Met veel aandacht las ik de brief die u schreef in de aanloop naar de top van Malta. Aan de vooravond van de 60e verjaardag van het Verdrag van Rome, waarschuwt u de Europese leiders dat de EU dreigt ten onder te gaan aan externe en interne bedreigingen. Ik begrijp u. Sinds de Brexit en de neerbuigende uitlatingen van de kersverse Amerikaanse president is het inderdaad alle hens aan dek. “Verenigd staan we sterk, verdeeld gaan we ten onder”, zoals u dat schrijft.
U ziet heel wat dreigingen op ons afkomen die “gevaarlijker zijn dan ooit sinds de ondertekening van het Verdrag van Rome”. U heeft het over buitenlandse dreigingen die verbonden zijn aan de nieuwe geopolitieke situatie: een assertief China, de Russische agressieve politiek in Oekraïne en de buurlanden, oorlogen, terreur en anarchie in het Midden-Oosten en in Afrika en, opvallend, de “zorgwekkende verklaringen van de nieuwe Amerikaanse regering”. Maar ook van binnen de EU ziet u dreigingen opdoemen. Velen zullen uw bezorgdheid delen over het opkomende anti-Europees sentiment, groeiende xenofobie en nationaal egoïsme. En ja, de Europese elite verhult nauwelijks zijn twijfel over de Europese integratie en laat zich verleiden tot populisme ten koste van de fundamentele waarden van de liberale democratie.
Ik heb uw brief meermaals gelezen. Niet dat ik uw bezorgdheid niet begrijp, maar ik zocht tevergeefs naar bezinnende woorden. Nochtans, zestig jaar later lijkt het me een uitgelezen moment om eens terug te blikken en kritische vragen te stellen. Ik zeg maar iets: over de neoliberale koers, de sociale gevolgen van de begrotingspolitiek, de wapenhandel, ontwikkelings-, investerings- en handelsbeleid, de vluchtelingencrisis, de mensenrechten… Zou het kunnen mijnheer Tusk dat wat Europa overkomt ook verband houdt met het beleid van de afgelopen jaren? Ik kan moeilijk geloven dat de natuur haar rampen over ons heen stort, waaraan we van ‘buiten’ en van ‘binnen’ zijn overgeleverd.
Ik wil het met u vooral hebben over de net opgesomde dreigingen. De buitenwereld stelt zich anti-Europees op, zo zie ik het u gedrenkt in koude oorlogsregels in uw brief neerpennen en u begint met het gele gevaar.
China laat zijn marine inderdaad in zijn geostrategische omgeving, enkele honderden kilometers voor zijn kust, uitvaren, bouwt kunstmatige eilandjes om de economische zone uit te breiden en aarzelt niet om grondstoffenrijke zeebodems te claimen. Ja, ik erken dat dit niet prettig is voor de verschillende staten in de Stille Zuidzee die als het ware in de Chinese weg zitten. Maar ik zie niet hoe dat een bedreiging kan vormen voor Europa. Ik herinner me ook niet dat er ooit enige Europese bezorgdheid is geuit over de Amerikaanse vloot die alle zeeën ter wereld bevaart en wereldwijd op vele honderden militaire basissen troepen heeft gestationeerd. Ik meen bovendien te weten dat Europa zich de afgelopen eeuw ook behoorlijk ‘assertief’ heeft gedragen op de wereldbol. Ik vraag me oprecht af hoe u dat westers privilege van mondiale aanwezigheid legitimeert met al de ambities van die andere grootmachten die naar mijn aanvoelen gebaseerd zijn op dezelfde drijfveren, economisch, politiek en cultureel zijn geïnspireerd.
Dat brengt mij onvermijdelijk bij Rusland. Uw kritiek aan het adres van Moskou vindt ongetwijfeld veel weerklank bij de Europese elite die u met uw brief wil wakker schudden. Ja, Moskou heeft zeker en vast een hand in het geweld dat het oosten van Oekraïne in zijn greep houdt. Dat de Krim geannexeerd werd is evenmin not done vind ik. Maar weet u, ik probeer bij dat alles ook al eens in de huid van een gemiddelde Rus te kruipen die over de grens kijkt en ziet dat de NAVO al sinds 1997 naar het oosten opschuift. Ik herinner me stevige verklaringen tijdens de top in Boekarest (2008) van enkele NAVO-leiders die zeiden dat Oekraïne en Georgië uitzicht moeten krijgen op lidmaatschap van de westerse militaire alliantie. Eind 2013 liet commissievoorzitter Barroso Oekraïne verstaan dat het beter geen diepere handelsrelaties met Rusland kan ambiëren want “een land kan niet tegelijk lid zijn van de douane-unie en zich in een diepe gemeenschappelijk vrijhandelszone met de Europese Unie bevinden.” Lees: Oekraïne kies voor Europa of voor Rusland, het is het een of het andere. Niet toevallig verzeilde Oekraïne kort daarop in een diepe crisis. Mijnheer Tusk, ik weet dat u als Pool als geen ander begrijpt hoe het moet voelen wanneer een goed uitgeruste militaire alliantie – die goed is voor meer dan de helft van de wereldwijde militaire uitgaven – zo dicht tegen je grens gaat aanleunen.
Ik probeer nog steeds het urgente van de Russische bedreiging te vatten, de hysterie te begrijpen waaraan nogal wat westerse leiders ten prooi lijken te zijn gevallen. Aan het defensiebudget van de Russen, dat maar goed 7% bedraagt van dat van de NAVO, kan het toch niet liggen? Ik bedoel, Poetin is dan toch niet zo gek om aan een zelfmoordoperatie te beginnen? Zelfs als president Trump ons laat vallen en de Britten Europa helemaal de rug hebben toegekeerd, zie ik dat Frankrijk en Duitsland alleen al over een groter gezamenlijk defensiebudget beschikken dan Rusland. Daar moeten we die dreiging dan toch niet zoeken? En dus begrijp ik de oproep in uw brief niet om de defensie-uitgaven te doen stijgen, tenzij u de machtige defensie-industrie ter wille wilt zijn natuurlijk. Die kan immers vanaf 2020 op een mooie financiële gift rekenen van de Europese Commissie ter waarde van 500 miljoen Euro belastinggeld voor onderzoek en ontwikkeling.
Ik moet spontaan denken aan de voormalige Bondskanselier Willy Brandt, die de Koude Oorlog wat probeerde in vreedzame richting op te warmen met zijn ‘Wandel durch Annäherung’. Zijn ‘Ostpolitik’ effende het pad voor de Helsinki-akkoorden, leidde tot betere relaties met de Oost-Europese buren, tot ontspanning en vertrouwen. Uiteindelijk kwam het tot de oprichting van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking waarin landen van beide toenmalige blokken zetelden. De logica was dat het beter is om samen afspraken te maken over veiligheid in plaats van militair tegen elkaar op te bieden. Ik vroeg mij dus af mijnheer Tusk, of u er al aan gedacht heeft die methode nog eens toe te passen? Of u werk zou willen maken van een Helsinki II. Het zou win-win zijn. We hoeven de defensie-uitgaven niet langer te laten stijgen en kunnen het geld besteden in de sociaaleconomische ontwikkeling. In uw brief schrijft u immers dat u de sociaaleconomische welvaart van de Europese burgers wil herstellen en dat er werk moet worden gemaakt van groei en werkgelegenheid. Wel ik zou die kans met twee armen grijpen.
Tussen haakjes. Dat doet me er plots aan denken dat de Europese daadkracht na de annexatie van de Krim me wel heeft verbaasd: een ban op goederen uit de Krim en een verbod om er te investeren. Het kwam er met een vingerknip uit. Misschien moet ik u eens meenemen naar een andere bezetting die zich in dat instabiele Midden-Oosten bevindt. Ik vraag me af of u het niet evenzeer kan regelen dat na vijftig jaar bezetting van de Westelijke Jordaanoever, zo’n verbodsbepalingen zouden kunnen worden afgekondigd voor investeringen in de Israëlische kolonies die op Palestijnse grond zijn gebouwd? Ik meen me te herinneren dat uw collega Mogherini er al meermaals op heeft gehamerd dat de Israëlische nederzettingen illegaal zijn en niet erkend worden door de EU. Mag ik u de idee van de hand doen om de commerciële banden met de nederzettingen door te knippen? Ik heb van jongs af aan geleerd dat je een, twee, misschien drie keer een boze vinger kan uitsteken, maar als je daarna geen daad bij het woord voegt, je gezag gaat tanen.
U kan zich wel voorstellen dat de grondroof, de vernietiging van huizen, controleposten, een afscheidingsmuur, willekeurige arrestaties en de militaire repressie weinig mensen onberoerd zou laten. Het conflict is daar behoorlijk beginnen rotten en stinken, vergeef me die beeldspraak, maar ik ben er van overtuigd dat dit veel tegengeweld, boosheid en frustraties oproept. Bin Laden refereerde in zijn speeches daarom graag aan de zionistische bezetting van de heilige Palestijnse grond. Dat was een goed argument in de rekrutering van
Nu we ons toch in de regio bevinden, ik kijk net als u met een bang hart naar de door u geciteerde instabiliteit en terreur in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Aanslagen die worden gepleegd in naam van een morbide extremistische organisatie die uit het niets plots over verbazend veel militaire slagkracht beschikt, de grote vluchtelingenstromen,… je zou van minder. Het is natuurlijk de lokale bevolking die de grootste ellende moet dragen: dagelijkse terreuraanslagen, bombardementen,… Ik vrees dat u me zal verdenken dat ik een masochistisch genoegen schep in het aanpraten van een Europees schuldbewustzijn of doordrongen ben van culturele zelfverachting. Maar ik kan het niet helpen, ik zie de jonge Irakees die in Calais de oversteek probeert te maken en besef dat hij daar wellicht niet zou staan moesten Bush en Blair zijn land niet zijn binnengevallen. Ik kijk in de ogen van een Afghaanse vluchteling en zie de pijn van oorlogen gevoerd met honderden miljarden dollars en euro’s in zijn straatarm land. Mijnheer Tusk, kan u geloven dat ik onlangs nog droomde van doorzeefde en uiteen gereten lichamen van Jemenieten, Libiërs en Syriërs? Ik bedacht me dat een goed deel van hen moet zijn gesneuveld onder Europese kogels en bommen. Ik las onlangs dat 75% van alle wapens in de regio afkomstig is van de VS en de EU. Ik lees in uw brief “laat ons onze Europese trots tonen”. Ik weiger te geloven dat u dat in cynische termen stelt.
Mijnheer Tusk, ik zou durven voorstellen om een nieuwe brief te schrijven. Een bezinnende brief, die start met een blik in eigen boezem. Om even op een rijtje te zetten wat er verkeerd is gelopen in het Europese beleid van de afgelopen decennia met een denkoefening over hoe Europa anders groot en trots kan zijn, over hoe we er kunnen voor zorgen dat niemand wordt uitgesloten, van werk, identiteit en waardigheid, hoe we elkeen de welvaart geven waar hij of zij recht op heeft. De Grieken zullen u collectief dankbaar zijn, maar zij zijn zeker niet de enigen. En wie weet, zo zorgen we er hopelijk voor dat de schaduw van Trump, het extreemrechtse populisme, niet langer over ons dierbaar continent zal hangen.
Hoogachtend,
Ludo De Brabander