België moet zich verzetten tegen NAVO-samenwerking met Israël
De adjunct-secretaris-generaal van de NAVO, ambassadeur Alessandro Minuto-Rizz vertrok zondag 22 oktober naar Israël voor een driedaags bezoek om de militaire samenwerking te bezegelen. Het Actieplatform Palestina is verontwaardigd over deze samenwerking die valt op het ogenblik dat Israël schuldig is bevonden aan zware mensenrechtenschendingen in Libanon en de Palestijnse gebieden.
Onlangs sloot Israël als eerste van zeven geselecteerde landen uit het Middellandse Zeegebied een samenwerkingsplan met de NAVO. Het vormt het voorlopige sluitstuk van de toenadering die in 2001 gestart is met een ‘veiligheidsovereenkomst’ tussen NAVO en Israël in het kader van de mediterrane dialoog.
Het Actieplatform Palestina (APP) is onthutst over het feit dat de NAVO er blijkbaar geen probleem van maakt om een samenwerking op te starten met een land dat John Dugard, de speciale rapporteur voor de VN-Mensenrechtenraad ervan beschuldigt “in strijd te handelen met de belangrijkste normen van het internationaal recht en het internationaal humanitair recht in de bezette Palestijnse gebieden.” (rapport van 5 september 2006) Sinds begin juni heeft het brutale Israëlische optreden in de Palestijnse gebieden gezorgd voor 356 doden aan Palestijnse kant, onder wie tal van burgers en kinderen. Aan Israëlisch zijde vielen 5 dodelijke slachtoffers.
Tijdens de Libanon-oorlog haalde Jan Egeland, het hoofd van de VN-afdeling voor Humanitaire Zaken, evenzeer zwaar uit naar de Israëlische regering omwille van het ‘compleet immoreel’ gebruik van clusterbommen. Verschillende mensenrechtenorganisaties stelden dat Israël oorlogsmisdaden pleegde door doelbewust burgers te bombarderen.
Het is bovendien bijzonder cynisch dat het samenwerkingsplan tussen Israël en de NAVO onder meer tot doel heeft de proliferatie van massavernietigingswapens tegen te gaan. Zelfs officiële NAVO-documenten erkennen dat Israël zelf een illegale nucleaire macht is. De naar schatting 200 nucleaire wapens vormen blijkbaar geen thema op de internationale politieke agenda, hoewel de voormalige Israëlische premier Sharon al eens impliciet gedreigd heeft met het gebruik ervan tegen Syrië. Israël is een van de weinige landen die geen lid is van het non-proliferatieverdrag waardoor er geen inspecties zijn van het arsenaal.
Het APP vraagt onze Belgische regering om zich te verzetten tegen elke vorm van militaire samenwerking, zolang Israël zich weigert te schikken naar het internationaal recht. Israël is een bezettende macht en annexeert wederrechtelijk Palestijns grondgebied via de bouw van de muur en joodse nederzettingen. Het kan dan ook niet dat de Belgische stafchef, generaal August Van Daele, nog in april van dit jaar geen problemen maakte van deelname aan een seminarie met Israëlische officieren en daardoor meewerkt aan het verstevigen van de militaire relaties met Israël.
Het APP vraagt nu al jaren dat België Israël onder druk zet om het te verplichten VN-resolutie 242 uit te voeren en de Palestijnse gebieden te ontruimen. Blijkbaar kiest ons land er integendeel voor om Israël te belonen voor zijn militaire optredens in de regio. Uit een antwoord op een parlementaire vraag deze zomer blijkt dat ons land in 2005 exportlicenties voor wapens naar Israël heeft goedgekeurd ter waarde van 2,58 miljoen Euro. Dat is compleet in strijd met de Belgische wapenwet en de Europese gedragscode voor wapenhandel die bepalen dat er geen wapens mogen worden geëxporteerd naar gebieden in conflict of bij grote mensenrechtenschendingen. Het APP pleit voor een wapenembargo. Het vraagt dat België zich bezint en eindelijk werk maakt van een ethische buitenlandse politiek, zoals dat officieel meermaals is bepleit van op Buitenlandse Zaken.
Ludo De Brabander
namens
Actieplatform Palestina
info@actieplatformpalestina.be
Grasmarkt 105/46
1000 Brussel
(Uitpers, nr. 80, 8ste jg., november 2006)