Aan de heer De Crem
Minister van Defensie
Geachte minister,
De Belgische regering heeft vrijdag 1 februari 2008 beslist haar militaire aanwezigheid in Afghanistan te vergroten. Zij stapt daarmee over van zuiver logistieke en ondersteunende opdrachten naar participatie in oorlogsoperaties. Vier F-16 vliegtuigen en 140 extra soldaten worden naar Kandahar (Afghanistan) gestuurd, ter ondersteuning van de Nederlandse NAVO-troepen daar.
De reeds betwistbare Belgische interventie in Afghanistan dreigt uit te lopen op een oorlogsoperatie, waarbij burgerslachtoffers haast onvermijdelijk zijn. Deze beslissing werd genomen zonder dat daar een grondig (parlementair) debat is aan vooraf gegaan.
Afghanistan zit in een slepende oorlog die niet leidt naar stabiliteit of wederopbouw. 2007 was het meest gewelddadige jaar sinds de val van het Talibanregime in 2001. Het NAVO-hoofdkwartier heeft het voortdurend over reconstructie, maar de realiteit is duidelijk anders. De Taliban hebben in de regio opnieuw veel aan steun en sterkte gewonnen met een discours over bevrijdingsstrijd tegen een buitenlandse bezetter. Deze oorlog is gestart als ‘strijd tegen de terreur’. De militaire logica van die strijd heeft vooralsnog weinig resultaten geboekt. In plaats van een humanitaire interventie zijn er onaanvaardbaar veel burgerslachtoffers gemaakt. Mensen- en vrouwenrechten worden op grote schaal geschonden terwijl de massale opiumproductie de corruptie en krijgsheren financiert. Wat wil België daar dan nog militair gaan verdedigen?
De grond van de zaak is dat deze oorlog volledig door de VS wordt gedirigeerd, terwijl de NAVO er vooral een test in ziet voor toekomstige interventies. Ze is begonnen als een wraakoefening van de Verenigde Staten tegen de beschermheren van de terroristen verantwoordelijk voor de aanslagen tegen de Twin Towers in New York. Maar dit conflict past net zo goed binnen geostrategische doelstellingen om de ontsluiting van de Centraal-Aziatische energiebronnen te kunnen controleren.
U stelt het ‘operationele plan’ voor als een belangrijke stap in de richting van een ‘exit’-strategie. Maar de beslissing om een groter engagement op te nemen lijkt er vooral voor te zorgen dat België verstrikt geraakt in de oorlogslogica van een niet te winnen oorlog. Er dringt zich een maatschappelijk debat op over ons veiligheids- en defensiebeleid. Menselijke veiligheid moet daarbij de prioriteit vormen en dat gaat over het werken aan een economisch, sociale en ecologisch duurzame samenleving. In een land waar niet aan de elementaire basisbehoeften van de bevolking is voldaan, is militair optreden hoe dan ook een slechte optie. Een geloofwaardige ‘exit’-strategie houdt rekening met de noden van de burgerbevolking
Als bezorgde burger vraag ik u om:
- geen Belgische F-16’s in Afghanistan in te zetten
- het Belgisch engagement in de NAVO-missie niet uit te breiden
- een geloofwaardige exit-strategie op korte termijn te ondersteunen
- de Belgische bijdrage tot welzijn, stabiliteit en veiligheid in Afghanistan langs niet-militaire manier te heroriënteren
- dit debat ten gronde te voeren in het parlement en daarin ook de stem van diverse maatschappelijke actoren te horen
(Uitpers, nr 95, 9de jg., maart 2008)
* Deze petitiebrief is een initiatief van 11.11.11 – koepel van de Vlaamse Noord-Zuid beweging, Intal, Oxfam Solidariteit, Pax Christi Vlaanderen, StopUsa, UCOS, Vrede vzw, Vredesactie