Naar aanleiding van het discussiestuk “Israël is een racistische staat” in vorig nummer van Uitpers (nr. 109, mei 2009), ontvingen we volgende reactie:
De opmerkingen over vrouwen in Israel zijn terecht. Een van de voornaamste reden waarom Tzipi Livni geen eerste minister kon worden was omdat ze een vrouw is. Bepaalde Israëlische kranten hebben trouwens foto’s van de nieuwe regering afgedrukt waarin alle vrouwen waren uit weggeretoucheerd. Verder is de kritiek op de VN-conferentie tegen het racisme komende van het Westen en haar lakeien als barones Doornaert je reinste huichelarij. Hun woorden stinken naar hypocrisie erger dan mest ruikt naar drek. Zo steunden die heren en dames het maandenlang weigeren van voedsel, water, elektriciteit en medicijnen aan kinderen, zieken en bejaarden in Gaza. Dan komen zeuren over anti-racisme en mensenrechten is alsof neo-nazi’s het zouden opnemen voor de slachtoffers van hat nazisme. Hun geblijt zegt alles over het niveau van onze beschaving.
Willy Van Damme
N.v.d.r. Het wegretoucheren van vrouwen en het verzet tegen Tzipi Livni als eerste minister zijn aanwijzingen voor het onmiskenbaar toenemende joodse fundamentalisme in Israël. Destijds, van 1979 tot 1974, kon de taaie tante Golda Meir (eigenlijk de Oekraïense Golda Mabovitch) zonder probleem eerste minister zijn.
(Uitpers, nr. 110, 10de jg., juni 2009)