gevormd met het CDA en de VVD, en een zeer repressief beleid heeft gevoerd de afgelopen vier jaar, o.a. door preventief fouilleren in te voeren en mensen met een minimuminkomen te weren uit het stadscentrum… De voorman van Leefbaar Rotterdam, Marco Pastors, hoopte in deze gemeenteraadsverkiezingen een springplank te vinden naar de nationale politiek. De campagne was gepolariseerd tussen Leefbaar Rotterdam en de PvdA. De PvdA won het pleit. Zij gaat van 11 naar 18 zetels, en steekt Leefbaar Rotterdam voorbij, dat zakt van 17 naar 14.
In de universiteitsstad Nijmegen, waar een links college aan het bewind was van PvdA, SP en GL, en daarom “Havana aan de Waal” wordt genoemd, komt de coalitie versterkt uit de stembus. De PvdA gaat er vooruit van acht naar elf zetels.
De SP
Ook de SP boekt aanzienlijke winst. Zij verdubbelt haar zetelaantal van 170 naar 342 zetels. In 38 gemeenten deed de SP voor het eerst mee, en overal werden zetels gehaald (hier en daar ten koste van klein-linkse partijen, zoals in Oost-Groningen, één van de laatste bolwerken van de oude KP). Nationaal behaalt de SP in gemeenteraadsverkiezingen nu 5,76% van de stemmen, terwijl zij niet overal opkomt (zij bestrijkt nu tweederden van de kiezers). In zeven gemeenten is de SP de grootste partij. Een opvallende uitzondering is echter Oss, de thuishaven van de SP en de woonplaats van SP-voorman Marijnissen, waar de SP de grootste partij is maar ditmaal sterk verloor.
Groen Links gaat licht achteruit, en haalt landelijk nu 5,83%.
De Leefbaren
De Leefbaren krijgen stevige klappen. Zij waren de grote winnaars in 2002, toen de lokale en leefbare partijen samen van 1.942 zetels naar 2.521 zetels sprongen. In de belangrijke steden Rotterdam en Utrecht traden zij toe tot het college. Over Rotterdam hebben we het al gehad: Leefbaar moest het er afleggen tegen de PvdA. Zij hebben de stad vier jaar lang samen met het CDA bestuurd, en effectief gewogen op het beleid.
Ook in Utrecht en Hilversum wordt verlies geïncasseerd. In Utrecht vallen de Leefbaren terug van 14 naar 3 zetels terwijl coalitiepartner PvdA winst boekt. In Hilversum, de andere stad waar de wieg van de Leefbaren stond, halveert haar aanhang bijna, van 23% naar 12,5%.
De Leefbaren in Utrecht en Hilversum en die in Rotterdam zijn overigens niet echt te vergelijken. De Leefbaren zijn opgericht door o.a. Jan Nagel, een voormalig en uitgerangeerd sociaal democraat. Leefbaar Rotterdam is ‘van’ Fortuyn, eerst een maatje van Jan Nagel en lijsttrekker van diens Leefbaar Nederland, maar een paar maanden voor de verkiezingen uit de partij gegooid. Toen heeft hij z’n eigen Lijst Pim Fortuyn gevormd. Tegen die tijd waren de Leefbaren al een mengelmoesje geworden van Fortuyn en zijn ferme anti-moslimtaal aanhangers en Jan Nagel-aanhangers, die zich vooral keerden tegen de ‘kliek van bestuurders’, de achterkamertjes, het compromis etc.
Balans
Na het tumult rond de moord op de cineast en enfant terrible Theo van Gogh (november 2004) kon men vrezen dat conservatief en populistisch rechts nieuwe overwinningen zou boeken. Sinds de opkomst van Pim Fortuyn, ook al vermoord, leek het voor links een hele tijd moeilijk te worden in Nederland. Het is ditmaal anders uitgedraaid.
Heeft voor de zoveelste keer in Europa de kiezer de regeringspartijen afgerekend op hun hard en koud neoliberaal beleid? Daar zijn zeker aanduidingen voor. In oktober 2004 kende Nederland een gigantische vakbondsmanifestatie tegen het regeringsbeleid. De sociale bewegingen zijn er erg actief. Uit een opinieonderzoek kort voor de verkiezingen was nog gebleken dat de Nederlanders in meerderheid het beleid van privatiseringen niet ondersteunen. Ook de nee-stem tegen de Europese grondwet werd mee gedragen door verzet tegen de neoliberale globalisering.
De natuurlijke tegenpool tegen het kabinetsbeleid is voor de doorsneekiezer de PvdA. Haar indrukwekkende en veralgemeende vooruitgang in deze verkiezingen kan moeilijk anders geïnterpreteerd worden dan als een afwijzing van het neoliberaal kabinetsbeleid. Volgens onderzoek is het CDA in deze verkiezingen vooral haar minder begoede kiezers kwijtgespeeld aan de PvdA.
Opmerkelijk is bovendien dat de linksere SP zich ondanks het PvdA-geweld niet alleen wist te handhaven, maar stevig vooruitging.
De allochtone kiezer
Verschuivingen in kiespercentages zijn niet noodzakelijk het resultaat van kiezers die van partij wisselen. Kiezers kunnen ook thuisblijven of niet. Dat lijkt in deze verkiezingen een belangrijke factor te zijn geweest.
De totale opkomst bij deze verkiezingen lag op 58,2%, iets hoger dan de 57% vier jaar geleden.
Maar de lokale partijen, waaronder de Leefbaren, hebben veel stemmen verloren omdat een groot deel van hún achterban is thuisgebleven. Iets minder dan 40% van de mensen die vier jaar geleden op een lokale partij stemde is ditmaal niet naar de stembus gegaan. Waarom niet? Maken zij een negatieve balans van de Leefbaren die voor het eerst aan het beleid hebben deelgenomen? Of oordelen zij dat hun “signaal” gehoord is, vermits de andere partijen grote stukken van het programma van de Leefbaren hebben overgenomen?
Ditmaal zijn het de allochtone kiezers die een “signaal” hebben gegeven. In Nederland mogen alle niet-Nederlanders na vijf jaar verblijf aan lokale verkiezingen deelnemen. Voor het eerst hebben zij zo talrijk aan de stembusgang deelgenomen. Zij hebben bovendien massaal links gestemd. Zijn zij het beu de schietschijf te vormen van het kabinet en van de rechtse populisten? Of was hun stem op de eerste plaats een protest tegen het antisociaal beleid van het kabinet? Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam zag in ieder geval enkele dagen voor de verkiezingen de bui al hangen, en probeerde nog te redden wat er te redden viel door zich te verontschuldigen voor zijn uitspraken.
In enkele steden werd een verfijnde analyse gemaakt van de allochtone stem. In Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en Breda heeft 81% van de allochtone kiezers PvdA gestemd. In Amsterdam dankt de PvdA aan hen zeven van haar twintig zetels. In Amsterdam-Zuidoost bijvoorbeeld, waar vrijwel alleen allochtonen wonen, steeg de allochtone opkomst van 17% naar 39%.
In Rotterdam ging 55% van de Marokkanen stemmen, een deelnemingspercentage dat bijna zo hoog is als het landelijk opkomstpercentage. Gemiddeld over Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en Breda stemden 44% van de Turkse allochtonen, 40% van de Marokkanen en 30% van de Surinamers en Antillianen. Dat is beduidend meer dan vier jaar geleden. In totaal lag de opkomst bij de allochtonen op 37%. Spijtig genoeg mag een half miljoen van deze kiezers niet meedoen aan de landelijke verkiezingen.
Dit geeft een interessant dilemma aan voor links: proberen de allochtone kiezer blijvend te mobiliseren, of toch maar proberen de Leefbaren op hun eigen terrein te beconcurreren?
Nationale verkiezingen
Deze verkiezingen bieden een uitgelezen lanceerplatform voor links met het oog op de komende nationale verkiezingen. Niet iedereen lijkt dat echter zo te zien.
In zoveel mogelijk gemeenten houdt de PvdA de boot af van een links college. Het wil niet weten van een linkse dynamiek. Het argument dat daarbij gebruikt wordt is bijzonder pervers: de vorming van linkse colleges in de gemeenten zou zich tegen links keren in de komende nationale verkiezingen. Er wordt van uitgegaan dat een beleid hoe dan ook tegen de kiezer gericht moet zijn, en tot verkiezingsnederlagen moet leiden… Daarmee geeft de PvdA toe dat zij geen beleid beoogt ten dienste van de grote massa. Eerlijk is het wel.
De waarheid is natuurlijk dat de PvdA geen zin heeft in een linkse regering met SP en Groen Links, en daarom iedere linkse eenheidsdynamiek wil voorkomen. Zij wil liever weer met het CDA een kabinet vormen.
(Uitpers, nr. 74, 7de jg., april 2006)